ECLI:NL:RBMNE:2025:5325
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om compensatie op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen door Dienst Toeslagen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van Dienst Toeslagen om compensatie toe te kennen op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) voor de jaren 2013 tot en met 2015. Eiseres had een verzoek ingediend voor compensatie, maar dit werd afgewezen met het primaire besluit van 1 november 2022. Het bestreden besluit van 24 september 2024 bevestigde deze afwijzing. Eiseres heeft beroep ingesteld en de rechtbank heeft de zaak op 7 oktober 2025 behandeld.
De rechtbank concludeert dat Dienst Toeslagen terecht heeft vastgesteld dat eiseres geen gedupeerde is van de toeslagenaffaire. De afwijzing van de aanvraag is gebaseerd op de gegevens in de KOI-viewer, waaruit blijkt dat eiseres minder uren kinderopvang heeft afgenomen dan zij had opgegeven. Eiseres voerde aan dat de terugvorderingen het gevolg waren van onjuiste informatie van de kinderopvanginstelling, maar de rechtbank oordeelt dat Dienst Toeslagen niet had hoeven twijfelen aan de gegevens in de KOI-viewer.
Daarnaast heeft eiseres een verzoek gedaan om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak. De rechtbank oordeelt dat de redelijke termijn is overschreden en kent eiseres een schadevergoeding van € 1.500,- toe. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, maar wijst het verzoek om schadevergoeding toe, omdat de overschrijding aan Dienst Toeslagen is toe te rekenen.