Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met productie 1;
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte eiswijziging en pleitnota van [eiser] ;
- de e-mailswisseling tussen de rechtbank en partijen over de geboortedatum van [eiser] ;
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
behoorde te kennen. Dit is namelijk het geval als [gedaagde] zelf, met het oog op de belangen van haar zoon, een onderzoek had moeten instellen. De kantonrechter vindt dat dit geval zich hier voordoet. [gedaagde] stelt dat het algemeen bekend is dat inkomen uit pensioen fiscaal wordt behandeld als belastbaar inkomen. Zij verwijt haar zoon dat hij eenvoudig een onderzoek had kunnen en moeten doen naar de fiscale gevolgen van zijn besluit om het nabestaandenpensioen op haar bankrekening te laten overmaken. De kantonrechter vindt dat dit ook voor [gedaagde] geldt, gelet op de belangen van haar destijds minderjarige zoon in de aanloop naar zijn achttiende verjaardag. Zij had bijvoorbeeld de Belastingdienst kunnen bellen. Daarom behoorde zij de fiscale gevolgen te kennen. Dat [eiser] zelf ook geen onderzoek heeft gedaan, betekent niet dat de dwaling voor zijn rekening komt. Vaste rechtspraak is namelijk dat de mededelingsplicht voor de onderzoeksplicht gaat.