Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
De Jeugd- & Gezinsbeschermers,
gevestigd in Amsterdam,
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 4 december 2024;
- het bericht van de GI van 9 december 2024 met een bijlage;
- het bericht van de GI van 22 januari 2025 met een bijlage.
- de vader;
- [A] namens de GI;
2.De feiten
27 januari 2025.
2 mei 2023. Bij beschikking van 27 januari 2023 heeft de kinderrechter van deze rechtbank de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een (netwerk)pleeggezin verlengd tot
27 januari 2024. De kinderrechter van deze rechtbank heeft bij beschikking van
25 januari 2024 de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 27 januari 2025.
3.De verzoeken
4.De standpunten
5.De beoordeling
(artikel 1:260 BW). [minderjarige] wordt namelijk nog steeds ernstig in haar ontwikkeling bedreigd. De ouders hebben tegen het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling ook geen verweer gevoerd.
- het borgen van een goede ontwikkeling van [minderjarige] door middel van continuering van haar verblijf bij de pleegouders;
- het investeren in een veilige verantwoorde manier om [minderjarige] regelmatig in contact te laten zijn met de ouders;
- het nader onderzoeken wat het perspectiefbesluit betekent voor een eventuele beëindiging van het gezag van de ouders en waar in het belang van [minderjarige] de voogdij dan moet komen te liggen.
6.De beslissing
mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. A. Sie als griffier, en op schrift gesteld op 7 februari 2025.
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.