ECLI:NL:RBMNE:2025:5222
Rechtbank Midden-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen verstekvonnis in huurachterstandzaak met ontbinding en ontruiming
In deze zaak heeft de gedaagde, [opposant], een woning gehuurd van de eiser, Stichting NabijWonen, en heeft hij een huurachterstand opgebouwd. De eiser heeft in eerste instantie een verstekvonnis verkregen waarin ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming zijn toegewezen. De gedaagde is in verzet gekomen tegen dit verstekvonnis en heeft vernietiging ervan gevorderd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand inmiddels minder dan drie maanden bedraagt, waardoor de vordering tot ontbinding en ontruiming is afgewezen. De kantonrechter heeft echter bepaald dat de gedaagde de resterende huurachterstand aan de eiser moet betalen. De zaak is behandeld op 8 oktober 2025, waarbij de kantonrechter de relevante feiten en omstandigheden heeft afgewogen, inclusief de betalingsgeschiedenis van de gedaagde. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de huurachterstand en servicekosten toegewezen, evenals de wettelijke rente. De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde, die grotendeels in het ongelijk is gesteld. Het verstekvonnis van 7 mei 2025 is vernietigd, en de gedaagde is veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en servicekosten, met een uitvoerbaar bij voorraad verklaring.