In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 19 september 2023 voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade. De rechtbank heeft op 19 augustus 2025 uitspraak gedaan. Eiseres heeft op 17 februari 2025 een beroep ingesteld, nadat de beslistermijn was overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn inderdaad is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder dit moet doen binnen twee weken na verzending van de uitspraak, met een uiterste datum van 13 november 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 53,- moet ook worden vergoed. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar uitgesproken en partijen geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State.