ECLI:NL:RBMNE:2025:5212

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 oktober 2025
Publicatiedatum
6 oktober 2025
Zaaknummer
11753327 UE VERZ 25-186
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van een billijke vergoeding na niet rechtsgeldig ontslag op staande voet

In deze zaak verzoekt de eiser, die in dienst was bij Trajectum Engineering B.V., om toekenning van een billijke vergoeding na een ontslag op staande voet. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag niet rechtsgeldig is, omdat de werkgever, Trajectum, niet heeft voldaan aan de vereisten voor een geldig ontslag op staande voet. De kantonrechter kent een billijke vergoeding toe van € 35.200,00 bruto, omdat Trajectum ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De eiser had een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en heeft een hoge werkdruk ervaren, vooral na het vertrek van een collega. Ondanks zijn verzoeken om ondersteuning heeft de werkgever geen adequate hulp geboden. Het ontslag op staande voet werd gegeven zonder dat er een dringende reden was en zonder dat de eiser op de hoogte was gesteld van de ontslagreden. De kantonrechter wijst de verzoeken van de eiser tot vergoeding wegens onregelmatige opzegging, transitievergoeding en billijke vergoeding toe, en verklaart dat Trajectum in strijd heeft gehandeld met artikel 7:611 BW. De proceskosten worden ook aan Trajectum opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer / rekestnummer: 11753327 \ UE VERZ 25-186
Beschikking van 7 oktober 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. D.E. Burgers,
tegen
TRAJECTUM ENGINEERING B.V.,
gevestigd te Houten,
verwerende partij,
hierna te noemen: Trajectum,
gemachtigden: mr. E.K.W. van Kampen en mr. M. Dubbeldam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- het verweerschrift met producties;
- de aanvullende productie van Trajectum;
- de mondelinge behandeling van 9 september 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De kern van de zaak

In deze zaak verzoekt [eiser] onder meer om toekenning van een billijke vergoeding na een ontslag op staande voet door Trajectum. De kantonrechter kent een billijke vergoeding toe van € 35.200,00 bruto, omdat het ontslag niet rechtsgeldig is. Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding is er rekening mee gehouden dat Trajectum tegenover [eiser] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

3.De beoordeling

Inleiding
3.1.
Trajectum is een ingenieursbureau dat onder meer gespecialiseerd is in sprinklerinstallaties. [eiser] , geboren op [geboortedatum] 1990, is sinds 1 juli 2023 in dienst bij Trajectum op basis van een arbeidsovereenkomst voor (inmiddels) onbepaalde tijd. De functie van [eiser] is [functie 1] met een loon van € 4.400,00 bruto per maand. Op grond van de arbeidsovereenkomst heeft hij recht op een leaseauto, waarmee hij ook privé mag rijden.
3.2.
[eiser] had bij indiensttreding nog geen ervaring op het gebied van de levering en installatie van sprinklersystemen. Hij heeft daarom in het eerste jaar de vakopleiding ‘Junior engineer sprinklertechniek’ gevolgd en met goed gevolg afgerond. Het was de bedoeling dat hij in 2025 een vervolgopleiding zou gaan volgen, maar daarvan is het niet gekomen.
3.3.
[eiser] heeft vanaf de zomer van 2024 een grote werkdruk ervaren. Dat kwam met name omdat een directe collega van hem, [A] (hierna: [A (voornaam)] ) toen is vertrokken. [A (voornaam)] had veel kennis van de uitvoering, die [eiser] nog niet had. [eiser] heeft op 7 september 2024 en 11 oktober 2024 bij de heer [B] (hierna: [B] ), bestuurder en via zijn persoonlijke holding eigenaar van Trajectum, aan de bel getrokken over de hoge werkdruk en dat hij door gebrek aan ervaring en kennis op het werk niet goed in zijn vel zat. [B] heeft hem geen extra ondersteuning gegeven, maar heeft hem laten weten dat dit een proces was waar hij doorheen moest en dat de taken die [eiser] moest verrichten bij zijn functieomschrijving hoorden.
3.4.
[eiser] heeft zich op 7 oktober 2024 ziekgemeld. De bedrijfsarts heeft medische beperkingen vastgesteld. [eiser] is na enige tijd gaan re-integreren in een andere afdeling.
3.5.
Op 18 en 24 maart 2025 hebben gesprekken plaatsgevonden over de terugkeer van [eiser] naar zijn oude team. Partijen verschillen van mening over de vraag wat toen is afgesproken. Volgens [eiser] is zijn functie toen eenzijdig door Trajectum gewijzigd en is hem toen meegedeeld dat hij niet kon terugkeren naar zijn eigen functie, maar de functie van [functie 2] moest gaan vervullen. Volgens Trajectum heeft [eiser] ingestemd met deze nieuwe functie. De heer [C] (hierna: [C] ), [functie 3] van Trajectum, heeft [eiser] in een e-mail van 25 maart 2025 meegedeeld dat hij in zijn nieuwe functie geen leaseauto meer nodig had en dat hij deze uiterlijk op 31 maart 2025 moest inleveren. [eiser] heeft hier in een e-mail van 27 maart 2025 bezwaar tegen gemaakt. Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat hij nog steeds [functie 1] was en uitgelegd dat zijn vrouw hoogzwanger was en dat het voor hen in deze periode noodzakelijk was om over een auto te beschikken.
3.6.
[eiser] heeft zich op 2 april 2025 volledig ziekgemeld. [C] heeft [eiser] in een e-mail van 2 april 2025 geschreven dat [eiser] zelf heeft aangegeven niet terug te keren als [functie 1] en dat Trajectum de ziekmelding niet accepteert. Hij schrijft verder:
“Gezien de situatie, de stappen die al geprobeerd te zetten zijn en niet werken, gaat het niet langer. Wij zullen om de tafel moeten linksom of rechtsom over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.”Trajectum heeft de auto op 3 april 2025 bij [eiser] opgehaald.
3.7.
Trajectum heeft [eiser] vervolgens met een brief van 18 april 2025 op staande voet ontslagen. In deze brief staat dat [eiser] wordt ontslagen omdat hij misbruik heeft gemaakt van het verzuimprotocol. Daarin staat dat ziekmeldingen per e-mail niet worden geaccepteerd en een ziekmelding bij een arbeidsconflict niet mogelijk is. Trajectum stelt dat het vertrouwen in [eiser] hiermee ernstig is geschonden. Trajectum heeft de loonbetaling per direct stopgezet en heeft ook het salaris vanaf 3 tot en met 18 april 2025 niet uitbetaald.
De verzoeken
3.8.
[eiser] berust in de beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 18 april 2025, maar stelt dat het ontslag niet onverwijld is gegeven, de ontslagreden niet onverwijld aan hem is meegedeeld en een dringende reden voor het ontslag ontbreekt. [eiser] verzoekt daarom:
a. te verklaren voor recht dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is;
b. Trajectum te veroordelen tot betaling van € 6.811,20 bruto aan vergoeding wegens onregelmatige opzegging met wettelijke rente;
c. Trajectum te veroordelen tot betaling van € 3.034,00 bruto aan transitievergoeding met wettelijke rente;
d. Trajectum te veroordelen tot betaling van € 120.000,00 bruto aan billijke vergoeding met wettelijke rente;
e. Trajectum te veroordelen tot betaling van € 8.890,09 bruto aan achterstallig loon, met de wettelijke verhoging van 50% en wettelijke rente;
f. te verklaren voor recht dat Trajectum in strijd heeft gehandeld met artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en/of artikel 7:658 BW en Trajectum te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van € 25.000,00 netto;
g. te verklaren voor recht dat Trajectum jegens [eiser] op grond van artikel 7:653 lid 4 BW geen rechten kan ontlenen aan het concurrentie- en relatiebeding en het daarmee samenhangende boetebeding uit artikel 17 van de arbeidsovereenkomst;
h. te verklaren voor recht dat Trajectum jegens [eiser] geen rechten kan ontlenen aan een (eventueel) studiekostenbeding en Trajectum te veroordelen het verrekende bedrag van € 1.830,81 aan [eiser] te betalen, met wettelijke rente;
i. Trajectum te veroordelen in de kosten van deze procedure.
De reactie op de verzoeken van Trajectum
3.9.
Trajectum voert geen verweer tegen de verzochte verklaring voor recht over de geldigheid van het ontslag op staande voet, de vergoeding wegens onregelmatige opzegging, de transitievergoeding en de wettelijke rente over deze vergoedingen. Zij voert ook geen verweer tegen de verzochte verklaringen voor recht over het concurrentie- en relatiebeding en het studiekostenbeding en tegen het verzoek haar te veroordelen de verrekende studiekosten met wettelijke rente terug te betalen. Trajectum refereert zich voor deze verzoeken aan het oordeel van de kantonrechter. Trajectum voert wel verweer tegen de overige verzoeken en verzoekt [eiser] te veroordelen in de proceskosten.
Het ontslag op staande voet is niet rechtsgeldig gegeven
3.10.
Een ontslag op staande voet is op grond van de wet alleen geldig als daarvoor een dringende reden is, dat wil zeggen zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De werkgever moet de dringende reden bewijzen. De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen.
De wet vereist ook dat er onverwijld moet worden opgezegd en dat de dringende reden onverwijld moet worden meegedeeld aan de werknemer. Onverwijld betekent dat dit direct of zo snel mogelijk moet gebeuren.
3.11.
De kantonrechter is van oordeel dat de dringende reden die Trajectum aan het ontslag ten grondslag heeft gelegd - het niet naleven van het verzuimreglement - volstrekt onvoldoende is voor een geldig ontslag op staande voet. Dit heeft Trajectum ook erkend. Het ontslag op staande voet is bovendien niet onverwijld gegeven en de dringende reden is ook niet onverwijld aan [eiser] meegedeeld. De verzochte verklaring voor recht dat het ontslag op staande voet van 18 april 2025 niet rechtsgeldig is, wordt daarom toegewezen.
[eiser] heeft recht op een vergoeding wegens onregelmatig opzegging
3.12.
Trajectum heeft geen verweer gevoerd tegen de verzochte vergoeding wegens onregelmatige opzegging [1] van € 6.811,20 bruto. Dit bedrag zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 april 2025 tot de dag van volledige betaling.
[eiser] heeft recht op de transitievergoeding
3.13.
Trajectum heeft ook geen verweer gevoerd tegen de verzochte transitievergoeding [2] van € 3.034,00 bruto. Dit bedrag wordt toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2025 tot de dag van volledige betaling.
[eiser] heeft recht op een billijke vergoeding
3.14.
Het verzoek van [eiser] tot toekenning van een billijke vergoeding wordt toegewezen, omdat hiervoor is geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. [3] Een ongeldig ontslag geldt als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. [4]
3.15.
Voor het vaststellen van de hoogte van de toe te kennen billijke vergoeding zijn in de rechtspraak uitgangspunten geformuleerd. [5] De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
3.16.
Partijen verschillen van mening over de hoogte van de billijke vergoeding. [eiser] maakt aanspraak op een bedrag van € 120.000,00. Hij stelt ter onderbouwing van dit bedrag dat de arbeidsovereenkomst zonder het ontslag op staande voet nog zeker twee jaar zou hebben voortgeduurd, dat Trajectum zich tegenover hem ernstig verwijtbaar heeft gedragen en dat hij mede door het handelen van Trajectum ziek thuis zit en nog niet in staat is naar andere inkomstenbronnen te zoeken. Hij zegt ook dat hij als gevolg van het ontslag over een periode van twee jaar pensioenschade lijdt van € 923,04.
3.17.
Trajectum vindt dat een vergoeding van maximaal € 9.504,00 bruto (twee maandsalarissen) passend zou zijn. Volgens haar zou de arbeidsovereenkomst na korte tijd zijn geëindigd door een beëindigingsovereenkomst of door de rechter op grond van een onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding, als het ontslag op staande voet niet zou zijn gegeven. Zij vindt dat zij zich tegenover [eiser] niet ernstig verwijtbaar heeft gedragen en zij meent dat [eiser] op dit moment in staat is te werken of te solliciteren. Volgens haar is niet duidelijk dat [eiser] als gevolg van het ontslag pensioenschade heeft geleden.
3.18.
De kantonrechter zal een billijke vergoeding toekennen op basis van acht maandsalarissen, een bedrag van € 35.200,00. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het geven van een ongeldig ontslag op staande voet op zichzelf ernstig verwijtbaar is, maar dat Trajectum zich ook in andere opzichten ernstig verwijtbaar tegenover [eiser] heeft gedragen. Trajectum heeft in deze procedure toegelicht dat zij vond dat [eiser] niet goed functioneerde, maar heeft daarbij onvoldoende onderkend dat [eiser] nog in een inwerkfase zat. Hij had bij indiensttreding nog geen ervaring met sprinklersystemen, maar is aangenomen op potentie. Toen de uitvoerder [A (voornaam)] in de zomer van 2024 vertrok, heeft Trajectum [eiser] volledig ingezet hoewel hij daarvoor nog niet de benodigde kennis en ervaring had. [eiser] heeft [B] in september en oktober 2024 om hulp gevraagd omdat het hem te veel werd, maar heeft geen gehoor gekregen. [B] heeft hem geen enkele ondersteuning geboden en heeft hem ook niet met een verbetertraject in staat gesteld zijn functioneren te verbeteren. Trajectum heeft in maart 2025 met [eiser] een wijziging van zijn functie besproken. Partijen verschillen van mening over de vraag of [eiser] hiermee heeft ingestemd. Toen [eiser] eind maart 2025 tegenover Trajectum aangaf dat het nooit zijn bedoeling was geweest met een nieuwe functie in te stemmen, heeft Trajectum het probleem dat zij had met het functioneren van [eiser] voor zichzelf opgelost door [eiser] op 18 april 2025 vanuit het niets op staande voet te ontslaan zonder dat er ook maar een begin was van een dringende reden. Zij heeft het salaris van [eiser] vanaf 3 tot en met 18 april 2025 ook niet meer uitbetaald. De kantonrechter begrijpt uit de toelichting die Trajectum op de mondelinge behandeling heeft gegeven dat dit als drukmiddel was bedoeld om met [eiser] tot een regeling te komen en snel afscheid van hem te nemen. Trajectum had daarvoor al, op 3 april 2025, de leaseauto bij [eiser] opgehaald, terwijl zij wist dat de vrouw van [eiser] hoogzwanger was en vanwege complicaties wekelijks met de auto naar het ziekenhuis moest. Door deze gang van zaken is een jong gezin emotioneel en financieel ontredderd geraakt. Daar heeft Trajectum geen oog voor gehad. Trajectum heeft zich hiermee ernstig verwijtbaar en niet als een goed werkgever gedragen.
3.19.
Dit rechtvaardigt echter niet een billijke vergoeding van € 120.000,00. Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding wordt ook meegewogen dat geen sprake is van een langdurig dienstverband. [eiser] moet bij indiensttreding hebben geweten bij wat voor soort bedrijf hij ging werken. Het was een veeleisende baan met bepaalde verwachtingen voor zijn functioneren en de prestatiegerichte werkdruk zal vanaf het begin voelbaar zijn geweest. [eiser] had daar kennelijk eerst geen last van omdat de taken binnen zijn team waren verdeeld en hij niet alles hoefde te doen. Dit werd opeens wel van hem verlangd toen [A (voornaam)] wegviel. [eiser] had zich echter ook eerder kunnen afvragen of de functie wel bij hem paste. Er lijkt namelijk sprake te zijn geweest van een mismatch, omdat Trajectum een snellere opbouw van kennis en ervaring verwachtte dan [eiser] . De kantonrechter kan zich voorstellen dat het ontslag op staande voet [eiser] volledig uit het veld heeft geslagen. Hij heeft een emotionele en financiële klap gekregen, maar dit is onvoldoende om ervan uit te gaan dat [eiser] dermate geestelijke schade heeft opgelopen dat hij in de afgelopen maanden helemaal niets heeft kunnen ondernemen om zich met de juiste hulp te herpakken. Daar is hij zelf bij gebaat en zijn gezin ook.
3.20.
De kantonrechter vindt daarom een billijke vergoeding gelijk aan acht maandsalarissen passend. Bij het vaststellen van de billijke vergoeding is geen rekening gehouden met de door [eiser] gesteld pensioenschade, omdat hij deze onvoldoende heeft onderbouwd. Trajectum zal daarom worden veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van € 35.200,00 bruto. De gevorderde wettelijke rente over deze vergoeding wordt toegewezen vanaf de veertiende dag na de datum van deze beschikking.
Trajectum heeft zich niet als goed werkgever gedragen, maar er wordt hiervoor geen extra schadevergoeding toegekend
3.21.
Zoals hiervoor onder 3.18 is overwogen, heeft Trajectum zich tegenover [eiser] niet als een goed werkgever gedragen als bedoeld in artikel 7:611 BW. Dat levert automatisch een tekortkoming op in de verplichtingen die Trajectum heeft als werkgever uit hoofde van de arbeidsovereenkomst. Die tekortkoming is ook toerekenbaar. Op zichzelf is dus voldaan aan de vereisten voor schadevergoeding op basis van de algemene bepalingen van het burgerlijk recht. [6] [eiser] heeft echter onvoldoende onderbouwd dat Trajectum hiermee ook haar zorgplicht als bedoeld in artikel 7:658 BW heeft geschonden. [7] De verzochte verklaring voor recht zal daarom alleen voor artikel 7:611 BW worden toegewezen. Het verzoek om een schadevergoeding naast een billijke vergoeding toe te kennen zal worden afgewezen, omdat de vergoeding van de genoemde schade (waaronder de gevolgen van de manier waarop Trajectum [eiser] heeft behandeld) al is meegenomen bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding.
Trajectum hoeft geen salaris meer na te betalen
3.22.
[eiser] vindt dat hij over de periode oktober 2024 tot 18 april 2025 nog een bedrag van € 8.890,09 inclusief vakantietoeslag aan achterstallig salaris tegoed heeft. Hij heeft toegelicht dat hij per 3 april 2025 geen salaris meer heeft gekregen en dat het bij Trajectum gebruik was om tijdens ziekte 100% van het loon door te betalen. Hij heeft echter maar 70% doorbetaald gekregen.
3.23.
Volgens Trajectum hebben partijen (in de arbeidsovereenkomst) niets afgesproken over doorbetaling van loon bij ziekte. Daarom heeft [eiser] alleen recht op uitbetaling van het wettelijk minimum van 70% van zijn loon. Trajectum betaalt haar werknemers bij kortdurende ziekte 100% door, maar niet bij langdurende ziekte. Er is dus ook geen gebruikelijke gang van zaken waar [eiser] zich op zou kunnen beroepen. Trajectum erkent dat zij het loon van [eiser] slechts heeft doorbetaald tot en met 2 april 2025 en dat [eiser] over de periode van 2 tot en met 18 april 2025 nog recht heeft op een bedrag van € 1.563,84. Zij heeft een nabetalingsloonstrook over de periode maart tot en met augustus 2025 in het geding gebracht en een betalingsbewijs waaruit volgens haar blijkt dat zij dit bedrag met de wettelijke verhoging op 4 september 2025 aan [eiser] heeft betaald.
3.24.
De kantonrechter is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat [eiser] op grond van zijn arbeidsovereenkomst of een gebruikelijke gang van zaken waar hij rechten aan kan ontlenen, recht heeft op doorbetaling van 100% van zijn salaris tijdens ziekte. Partijen zijn het er namelijk over eens dat zij geen afspraken hebben gemaakt over doorbetaling van loon tijdens ziekte. Dan is de wettelijke regeling uitgangspunt. Uit wat partijen naar voren hebben gebracht over de feitelijke gang van zaken volgt dat Trajectum [eiser] tijdens kortdurende ziekte 100% van het salaris heeft doorbetaald, maar niet sinds hij langdurig ziek is. Ook andere langdurig zieken krijgen, anders dan [eiser] meende, niet 100% van het salaris doorbetaald, maar alleen het wettelijk minimum. De reden dat bij kortdurende ziekte 100% wordt doorbetaald is dat de werknemers van Trajectum ook bij ziekte vaak gedeeltelijk doorwerken. Uit de geschetste feitelijke gang van zaken kan dus geen gebruik worden afgeleid waar [eiser] het gerechtvaardigd vertrouwen aan kon ontlenen dat hij zijn salaris volledig doorbetaald zou krijgen. Het verzoek om het loon 100% door te betalen wordt daarom afgewezen. Voor het achterstallige salaris vanaf 3 april 2025 tot en met 18 april 2025 geldt dat Trajectum heeft onderbouwd dat zij dit salaris met de wettelijke verhoging inmiddels heeft betaald. [eiser] heeft dit niet betwist. Omdat niet is duidelijk is gemaakt dat Trajectum de wettelijke rente over het bedrag van € 1.563,84 heeft vergoed, zal alleen het verzoek om toekenning van de wettelijke rente worden toegewezen vanaf de opeisbaarheid tot 4 september 2025, de dag waarop dit bedrag is nabetaald.
Trajectum kan geen rechten ontlenen aan het concurrentie- en relatiebeding en aan het boetebeding
3.25.
Het verzoek van [eiser] om voor recht te verklaren dat Trajectum tegenover hem geen rechten kan ontlenen aan het overeengekomen concurrentie- en relatiebeding en het daarmee samenhangende boetebeding wordt toegewezen. Trajectum verzet zich daar namelijk niet tegen.
Trajectum kan jegens [eiser] geen rechten ontlenen aan een (eventueel) studiekostenbeding en moet de wettelijke rente over de ingehouden studiekosten betalen
3.26.
Trajectum heeft ook geen verweer gevoerd tegen het verzoek van [eiser] om voor recht te verklaren dat Trajectum jegens hem geen rechten kan ontlenen aan een (eventueel) studiekostenbeding. Dit verzoek wordt daarom toegewezen. Volgens Trajectum is het verschuldigde bedrag betaald. Zij heeft als bewijs de nabetalingsloonstrook over de periode maart tot en met augustus 2025 en het betalingsbewijs overgelegd. [eiser] heeft dit niet weersproken. Het verzoek om dit bedrag terug te betalen wordt daarom afgewezen. Omdat niet duidelijk is gemaakt dat Trajectum de wettelijke rente over dit bedrag heeft vergoed, zal alleen het verzoek om toekenning van de wettelijke rente worden toegewezen. Dit is een bedrag van € 37,92, berekend vanaf 1 mei 2025 tot 4 september 2025.
Trajectum moet de proceskosten betalen
3.27.
De proceskosten komen voor rekening van Trajectum, omdat Trajectum overwegend ongelijk krijgt en sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van haar kant.
De proceskosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op € 949,00 (€ 814,00 aan salaris gemachtigde en € 135,00 aan nakosten), plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
verklaart voor recht dat het ontslag op staande van 18 april 2025 voet niet rechtsgeldig is;
4.2.
veroordeelt Trajectum om aan [eiser] de vergoeding wegens onregelmatige opzegging te betalen van € 6.811,20 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf 18 april 2025 tot de dag van volledige betaling;
4.3.
veroordeelt Trajectum om aan [eiser] een transitievergoeding te betalen van € 3.034,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf 18 mei 2025 tot de dag van volledige betaling;
4.4.
veroordeelt Trajectum om aan [eiser] een billijke vergoeding te betalen van € 35.200,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de veertiende dag na de datum van deze beschikking tot de dag van volledige betaling;
4.5.
verklaart voor recht dat Trajectum in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 7:611 BW;
4.6.
veroordeelt Trajectum om de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW te betalen over het nabetaalde salaris van € 1.563,84 over de periode van 3 tot en met 18 april 2025, berekend vanaf de opeisbaarheid tot 4 september 2025;
4.7.
verklaart voor recht dat Trajectum jegens [eiser] op grond van artikel 7:653 lid 4 BW geen rechten kan ontlenen aan het concurrentie- en relatiebeding en het daarmee samenhangende boetebeding uit artikel 17 van de arbeidsovereenkomst;
4.8.
verklaart voor recht dat Trajectum jegens [eiser] geen rechten kan ontlenen aan een (eventueel) studiekostenbeding;
4.9.
veroordeelt Trajectum om aan [eiser] de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW ter hoogte van € 37,92 te betalen over de ingehouden en inmiddels terugbetaalde studiekosten;
4.10.
veroordeelt Trajectum in de proceskosten van € 949,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Trajectum niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend;
4.11.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad [8] ;
4.12.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. D.C.P.M. Straver en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2025.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 7:672 lid 11 BW.
2.Op grond van artikel 7:673 BW.
3.Artikel 7:681 lid 1, onderdeel a, BW.
5.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 30 juni 2017, te vinden op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2017:1187 (
6.Artikel 6:74 BW.
7.Artikel 7:658 BW ziet op andere situaties.
8.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.