In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 februari 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres] B.V. en [gedaagden]. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. R.C. Verhoeff en mr. B.C. van Schaik, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning door de gedaagden vanwege een huurachterstand van € 22.135,47. De gedaagden, vertegenwoordigd door mr. P.G.M. Lodder, hebben een minderjarig kind met een beperking, wat de rechter in zijn overwegingen heeft meegenomen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand van meer dan acht maanden ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te ontbinden. De gedaagden zijn veroordeeld om de huurachterstand te betalen, alsook wettelijke rente en incassokosten. De rechter heeft echter besloten om een langere ontruimingstermijn van drie maanden te geven, zodat de gedaagden de tijd hebben om een nieuwe woning te vinden. De totale te betalen som door de gedaagden bedraagt € 23.442,46, inclusief proceskosten. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.