Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Zitting
- de verdachte;
- de officier van justitie: mr. A.L. Rinsma;
- de advocaat van de verdachte: mr. A.M. Demirer.
2.Tenlastelegging
3.Bewijs
- de verklaring van de verdachte op de zitting van 18 september 2025;
- een proces-verbaal van bevindingen over het aantreffen van identiteitsdocumenten en kaartprinters tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte op 22 april 2024;
- de verklaring van de verdachte op de zitting van 18 september 2025;
- de aangifte van ING Bank N.V. (hierna: ING Bank);
- de verklaring van de verdachte op de zitting van 18 september 2025;
- een proces-verbaal van bevindingen over het aantreffen van (onder andere) twee Zebra-kaartprinters tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte op 22 april 2024;
- de verklaring van de verdachte op de zitting van 18 september 2025;
- een proces-verbaal van aangifte van [aangever] ;
- een Oostenrijkse identiteitskaart op naam van [A] , en
- een Sloveense identiteitskaart op naam van [B] , en
- een Zwitserse identiteitskaart op naam van [C] , en
- een Oostenrijks paspoort op naam van [D] , en
- een groot aantal reisdocumenten of identiteitsbewijzen op naam van andere personen, valselijk heeft opgemaakt
- een Oostenrijkse identiteitskaart op naam van [A] , en
- een Sloveense identiteitskaart op naam van [B] , en
- een Zwitserse identiteitskaart op naam van [C] , en
- een Oostenrijks paspoort op naam van [D] , en
- een groot aantal reisdocumenten of identiteitsbewijzen op naam van andere personen, waarvan hij, verdachte, wist dat deze vervalst waren, voorhanden heeft gehad;
feit 2:in de periode van 15 december 2022 tot en met 20 april 2024 te Almere en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, meermalen, telkens, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen, ING Bank N.V. en de Coöperatieve Rabobank U.A. en Triodos Bank N.V. en ABN AMRO Bank N.V. heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten het verstrekken van een of meerdere bankrekeningen, door, onder aanlevering van vervalste reisdocumenten of identiteitsbewijzen en/of verstrekking van foto’s en/of video’s van de op de reisdocumenten of identiteitsbewijzen afgebeelde personen, een of meerdere bankrekeningen aan te vragen en/of te openen;
in de periode van 6 maart 2024 tot en met 22 april 2024 te Utrecht, in elk geval in Nederland, voorwerpen, te weten
- twee kaartprinters,
- een afbeelding van het paspoort van [E] en
4.Kwalificatie en strafbaarheid
5.Straf
6.In beslag genomen voorwerpen
- een telefoontoestel van Apple (813470);
- een telefoontoestel van Nokia (813475);
- een computer (Probook 650 G3) van HP (813474);
- een telefoontoestel van Motorola (813479);
- een computer (Omen) van HP (813477);
- een telefoontoestel van Motorola (813478);
- een computer van (Victus) van HP (813472);
- een kaartprinter van Zebra (813480);
- een kaartprinter van Zebra (813481);
- een telefoontoestel van WIKO (813469);
- een telefoontoestel van Apple (813470);
- een telefoontoestel van Nokia (813475);
- een computer van HP (813474);
- een printer van Zebra (813481);
- een telefoontoestel van Motorola (813479);
- een computer van Victus by HP (813472).
7.Vordering benadeelde partij
€ 3.000,-. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, namelijk de onderzoekskosten die Rabobank heeft gemaakt als gevolg van feit 2.
8.Toegepaste wetsartikelen
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 30 maanden;
een gedeelte van 10 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden voorwaarde niet heeft nageleefd;
- een telefoontoestel van Apple (813471);
- een telefoontoestel van Apple (813470);
- een telefoontoestel van Nokia (813475);
- een computer (Probook 650 G3) van HP (813474);
- een computer (Omen) van HP (813477);
- een kaartprinter van Zebra (813480);
- een kaartprinter van Zebra (813481);
- een telefoontoestel van WIKO (813469);
- een geldbedrag van € 210,- (813473);
- een telefoontoestel van Motorola (813478);
- een telefoontoestel van Motorola (813479);
- een computer (Victus) van HP (813472);
- wijst de vordering van Rabobank toe tot een bedrag van € 3.000,-, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan Rabobank van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 januari 2024 tot de dag van volledige betaling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van Triodos toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan Triodos van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2024 tot de dag van volledige betaling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
- een Oostenrijkse identiteitskaart op naam van [A] , en/of
- een Sloveense identiteitskaart op naam van [B] , en/of
- een Zwitserse identiteitskaart op naam van [C] , en/of
- een Oostenrijks paspoort op naam van [D] , en/of
- (een groot aantal) reisdocumenten en/of identiteitsbewijzen op naam van een of
meer andere personen (zie pvb-119, p. 718-723), valselijk heeft opgemaakt of vervalst;
- een Oostenrijkse identiteitskaart op naam van [A] , en/of
- een Sloveense identiteitskaart op naam van [B] , en/of
- een Zwitserse identiteitskaart op naam van [C] , en/of
- een Oostenrijks paspoort op naam van [D] , en/of
- (een groot aantal) reisdocumenten en/of identiteitsbewijzen op naam van een of
meer andere personen (zie pvb-119, p. 718-723), waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat deze vals of vervalst was, heeft/hebben afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad;
feit 2:hij, in of omstreeks de periode van 15 december 2022 tot en met 20 april 2024 te Almere en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de ING bank en/of de Rabobank en/of de Triodos bank en/of de ABN AMRO bank heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten het verstrekken van een of meerdere bankrekeningen, door, onder aanlevering van valse of vervalste reisdocumenten en/of identiteitsbewijzen en/of verstrekking van foto’s en/of video’s van de op de reisdocumenten en/of identiteitsbewijzen afgebeelde personen, een of meerdere bankrekeningen aan te vragen en/of te openen;
hij, in of omstreeks de periode van 6 maart 2024 tot en met 22 april 2024 te Utrecht, in elk geval in Nederland, een of meer voorwerpen, te weten
- twee kaartprinters,
- een afbeelding van het paspoort van [E] en/of van de paspoorten van zijn drie kinderen,
- bestanden met een groot aantal afbeeldingen van reisdocumenten en/of identiteitsbewijzen,
heeft ontvangen, zich heeft verschaft, heeft verworven en/of anderszins voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist dat die bestemd waren tot het plegen van een in artikel 231 en/of 326 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf, terwijl dit feit betrekking had op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument;