ECLI:NL:RBMNE:2025:5112

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
29 september 2025
Zaaknummer
11753211 UE VERZ 25-183
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding met toekenning van transitievergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Compass Group Nederland B.V. en een werkneemster, hierna te noemen [verweerster]. De werkneemster was sinds 13 augustus 2018 in dienst bij Compass als Cateringmedewerker en had te maken met verschillende incidenten op de werkvloer, die leidden tot een verstoorde arbeidsverhouding. Compass heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden op grond van een duurzame verstoring van de arbeidsrelatie, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3, onderdeel g BW. De kantonrechter oordeelde dat er een redelijke grond voor ontbinding was, gezien de herhaalde problemen in de samenwerking met collega's op meerdere locaties. De werkneemster had verzocht om trajectbegeleiding en terugplaatsing naar een eerdere locatie, maar dit werd afgewezen. De kantonrechter kende wel een transitievergoeding toe van € 4.775,05, maar wees het verzoek om een billijke vergoeding van € 50.000,- af, omdat er geen ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever was aangetoond. De arbeidsovereenkomst eindigt op 1 oktober 2025, en de proceskosten worden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer / rekestnummer: 11753211 \ UE VERZ 25-183
Beschikking van 29 augustus 2025
in de zaak van
COMPASS GROUP NEDERLAND B.V.,
gevestigd in Amsterdam,
verzoekster,
hierna te noemen: Compass Group,
gemachtigde: mr. C.E. Stratenus,
tegen
[verweerster],
wonende in [woonplaats] ,
verweerster,
hierna te noemen: [verweerster] ,
gemachtigde: mr. H. Sala.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen 1 tot en met 28
- het verweerschrift
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van Compass
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [verweerster] .
1.2.
Op 4 augustus 2025 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij zijn namens Compass verschenen de heer [A] , [functie 1] van Compass bij de Universiteit Utrecht , mevrouw [B] , [functie 2] bij Compass, en mevrouw [C] , [functie 3] bij Compass, bijgestaan door mr. Stratenus.
Mevrouw [verweerster] is verschenen, bijgestaan door mr. Sala.
1.3.
Vervolgens is bepaald dat vandaag uitspraak wordt gedaan.

2.De zaak in het kort

2.1.
[verweerster] , geboren [geboortedatum] 1971, is sinds 13 augustus 2018 in dienst bij Compass in de functie van Cateringmedewerker [.] . Compass is een contractcateringorganisatie, die op locatie van haar opdrachtgevers cateringdiensten verzorgt. Het salaris van [verweerster] bedraagt € 1.858,19 bruto per maand exclusief vakantiegeld. Op de arbeidsovereenkomst is de Cao voor de Contractcateringbranche van toepassing.
2.2.
[verweerster] heeft op verschillende locaties gewerkt. Zij is begonnen bij Movir , een verzekeringsmaatschappij in Nieuwegein . Na periodes van ziekte in 2020 en 2021 is [verweerster] gere-integreerd bij GLS en het Provinciehuis , beide in Utrecht . In september 2021 is [verweerster] begonnen bij de Universiteit Utrecht (hierna: UU ), locatie [locatie 1] . In het voorjaar van 2024 heeft Compass haar vanwege ruzies met collega’s van die locatie gehaald en bij [locatie 2] geplaatst. [verweerster] was het daar niet mee eens. Na bemiddeling door mr. [D] (hierna: [D] ), destijds de advocaat van [verweerster] , heeft [verweerster] ingestemd met een plaatsing op locatie [locatie 3] , waar zij in september 2024 aan de slag is gegaan.
2.3.
Nadat op 15 april en 19 mei 2025 opnieuw sprake was geweest van incidenten waarbij [verweerster] betrokken was, heeft Compass besloten dat [verweerster] niet meer terug kon naar het [locatie 3] en haar vrijgesteld van werkzaamheden.
2.4.
Volgens Compass heeft [verweerster] op geen van de locaties goed kunnen samenwerken met collega’s en zijn de conflicten rondom haar persoon op drie locaties ( Movir , [locatie 1] en [locatie 3] ) zelfs zo hoog opgelopen dat Compass [verweerster] van die locaties moest halen. Compass meent dat sprake is van een patroon van gedrag en dat het probleem zich zal blijven voordoen. Compass ziet daarom geen andere mogelijkheid dan een ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
2.5.
[verweerster] vindt dat het verzoek van Compass moet worden afgewezen. Zij erkent dat de arbeidsrelatie met één collega enigszins getroebleerd is geweest. Dat zich kleine incidenten hebben voorgedaan die hebben geleid tot frustratie en onbegrip betekent volgens haar niet dat sprake is van een ernstige en duurzame verstoring van de arbeidsverhouding. [verweerster] verzoekt de kantonrechter om Compass op te dragen trajectbegeleiding te bieden en haar terug te plaatsen naar de vaste locatie, waarmee zij locatie [locatie 1] bedoelt. Als de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, wil [verweerster] een transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 50.000,- bruto.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden. Compass hoeft [verweerster] geen trajectbegeleiding aan te bieden en een terugplaatsing naar locatie [locatie 1] is dus evenmin aan de orde. [verweerster] krijgt wel een transitievergoeding, maar geen billijke vergoeding. De beslissing wordt hierna toegelicht.
Er is een redelijke grond voor ontbinding
3.2.
Een voorwaarde voor ontbinding van een arbeidsovereenkomst is dat daar een redelijke grond voor is. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de door Compass naar voren gebrachte feiten en omstandigheden een redelijke grond voor ontbinding op, namelijk een verstoorde arbeidsverhouding zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3, onderdeel g BW. Een bespreking van de overige ontbindingsgronden die Compass in haar verzoekschrift heeft genoemd kan dan achterwege blijven.
Arbeidsrelatie is duurzaam verstoord
3.3.
Uit de door Compass en [D] in juli 2024 gevoerde correspondentie, die vooraf is gegaan aan de plaatsing van [verweerster] op locatie [locatie 3] , blijkt dat directe collega’s op locatie [locatie 1] niet meer met [verweerster] wilden werken vanwege haar gedrag en communicatie op de werkvloer (schreeuwen en stem verheffen, zodanig dat de gasten het kunnen horen, huilen en niet luisteren). [verweerster] heeft ingestemd met de plaatsing op locatie [locatie 3] . De plaatsing bij het [locatie 3] was een nieuw begin, een schone lei voor [verweerster] (en Compass), maar ook daar is het niet goed gegaan. In oktober 2024 heeft opdrachtgever UU geklaagd bij Compass over onprofessioneel en klantonvriendelijk gedrag van [verweerster] . Compass heeft [verweerster] een waarschuwing gegeven. In januari 2025 heeft Compass met [verweerster] (en [D] ) afgesproken dat die waarschuwing wordt ingetrokken ‘onder de voorwaarde dat mevrouw [verweerster] haar temperament in bedwang houdt en zich bewust wordt van de wijze waarop de met andere collega’s/gasten communiceert’. Ondanks die werkafspraak is de situatie op 15 april 2025 dusdanig geëscaleerd dat een collega een klacht tegen [verweerster] heeft ingediend en is op 19 mei 2025 een woordenwisseling met haar leidinggevende zelfs zo hoog opgelopen dat een collega moest ingrijpen.
3.4.
De incidenten die na de overplaatsing naar het [locatie 3] hebben plaatsgevonden laten zien dat het niet meer gaat. Compass heeft voldoende onderbouwd dat de woede-uitbarstingen van [verweerster] een negatieve impact hebben op de samenwerking met collega’s en het onderling vertrouwen. Het overplaatsen van [verweerster] naar andere locaties is geen oplossing gebleken omdat hetzelfde probleem zich is blijven voordoen, maar dan met andere collega’s. Compass heeft in al die jaren meerdere keren tegen [verweerster] uitgesproken wat er van haar wordt verwacht ten aanzien van haar houding en manier van communiceren naar klanten en haar collega’s. Compass heeft [verweerster] ook tips gegeven, helaas zonder blijvend resultaat. De verstoring van de arbeidsverhouding is dus als duurzaam aan te merken en van Compass kan in redelijkheid niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
3.5.
De kantonrechter begrijpt dat [verweerster] zich op het standpunt stelt dat zij dit alles achter zich kan laten als zij weer aan de slag mag op locatie [locatie 1] , maar daar gaat de kantonrechter niet in mee. Compass heeft onweersproken aangevoerd dat ook op die locatie sprake was van incidenten op de werkvloer die veroorzaakt werden door de manier van communiceren (emotioneel en met stemverheffing) van [verweerster] . Dit is door de collega’s als zeer onprettig ervaren. Bovendien heeft [verweerster] destijds ingestemd met een overplaatsing naar het [locatie 3] en is een terugkeer naar [locatie 1] hoe dan ook een gepasseerd station.
[verweerster] kan niet worden herplaatst
3.6.
Voor ontbinding is verder vereist dat [verweerster] niet binnen een redelijke termijn kan worden herplaatst in een andere passende functie (artikel 7:669 lid 1 BW).
Aan die eis is in dit geval voldaan. Gelet op de duurzame verstoring in de arbeidsrelatie ligt het niet voor de hand dat [verweerster] kan worden herplaatst in een andere functie en dat hoeft van Compass ook niet meer te worden verwacht.
Geen opzegverbod
3.7.
Op grond van het bepaalde in artikel 7:671b lid 2 BW is onderzocht of een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:670 BW of enig ander opzegverbod geldt. Dit is niet het geval.
De arbeidsovereenkomst eindigt op 1 oktober 2025
3.8.
De conclusie is dat de kantonrechter zal overgaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst vanwege een duurzame verstoring van de arbeidsrelatie. Het einde van de arbeidsovereenkomst zal worden bepaald op 1 oktober 2025. Dat is de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd, verminderd met de duur van deze procedure (artikel 7:671b lid 9 onder a BW).
Compass moet de transitievergoeding betalen
3.9.
Tussen partijen is niet in geschil dat [verweerster] bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst recht heeft op de wettelijke transitievergoeding. Rekening houdend met de ontbindingsdatum van 1 oktober 2025 komt dat neer op een bedrag van € 4.775,05 bruto.
Compass hoeft geen billijke vergoeding te betalen
3.10.
[verweerster] verzoekt om toekenning van een billijke vergoeding van € 50.000,-. De kantonrechter wijst dat verzoek af. Een billijke vergoeding kan worden toegekend als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever (artikel 7:671b lid 9, onder c, BW), maar daarvan is niet gebleken.
3.11.
Voor zover [verweerster] heeft aangevoerd dat Compass debet is aan de verstoring van de arbeidsrelatie omdat Compass haar geen eerlijke kans heeft gegeven en niet adequaat heeft gereageerd op haar gevoelens van ontevredenheid en verwarring, volgt de kantonrechter haar niet. Zoals gezegd zijn er in de laatste jaren veel gesprekken geweest en werden er ook afspraken gemaakt over gedrag en communicatie voordat [verweerster] werd overgeplaatst. Uit niets blijkt dat die handelwijze van Compass niet oplossingsgericht was.
3.12.
De stelling van [verweerster] dat zij meer dan andere werknemers werd ingezet voor schoonmaakwerkzaamheden (met name in de spoelkeuken), volgt de kantonrechter ook niet. Vast staat dat schoonmaakwerkzaamheden tot het takenpakket van de cateringmedewerker behoren. Daarnaast is niet aannemelijk dat [verweerster] alleen maar schoonmaakwerkzaamheden moest doen of dat zij op die werkzaamheden meer werd ingedeeld dan anderen. Compass heeft tijdens de mondelinge behandeling onweersproken toegelicht dat [E] , de leidinggevende van [verweerster] , voor locatie [locatie 3] iedere week een rooster maakt en dat alle cateringmedewerkers daarin even vaak rouleren.
3.13.
Ten slotte levert het verwijt van [verweerster] dat Compass haar een aantal keer een vaststellingsovereenkomst heeft aangeboden, geen ernstig verwijtbaar handelen op. Het staat Compass immers vrij om te onderzoeken of partijen vrijwillig tot het einde van een arbeidsovereenkomst kunnen komen. En het staat [verweerster] vervolgens vrij om op deze voorstellen niet in te gaan, zoals ook is gebeurd.
Proceskosten worden gecompenseerd
3.14.
Gelet op de aard van de zaak en de gegeven omstandigheden ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren. Dat betekent dat partijen de eigen proceskosten dragen en dat zij geen vergoeding hoeven te betalen voor de kosten die de andere partij heeft gemaakt.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad
3.15.
Deze beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv). Dat betekent dat de beschikking meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 oktober 2025,
4.2.
veroordeelt Compass om aan [verweerster] een transitievergoeding van € 4.775,05 bruto te betalen,
4.3.
compenseert de proceskosten in die zin, dat partijen de eigen proceskosten dragen,
4.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.A.M. Pinckaers en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2025.
1257