ECLI:NL:RBMNE:2025:5
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 16 januari 2025, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Almere behandeld. Eiser heeft zijn beroepschrift te laat ingediend, waardoor de rechtbank niet inhoudelijk kan ingaan op de zaak. Het besluit waartegen het beroep is ingesteld, werd bekendgemaakt op 14 augustus 2024, en het beroepschrift had uiterlijk op 25 september 2024 ingediend moeten zijn. De rechtbank ontving het beroepschrift echter pas op 27 september 2024, wat te laat is. De rechtbank legt uit dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift een fatale termijn is, wat betekent dat deze niet kan worden verlengd zonder verschoonbare omstandigheden.
Eiser heeft aangevoerd dat hij te laat was omdat hij het bericht van de gemeente pas drie dagen na de datum op het besluit ontving. Daarnaast stelt hij dat de gemeente meer dan vijf maanden heeft gedaan om een beslissing op bezwaar te nemen, wat hij als reden aanvoert voor de late indiening. De rechtbank oordeelt echter dat deze omstandigheden geen geldige redenen zijn voor de te late indiening van het beroepschrift. De rechtbank verklaart het beroep dan ook niet-ontvankelijk, wat betekent dat er geen inhoudelijke behandeling van de zaak zal plaatsvinden. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser wordt geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.