In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 26 november 2024. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres op 26 juni 2025 beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit op bezwaar bekend te maken. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50 en moet het betaalde griffierecht van € 53,- aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is gedaan op 28 augustus 2025 en is openbaar uitgesproken.