Uitspraak
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
- [eiser sub 1] , voornoemd;
- [A] , werkzaam bij het kantoor van mr. Koppert;
- [B] ;
- [C] , werkzaam bij Centrada;
- [D] , werkzaam bij Centrada.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 16 september 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, een mondelinge uitspraak gedaan in een executiegeschil tussen [eiser sub 1] c.s. en Woonstichting Centrada. De zaak betreft de ontruiming van een huurwoning, waarbij [eiser sub 1] c.s. een verbod vorderde op de ontruiming op straffe van een dwangsom. De kantonrechter, mr. R.M. Berendsen, heeft de vordering beoordeeld aan de hand van criteria die zijn vastgesteld door de Hoge Raad. De rechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor een noodtoestand die de ontruiming zou kunnen tegenhouden. Er was geen medische onderbouwing over de gezondheidstoestand van [eiser sub 1] en de kantonrechter oordeelde dat de ontruiming niet onredelijk was. Tevens werd er een moratoriumverzoek in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) behandeld, maar de rechter oordeelde dat dit niet van invloed was op de ontruiming. De kantonrechter schorste de tenuitvoerlegging van het eerdere verstekvonnis tot de insolventierechter uitspraak doet over het moratoriumverzoek, maar wees het verzoek om een verbod op de ontruiming af. [eiser sub 1] c.s. werd veroordeeld in de proceskosten van € 678,00.