ECLI:NL:RBMNE:2025:4929
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsovereenkomst en betalingsverplichting in zorgverzekering geschil
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 10 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Menzis Zorgverzekeraar N.V. en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. Menzis vorderde betaling van onbetaalde premies voor een zorgverzekering die het CAK namens de gedaagde had afgesloten. De gedaagde betwistte de verzekering en stelde dat hij nooit een overeenkomst met Menzis had gesloten. De kantonrechter oordeelde dat de zorgverzekering rechtsgeldig tot stand was gekomen, omdat het CAK, in het kader van zijn wettelijke taak, bevoegd was om de verzekering af te sluiten. De kantonrechter wees de vordering van Menzis grotendeels toe, waarbij de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 1.027,25 aan premies, vermeerderd met rente en kosten. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die op € 823,64 werden begroot. De kantonrechter overwoog dat Menzis de substantiëringsplicht had geschonden door niet alle relevante feiten en verweren in de dagvaarding op te nemen, maar dat dit niet leidde tot afwijzing van de vordering. De uitspraak benadrukt de verplichting van ingezetenen in Nederland om een zorgverzekering af te sluiten en de rol van het CAK in het afsluiten van verzekeringen voor niet-verzekerden.