ECLI:NL:RBMNE:2025:4915

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 september 2025
Publicatiedatum
15 september 2025
Zaaknummer
C/16/593776
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot eenhoofdig gezag in het belang van de kinderen

Op 19 september 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking uitgesproken in een zaak betreffende het gezag over de kinderen van een gescheiden echtpaar. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Huseinovic, heeft verzocht om eenhoofdig gezag over de kinderen, terwijl de vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.P. den Besten, hiertegen bezwaar maakte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders in het verleden samen het gezag over de kinderen hebben uitgeoefend, maar dat de communicatie tussen hen ernstig verstoord is. Ondanks eerdere pogingen tot verbetering van de communicatie, waaronder een traject bij Spoor030, is er geen vooruitgang geboekt. De rechtbank heeft geconstateerd dat de moeder de meeste verantwoordelijkheden voor de kinderen op zich neemt en dat de vader niet in staat is om op een constructieve manier bij te dragen aan de opvoeding. De rechtbank heeft daarom besloten dat het in het belang van de kinderen is dat de moeder voortaan alleen het gezag over hen uitoefent. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk van kracht is, ook als de vader in hoger beroep gaat. De rechtbank heeft benadrukt dat deze beslissing niets verandert aan de relatie tussen de vader en de kinderen, en dat het belangrijk is dat de vader betrokken blijft in hun leven.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/593776 / FO RK 25-616
Gezag en omgang
Beschikking van 19 september 2025
in de zaak van:
[de moeder],
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. A. Huseinovic,
tegen
[de vader],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. J.P. den Besten.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift (met bijlagen) van de moeder, binnengekomen op 21 mei 2025;
  • de brief (met bijlage) van de moeder van 12 augustus 2025;
  • het verweerschrift (met bijlage) van de vader van 19 augustus 2025;
  • de brief (met bijlage) van de moeder van 20 augustus 2025.
1.2.
Het verzoek is besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van 22 augustus 2025. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder met haar advocaat;
  • de vader met zijn advocaat;
  • [A] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad);
  • I.A.I. Abdelfattah als tolk Arabisch voor de moeder;
  • A. Baban als tolk Arabisch voor de vader.
1.3.
De rechtbank heeft aan de minderjarigen [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] , de zonen en dochter van de ouders, gevraagd wat zij van het verzoek vinden. [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om hun mening te geven.
1.4.
De rechtbank heeft de minderjarige [minderjarige 4] , de zoon van de ouders, niet gevraagd wat hij van het verzoek vindt. De rechtbank vraagt dat alleen aan kinderen van acht jaar of ouder. Kinderen onder de acht jaar vindt de rechtbank daar nog te jong voor.

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
De ouders zijn met elkaar getrouwd geweest.
2.2.
Zij hebben samen kinderen:
  • [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2012 in [geboorteplaats 1] (Libië);
  • [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2014 in [geboorteplaats 1] (Libië);
  • [minderjarige 3], geboren op [geboortedatum 3] 2016 in [geboorteplaats 2] ;
  • [minderjarige 4], geboren op [geboortedatum 4] 2019 in [geboorteplaats 2] .
De kinderen wonen bij de moeder.
2.3.
De ouders hebben samen het gezag over de kinderen. Dat betekent dat zij samen de belangrijke beslissingen over hen nemen.
2.4.
De ouders hebben in het ouderschapsplan afgesproken dat de kinderen elke vrijdag na school tot zondag 16.00 uur bij de vader verblijven, waarbij de moeder de kinderen op vrijdag naar de vader brengt en de vader de kinderen op zondag naar de moeder brengt. Verder hebben de ouders afgesproken dat de moeder de vader tweemaandelijks op de hoogte zal stellen van gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de kinderen en zij zal de vader raadplegen over de daarover te nemen beslissingen.
2.5.
De voorzieningenrechter heeft op 27 juni 2025 vervangende toestemming aan de moeder verleend om paspoorten voor de kinderen aan te vragen. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de moeder vervangende toestemming voor een vakantie naar Egypte verleend.
2.6.
De ouders zijn het niet eens over het gezag. De moeder wil voortaan het eenhoofdig gezag uitoefenen over de kinderen. De vader is het hier niet mee eens omdat de communicatie niet zodanig verstoord is dat dit de uitoefening van de ouderlijke verantwoordelijkheid belemmerd en/of dat de kinderen door de situatie klem of verloren zijn tussen de ouders.

3.De beoordeling

Gezag
3.1.
De rechtbank zal beslissen dat de moeder voortaan alleen het gezag over de kinderen heeft. Dit betekent dat de moeder voortaan alleen de beslissingen over de kinderen mag nemen. De rechtbank zal hierna uitleggen hoe zij tot deze beslissing is gekomen.
3.2.
In de wet staat dat de rechtbank het gezag van een ouder kan beëindigen als de rechtbank dit in het belang van het kind noodzakelijk vindt. [1] De vader vindt dat er te weinig concrete situaties zijn waarbij hij geen toestemming heeft gegeven en dat er daarom niet is voldaan aan de criteria op basis waarvan het gezamenlijk gezag moet worden beëindigd. De rechtbank is het daar niet mee eens en legt dat hieronder uit.
3.3.
De rechtbank stelt namelijk vast dat de communicatie tussen de ouders zeer slecht is. Ook na het traject Solo Parallel Ouderschap bij Spoor030 is de communicatie niet verbeterd en is het traject zonder succes afgerond. Vanuit Spoor030 is bovendien het advies gegeven aan de moeder om het eenhoofdig gezag aan te vragen nu de hulpverlening is gestopt. De beslissingen die tot op heden wel gezamenlijk genomen zijn, zijn met behulp van de hulpverlening tot stand gekomen en ook dit ging heel moeizaam. Rechtstreeks contact tussen de ouders leidt tot hevige ruzies. Daarnaast heeft de moeder zeer recentelijk een procedure moeten voeren om paspoorten voor de kinderen aan te vragen en om op vakantie met de kinderen te mogen gaan.
3.4.
Het is verder voor de rechtbank voldoende komen vast te staan dat de moeder alles regelt voor de kinderen. De rechtbank is het met de Raad eens dat het gezamenlijk gezag veel meer is dan alleen het zetten van een handtekening en ook verdergaande betrokkenheid van de ouder vraagt. Zoals bijvoorbeeld betrokkenheid bij school of hulpverlening van de kinderen. De vader lijkt daar (nu) niet aan te kunnen voldoen. Uit het dossier volgt verder dat door de hulpverlening geprobeerd is om vaste afspraken te maken over de zorgregeling, omdat dit belangrijk is voor de kinderen. De vader wil wel betrokken zijn bij de kinderen en de moeder wil de vader ook betrekken bij de zorg en opvoeding van de kinderen, maar de rechtbank ziet dat het de vader niet lukt om hierover afspraken te maken en na te komen. Hij trekt hierin zijn eigen plan. Dit leidt bij de kinderen tot teleurstellingen en bij de moeder tot stress en ook dat heeft een negatieve weerslag op de kinderen.
3.5.
Al deze omstandigheden samen maken dat het anderszins in het belang van de kinderen is dat het gezamenlijk gezag wordt beëindigd en dat de moeder voortaan alleen met het gezag over de kinderen is belast.
De vader blijft de vader
3.6.
Deze beslissing verandert niets aan het contact tussen de vader en de kinderen. De vader blijft de vader. De rechtbank hoopt dat de ouders alsnog vaste afspraken kunnen maken. Duidelijkheid hierover is namelijk in het belang van de kinderen. Daarnaast is het belangrijk dat de moeder de vader blijft betrekken in het leven van de kinderen en hem over de kinderen informeert en consulteert.
De uitvoerbaarheid bij voorraad
3.7.
De rechtbank zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is verzocht.
Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van de ouders hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de rechtbank geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt
Hierna volgt de beslissing. De rechtbank gebruikt hier de begrippen uit de wet.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
bepaalt dat het gezag over de kinderen vanaf nu alleen toekomt aan de moeder;
4.2.
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. L.A. Witten, (kinder)rechter, in samenwerking met mr. I.C. van Schip, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 september 2025.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Voetnoten

1.Artikel 1:251a lid 1 sub b BW.