ECLI:NL:RBMNE:2025:4911
Rechtbank Midden-Nederland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Verstekvonnis inzake betalingsachterstand kinderopvang met internationale elementen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 27 augustus 2025 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen een besloten vennootschap, eiseres, en een gedaagde partij die op dat moment in Aruba woonde. De eiseres vorderde betaling van een achterstallig bedrag voor buitenschoolse opvang van het minderjarige kind van de gedaagde partij, die niet op de dagvaarding had gereageerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding op de juiste wijze is betekend, ondanks dat de gedaagde partij inmiddels in het buitenland woonde. De rechter heeft geoordeeld dat de vordering rechtsgeldig is en dat de Nederlandse rechter bevoegd is om de zaak te behandelen, omdat de overeenkomst in Nederland is uitgevoerd.
De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of de eiseres heeft voldaan aan de informatieplichten die voortvloeien uit de consumentenbescherming. Het bleek dat de eiseres niet had voldaan aan de verplichting om de gedaagde partij te informeren over het herroepingsrecht. Hierdoor is de rechter tot de conclusie gekomen dat de gedaagde partij slechts 80% van de achterstallige kosten verschuldigd is. De kantonrechter heeft ook de gevorderde incassokosten afgewezen, omdat de eiseres niet had aangetoond dat de gedaagde partij op de juiste wijze was aangemaand. Uiteindelijk is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 5.572,72, vermeerderd met wettelijke rente, en is zij in de proceskosten veroordeeld tot een bedrag van € 1.119,64.