Uitspraak
1.[verzoeker sub 1] ,
2.
[verzoekster sub 2],
1.[belanghebbende 1-I] en [belanghebbende 1-II] ,
2.
[belanghebbende 2],
3.
[belanghebbende 3],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
primair:
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 6 augustus 2025 uitspraak gedaan in een appartementszaak. Verzoekers, [verzoeker sub 1] en [verzoekster sub 2], hebben verzocht om vernietiging van een besluit van de Vereniging van Eigenaren (VvE) dat geen toestemming verleende voor het plaatsen van een airco unit op hun balkon. De VvE heeft het verzoek afgewezen op basis van vrees voor geluidshinder en andere bezwaren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de VvE een zorgvuldige belangenafweging heeft gemaakt en dat de vrees voor geluidsoverlast niet voldoende was weggenomen door de verzoekers. De rechter heeft geoordeeld dat de VvE in redelijkheid tot haar besluit heeft kunnen komen en dat er geen grond was voor het verlenen van een vervangende machtiging voor de plaatsing van de airco. De verzoeken van [verzoeker sub 1] c.s. zijn afgewezen, en zij zijn veroordeeld in de proceskosten van de VvE, die zijn begroot op € 542,00.