Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. betaling van zorgnota's van gedaagde, die sinds 2020 een zorgverzekering bij hen heeft. De vordering betreft een bedrag van € 1.482,58, dat bestaat uit elf zorgnota's over de periode van juni 2020 tot en met april 2024. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat hij deze niet hoeft te betalen. De rechtbank oordeelt dat de vordering tot betaling van de hoofdsom wordt toegewezen, met wettelijke rente vanaf 11 oktober 2024. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten wordt echter afgewezen. De rechtbank concludeert dat de dagvaarding voldoende gespecificeerd is, ondanks de bezwaren van gedaagde. Er is geen sprake van rechtsverwerking, omdat de eerdere procedure niet relevant is voor deze vordering. De verjaringstermijn is niet overschreden, en gedaagde heeft de hoogte van de zorgnota's niet betwist. De kantonrechter wijst erop dat Zilveren Kruis niet aan haar zorgplicht heeft voldaan door de vordering uit handen te geven en via een geautomatiseerd incassoproces te laten verlopen. De proceskosten worden voor rekening van Zilveren Kruis gelaten, omdat zij niet heeft voldaan aan het procesreglement. Het vonnis is uitgesproken op 10 september 2025.