ECLI:NL:RBMNE:2025:468

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 februari 2025
Publicatiedatum
17 februari 2025
Zaaknummer
588033 / HA RK 25-10
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk wegens te late indiening

In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 30 januari 2025 mr. J. Wolbrink gewraakt, de behandelend rechter in de hoofdzaak met zaaknummer UTR 24/5171. Het wrakingsverzoek is niet op een zitting behandeld omdat het verzoek niet-ontvankelijk is verklaard. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker op 20 december 2024 al bekend was met de feiten en omstandigheden die hij aan het wrakingsverzoek ten grondslag heeft gelegd. Verzoeker heeft echter pas ruim een maand later, op 30 januari 2025, het wrakingsverzoek ingediend, wat te laat is volgens artikel 1 lid 5 van het wrakingsprotocol van de rechtbank.

De wrakingskamer heeft op 14 februari 2025 besloten dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn wrakingsverzoek. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken, bestaande uit mr. J.G. Nicholson als voorzitter en mr. L.C. Michon en mr. M.M. Janssen als leden. De griffier, mr. S. Bazaz, was ook aanwezig. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De procedure van verzoeker met het zaaknummer UTR 24/5171 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WRAKINGSKAMER
Locatie: Utrecht
Zaaknummer: 588033 / HA RK 25-10
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van 14 februari 2025
op het verzoek in de zin van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van:
[verzoeker] ,
wonende in [woonplaats] ,
(hierna: verzoeker).

1.De procedure

1.1.
Verzoeker heeft op 30 januari 2025 mr. J. Wolbrink gewraakt. Mr. Wolbrink (hierna: de rechter) is de behandelend rechter in de zaak met het zaaknummer UTR 24/5171 (hierna: de hoofdzaak).
1.2.
Het wrakingsverzoek is niet op een zitting behandeld omdat het verzoek niet-ontvankelijk is. De wrakingskamer legt dit hierna uit.
1.3.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 1 lid 5 van het wrakingsprotocol van deze rechtbank moet een wrakingsverzoek worden ingediend zodra de feiten en omstandigheden, waarop het verzoek berust, aan de verzoeker bekend zijn geworden.
2.2.
Uit het wrakingsverzoek van verzoeker blijkt dat dit betrekking heeft op uitspraken en/of gedragingen van de rechter tijdens de zitting in de hoofdzaak. Die zitting was op 20 december 2024. Verzoeker was dus op 20 december 2024 al bekend met de feiten en omstandigheden die hij aan het wrakingsverzoek ten grondslag heeft gelegd. Verzoeker heeft pas ruim een maand later het wrakingsverzoek ingediend en dat is te laat. Het verzoek is daarom niet-ontvankelijk.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
3.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek;
3.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing toe te sturen aan verzoeker, de rechter waartegen het wrakingsverzoek is gericht, de teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkt en de president van deze rechtbank;
3.3.
bepaalt dat de procedure van verzoeker met het zaaknummer UTR 24/5171 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.
Deze beslissing is genomen door mr. J.G. Nicholson, voorzitter, en mr. L.C. Michon en mr. M.M. Janssen als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. S. Bazaz, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2025.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.