In deze zaak heeft eiser, een inwoner van [plaats], beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 17 oktober 2023 voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade. De rechtbank heeft op 20 augustus 2025 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep gegrond is verklaard. Eiser had de Dienst Toeslagen in gebreke gesteld op 13 maart 2025, waarna hij op 21 mei 2025 beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden en dat de Dienst Toeslagen alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft bepaald dat dit besluit uiterlijk op 11 december 2025 bekend moet worden gemaakt. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Dienst Toeslagen de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten ter hoogte van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 53,- moet door de Dienst Toeslagen aan eiser worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.