ECLI:NL:RBMNE:2025:4648

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 augustus 2025
Publicatiedatum
25 augustus 2025
Zaaknummer
16/660285-16 (vordering verlenging tbs)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege na positieve ontwikkelingen in behandeling

Op 25 augustus 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde betrokkene, die eerder veroordeeld was voor doodslag. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met één jaar verlengd. Dit besluit is genomen na een zorgvuldige afweging van de positieve ontwikkelingen in de behandeling van betrokkene, die recent mooie stappen heeft gezet. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten een antisociale persoonlijkheidsstoornis met borderline trekken en trekken van psychopathie, en dat het recidiverisico bij beëindiging van de maatregel als laag wordt ingeschat, maar op middellange tot lange termijn als 'matig tot hoog'. De rechtbank heeft het verzoek tot het opstellen van een maatregelenrapport afgewezen, omdat een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel thans prematuur wordt geacht. De rechtbank benadrukt het belang van monitoring en begeleiding in het resocialisatietraject van betrokkene, en heeft besloten dat de reclassering betrokken moet worden bij de verdere stappen in dit traject. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank de adviezen van deskundigen heeft overgenomen en de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen als belangrijke overwegingen heeft meegenomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/660285-16 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 25 augustus 2025
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,geboren op [1990] te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in [verbljfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, van 11 juli 2017 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan (kort gezegd) doodslag;
  • de beslissing van de rechtbank van 9 augustus 2021 om de tbs-maatregel te verlengen voor de duur van twee jaar;
  • de beslissing van de rechtbank van 31 juli 2023 om de tbs-maatregel te verlengen voor de duur van twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 13 juni 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar;
  • het verlengingsadvies van de [instelling] van 19 mei 2025, opgemaakt door drs. [A] , directeur behandelzaken, psychiater en tevens plaatsvervangend hoofd van de instelling, drs. [B] , psychiater en tevens plaatsvervangend hoofd behandeling en drs. [C] , psychiater, inhoudende het advies om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen;
  • het Pro Justitia-rapport van 21 mei 2025, opgemaakt door drs. P.K.J. Ronhaar, psychiater, en R.J.A. van Helvoirt, GZ-psycholoog, inhoudende het advies om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode van 8 augustus 2023 tot en met 15 april 2025.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 11 augustus 2025 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. A. Drogt;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Marjanovic, advocaat te ‘s-Gravenhage;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, [D] .

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als laag en op middellange tot lange termijn als ‘matig tot hoog’.
Betrokkene heeft na zijn laatste terugval in middelengebruik in 2023 een positieve lijn ingezet binnen zijn behandeling. Hij maakt sindsdien verantwoord gebruik van verlof, werkt drie dagen per week als vrijwilliger buiten de kliniek en onderhoudt contact met zijn vriendin en zijn twee zoons, met wie hij lang geen contact had. Betrokkene was gespannen over zijn overplaatsing naar [verbljfplaats] , maar heeft hier een goede start gehad. Er is een uitbreiding van onbegeleide vrijheden aangevraagd. Recent is er sprake geweest van een terugval in gokken, maar betrokkene is daar open over. Bij het positief voortzetten van zijn traject en zijn ontwikkeling (het volledig maatschappelijk ingebed zijn), kan Forensisch Psychiatrisch Toezicht (hierna: FPT) worden aangevraagd. Na het starten van FPT zal de kliniek een opdracht voor een adviesrapport voor proefverlof afstemmen met de reclassering. Het is echter wel nog nodig om de voortgang het komende jaar te blijven volgen en te ondersteunen waar nodig. Er zijn daarnaast veel veranderingen het komende jaar voor betrokkene, zoals het vader worden. Deze veranderingen kunnen spanningen opleveren waardoor begeleiding en ondersteuning nu extra belangrijk is. Er moeten niet te grote stappen worden genomen. De deskundige is wel van mening dat het goed is om de reclassering nu al te betrekken bij het traject zodat er voorzichtige en verstandige stappen kunnen worden genomen. Het traject hangt echter wel af van de inzet van betrokkene. Een maatregelenrapport kan voor de volgende zitting worden opgemaakt, indien het komende jaar goed verloopt.
Gelet op het bovenstaande luidt het advies van de kliniek de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen voor de duur van een jaar.

4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen

De deskundigen concluderen dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Zij achten het recidiverisico op hernieuwd agressief gedrag bij een beëindiging van de terbeschikkingstelling nog aanwezig.
Het komende jaar is nodig om te beoordelen of betrokkene de tijdens de klinische fase opgedane vaardigheden in de praktijk kan brengen, voordat hij een volgende stap in zijn resocialisatie kan zetten. Een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is op dit moment nog niet aan de orde. Voor de verdere resocialisatie is het noodzakelijk dat de reclassering betrokken wordt. In dit jaar wordt duidelijker wat het uiteindelijke uitstroomdoel is: zelfstandig wonen (al dan niet begeleid) of samenwonen met zijn vriendin.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen voor de duur van een jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met een jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft – gelet op de positieve ontwikkelingen en het laag ingeschatte recidiverisico – primair verzocht om de beslissing ten aanzien van de dwangverpleging aan te houden voor het door de reclassering doen opmaken van een maatregelenrapport.
De raadsvrouw heeft subsidiair verzocht voor een verlenging van de maatregel voor de duur van een jaar met het verzoek om de reclassering zo spoedig mogelijk te betrekken bij het traject van betrokkene zodat er voorafgaand aan de volgende verlengingszitting een maatregelenrapport kan worden opgemaakt in het kader van een voorwaardelijke beëindiging.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij vonnis van 11 juli 2017 veroordeeld voor doodslag. De rechtbank heeft daarin overwogen dat de opgelegde terbeschikkingstelling niet is gemaximeerd.
Stoornis en/ of gebrekkige ontwikkeling van geestvermogens
Uit het verlengingsadvies en de Pro Justitia-rapportages blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten een antisociale persoonlijkheidsstoornis met borderline trekken en trekken van psychopathie. Verder is betrokkene verslavingsgevoelig. In het verleden ging het om stoornissen in het gebruik van cannabis, stimulantia (in het bijzonder: amfetamine), GHB en anabole steroïden. Deze zijn onder de huidige omstandigheden in langdurige remissie.
Recidivegevaar
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als laag ingeschat en op middellange tot lange termijn als ‘matig tot hoog’. De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van de adviezen en de rapportages van de deskundigen te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting en de niet aan de inrichting verbonden deskundigen en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies en de rapportage van de niet aan de kliniek verbonden deskundigen komt naar voren dat betrokkene de afgelopen periode mooie stappen heeft gemaakt in zijn behandeling. De komende periode zal in het teken staan van het monitoren en begeleiden van het traject van betrokkene voordat hij de volgende stappen binnen het resocialisatietraject kan maken.
Afwijzing verzoek tot opstellen maatregelenrapport
Het verzoek tot het door de reclassering doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt afgewezen.
De rechtbank acht een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel thans prematuur gezien de stappen die nog moeten worden gezet in zijn behandel- en resocialisatietraject. De rechtbank is echter wel van oordeel dat de reclassering dient te worden betrokken in het traject van betrokkene zodat er gedurende het komende jaar samen met de reclassering kan worden gekeken naar de volgende stappen in zijn traject.

8.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot aanhouding teneinde het doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege;
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met één jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. B.F. Hammerle, voorzitter, mrs. J.A. Koorevaar en J.I.M. Kuin, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. van Dieren als griffier en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2025.
Mrs. J.A. Koorevaar en J.I.M. Kuin zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.