ECLI:NL:RBMNE:2025:4306

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 juli 2025
Publicatiedatum
11 augustus 2025
Zaaknummer
UTR 23/4802
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van anoniem beroep in belastingzaak

In deze zaak heeft [eiseres] B.V. beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum, welke uitspraak dateert van 12 september 2023. De zitting vond plaats op 23 juni 2025, waarbij mr. D.A.N. Bartels MRE als gemachtigde van [eiseres] B.V. aanwezig was. De verweerder was niet vertegenwoordigd. Na de zitting heeft Bartels verzocht om heropening van het onderzoek, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat zij voldoende informatie had om zonder zitting uitspraak te doen.

De rechtbank overweegt dat het beroepschrift van Bartels niet voldoet aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de identiteit van de persoon namens wie het beroep is ingesteld niet bekend is gemaakt binnen de beroepstermijn. De rechtbank stelt vast dat de beroepstermijn liep tot en met 24 oktober 2023, maar dat Bartels geen stukken heeft overgelegd waaruit de identiteit van de eiser(es) blijkt. Dit verzuim kan niet worden hersteld, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Daarnaast heeft Bartels verzocht om vergoeding van immateriële schade wegens een onredelijk lange procedure. De rechtbank wijst dit verzoek af, omdat niet kan worden vastgesteld dat [eiseres] B.V. daadwerkelijk beroep heeft willen instellen. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich en is openbaar uitgesproken op 30 juli 2025.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: UTR 23/4802 en 23/4931

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 juli 2025 in de zaak tussen

[eiseres] B.V., eiseres,

(beweerdelijk gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels MRE),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum, verweerder.

Procesverloop

Mr. D.A.N. Bartels MRE (Bartels) heeft beweerdelijk namens [eiseres] B.V. beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van verweerder van 12 september 2023.
De zitting heeft plaatsgevonden op 23 juni 2025. Bartels is verschenen. Namens verweerder is niemand verschenen.
De rechtbank heeft na afloop van de zitting het onderzoek gesloten. Bartels heeft vervolgens verzocht om heropening van het onderzoek. De rechtbank ziet in wat mr. Bartels aan zijn verzoek om heropening ten grondslag heeft gelegd geen aanleiding voor heropening van het onderzoek.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat de rechtbank vindt dat zij voldoende informatie heeft om zonder zitting uitspraak te doen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
Anoniem beroep
2. In het beroepschrift heeft Bartels volstaan met de vermelding dat het beroep is ingesteld namens belanghebbende met daarbij de opmerking dat de gemeente anoniem uitspraak heeft gedaan, zonder de gegevens van de persoon namens wie hij beroep instelt te vermelden. Het is vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) dat de artikelen 6:5 en 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet ertoe strekken om het mogelijk te maken beroep in te stellen namens nog onbekende personen. De in artikel 8:1, in samenhang met de artikelen 6:7 en 6:11 van de Awb, neergelegde regeling met betrekking tot de beroepstermijn brengt met zich dat de identiteit van degenen namens wie beroep wordt ingesteld, voor afloop van de beroepstermijn kenbaar moet zijn. Deze rechtspraak is ook van toepassing in het belastingrecht.
3. In dit geval liep de beroepstermijn tot en met 24 oktober 2023. Bartels heeft binnen die termijn geen stukken overgelegd waaruit de identiteit van degene namens wie hij beroep heeft ingesteld blijkt, zoals een machtiging met daarop de gegevens van de eiser(es). Voor zover Bartels meent dat die identiteit blijkt uit de stukken uit de bezwaarprocedure die verweerder heeft overgelegd, geldt dat verweerder die stukken pas na het verstrijken van de beroepstermijn aan de rechtbank heeft gestuurd. De identiteit van de eiser(es) was dus niet binnen de beroepstermijn bekend. Het is eveneens vaste rechtspraak van de Afdeling dat een dergelijk verzuim zich niet leent voor herstel. Dat betekent dat het beroep niet-ontvankelijk is. Daarom zal het beroep niet inhoudelijk worden behandeld.
De overschrijding van de redelijke termijn
4. Bartels heeft verzocht om vergoeding van immateriële schade, omdat de procedure over de belastingaanslag onredelijk lang heeft geduurd. Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank niet heeft kunnen vaststellen dat [eiseres] B.V. beroep wenste in te stellen en een procedure wilde starten. Om die reden kan ook niet worden vastgesteld dat [eiseres] B.V. immateriële schade heeft geleden in de vorm van spanning en frustratie. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding daarom af.
5. Voor een vergoeding van de proceskosten is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, rechter, in aanwezigheid van O. Asafiati, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2025.
De rechter is verhinderd deze
uitspraak te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.