In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 30 juli 2025, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser, afkomstig uit Duitsland, had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 23 juni 2023. Verweerder, de Dienst Toeslagen, heeft echter niet tijdig beslist op deze aanvraag. Eiser heeft hierop beroep ingesteld, nadat hij verweerder in gebreke had gesteld op 30 juli 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep terecht is ingediend. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog binnen zes weken na de uitspraak een vooraankondiging moet doen en binnen twee weken na ontvangst van de zienswijze een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het door hem betaalde griffierecht van € 53,- moet door verweerder worden vergoed.