In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 30 juli 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen inzake compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar de Dienst had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had haar bezwaar op 12 november 2024 ingediend, maar de beslistermijn was overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Dienst Toeslagen in gebreke was en heeft bepaald dat de Dienst alsnog binnen een termijn van 60 weken na de overschrijding van de beslistermijn een besluit moet nemen. De rechtbank heeft ook een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat de Dienst de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de Dienst veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het griffierecht van € 53,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.