In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 28 juli 2025, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 25 oktober 2024 bezwaar gemaakt, maar verweerder, de Dienst Toeslagen, heeft niet tijdig een besluit genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder in gebreke is gebleven en dat het bezwaarschrift op de juiste wijze is ingediend, ondanks dat het adres van de Bezwaarschriftenadviescommissie (BAC) op het bezwaarschrift stond. De rechtbank oordeelt dat het voor risico van verweerder komt dat het bezwaarschrift niet op de juiste plek is terechtgekomen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om binnen een bepaalde termijn alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot het betalen van een dwangsom voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten en het griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.