Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 februari 2025 in de zaak tussen
[eiser] , te [plaats] , eiser.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2025
Rechtbank Midden-Nederland
Op 27 februari 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting, maar verweerder had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiser diende zijn bezwaarschrift in op 27 juli 2023, en verweerder had uiterlijk op 31 december 2023 moeten beslissen. De rechtbank stelde vast dat verweerder op die datum niet had beslist en dat eiser op 3 januari 2024 verweerder in gebreke had gesteld. Op 18 januari 2024 nam verweerder alsnog een beslissing op bezwaar, maar de rechtbank oordeelde dat deze beslissing niet op tijd en op de juiste wijze bekend was gemaakt. Hierdoor had eiser recht op een dwangsom, die door de rechtbank werd vastgesteld op het maximumbedrag van € 1.442,-. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, stelde de dwangsom vast en bepaalde dat verweerder het griffierecht van € 51,- aan eiser moest betalen. Het verzoek om vergoeding van proceskosten werd afgewezen, omdat eiser geen juridische hulpverlener had ingeschakeld. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 27 februari 2025.