Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- productie 14 van [eiseres] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 30 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil over bestuurdersaansprakelijkheid. Eiseres, een B.V., heeft gedaagden, die als (indirect) bestuurders van een inmiddels failliete B.V. fungeerden, aangeklaagd voor onrechtmatig handelen. Eiseres stelt dat de gedaagden verantwoordelijk zijn voor de schade die is ontstaan doordat de failliete B.V. haar facturen niet heeft betaald. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat eiseres haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 juli 2025 is gebleken dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld. De kantonrechter heeft de vorderingen van eiseres afgewezen, omdat de stellingen niet zijn komen vast te staan en de onderbouwing summier was. Eiseres is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 1.221,00. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing van vorderingen in civiele procedures, vooral in zaken die bestuurdersaansprakelijkheid betreffen.