ECLI:NL:RBMNE:2025:4076

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 juni 2025
Publicatiedatum
30 juli 2025
Zaaknummer
C/16/594683
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie voor betrokkene met ernstige psychische problemen en doodswens

Op 11 juni 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een minderjarige betrokkene, geboren in 2006. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, omdat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene. De rechtbank heeft de zitting op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en haar advocaat, mr. J.M. van Dam, aanwezig waren, evenals een psychiater die de situatie van de betrokkene heeft beoordeeld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene verblijft in een instelling onder een crisismaatregel, die op 6 juni 2025 door de burgemeester van Utrecht was afgegeven. De betrokkene heeft een impulscontrole-stoornis in combinatie met een persoonlijkheidsstoornis en autisme, wat leidt tot een sterke doodswens. Tijdens de zitting heeft de betrokkene verklaard dat zij naar huis wil om een einde aan haar leven te maken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheid is voor een vrijwillige behandeling, gezien de ernst van de situatie en de aanhoudende doodswens van de betrokkene.

De rechtbank heeft de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg zijn toegestaan, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank oordeelt dat de verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de machtiging die geldt tot en met 2 juli 2025.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/594683 / FV RK 25-1432
Datum uitspraak: 11 juni 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 2006 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
verblijvende in het [verblijfplaats] te [plaats] ,
advocaat mr. J.M. van Dam.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 10 juni 2025.
1.2.
De zitting heeft plaatsgevonden op 11 juni 2025. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- [A] , psychiater.
1.3.
Aan het einde van de zitting heeft de rechtbank het verzoek toegewezen. Dit is de schriftelijke uitwerking van de beslissing.
2.
Wat vaststaat
2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in het [verblijfplaats] te [plaats] . De burgemeester van Utrecht heeft de crisismaatregel op 6 juni 2025 afgegeven.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen voor de duur van drie weken.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken.
Aan alle voorwaarden uit de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg is voldaan. De beslissing wordt hieronder uitgelegd.
4.2.
Uit de overgelegde stukken en de zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade.
4.3.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk een impulscontrole-stoornis bij een persoonlijkheidsstoornis en autisme. De rechtbank baseert zich hierbij op de medische verklaring van 6 juni 2025.
4.4.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.5.
De psychiater vraagt om afwijzing van het verzoek omdat de inzet van verplichte zorg niet doelmatig is. Hoewel de risico’s op een suïcide niet zijn weggenomen, wordt een gewogen risico genomen. Ook binnen de zorg en hulp in een gedwongen kader is het risico op ernstig nadeel namelijk groot en kan het toestandsbeeld van betrokkene verslechteren. Daarom bepleit de psychiater om de benodigde zorg in een vrijwillig kader voort te zetten. Het voorstel aan betrokkene is dan ook om de opname te verlengen en de behandeling in een vrijwillig kader voort te zetten. De bedoeling is dat betrokkene met haar emoties leert om te gaan. Na de zitting is er een intake bij Ambit, het ambulante team van Altrecht. Er wordt systeemaanpak ingezet en zo nodig medicatie voor spanningsreductie. De geneesheer-directeur heeft de crisismaatregel niet opgeheven. Het beleid van het [verblijfplaats] is om dit op zitting te bespreken.
4.6.
Hoewel de advocaat verrast is door het standpunt van de psychiater sluit hij zich daarbij aan. Betrokkene wil het liefste naar huis en een einde maken aan haar leven, het liefst vandaag nog.
4.7.
De rechtbank stelt vast dat de geneesheer-directeur de crisismaatregel voorafgaand aan de zitting niet heeft opgeheven. De geneesheer-directeur kan immers op grond van artikel 7:5 aanhef en sub b, Wvggz in samenhang met artikel 8:18 lid 1 Wvggz een beslissing tot beëindiging van het verlenen van verplichte zorg op grond van een gedwongen maatregel nemen indien het doel van verplichte zorg is bereikt of niet langer wordt voldaan aan de criteria voor verplichte zorg. Dat kan ook nog in afwachting van de behandeling van het verzoek om een voortzetting crisismaatregel. Nu dit niet is gebeurd, dient de rechtbank daarover een oordeel te geven.
4.8.
Anders dan de psychiater, betrokkene en de advocaat ziet de rechtbank geen mogelijkheid om de benodigde zorg in een vrijwillig kader voort te zetten. Betrokkene heeft een sterke doodswens. Zij heeft de aanvraag van een euthanasietraject in gang gezet.
Eerder, op vrijdag 9 mei 2025, is een crisismaatregel afgegeven die door de rechtbank is voortgezet tot en met donderdag 5 juni 2025. Op 6 juni 2025 heeft betrokkene tijdens een verlofmoment thuis een overdosis medicatie genomen. Daarop is betrokkene opgenomen op de intensive care en is er opnieuw een crisismaatregel afgegeven.
Tijdens de zitting heeft betrokkene verteld dat niets haar helpt en dat zij naar huis toe wil om een einde aan het leven te maken. Als zij hiertoe de kans krijgt, dan maakt zij vandaag nog een einde aan haar leven. Elke ochtend ademen doet haar pijn, aldus betrokkene.
4.9.
Gelet op de stukken en omdat de doodswens van betrokkene nog onverminderd sterk aanwezig is, is er geen basis voor zorg in een vrijwillig kader. Deze sterke doodswens is immers niet te verenigen met een vrijwillige behandeling, zoals de psychiater wenst.
4.10.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.11.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg.
4.12.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.13.
Een gedwongen behandeling is naar het oordeel van de rechtbank op dit moment ook doelmatig. Het doel in de wet is immers het afwenden van ernstig nadeel. Een garantie dat dit binnen een verplicht kader lukt is er niet, maar er is wel meer toezicht en begeleiding mogelijk dan in het vrijwillig kader. Dat kan ook onder de vlag van een zorgmachtiging, zoals de onafhankelijk psychiater heeft geopperd. Betrokkene zou dan thuis kunnen verblijven met een ambulant aanbod van gepaste zorg, die zo nodig kan worden opgeschaald naar een opname.
4.14.
De psychiater vindt een gedwongen maatregel niet doelmatig. De rechtbank is echter van oordeel dat de psychiater niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de beoogde behandeling in het vrijwillig kader op dit moment een beter perspectief biedt en dus doelmatiger is dan behandeling in een gedongen kader.
Betrokkene is een [leeftijd] -jarige vrouw. Zij heeft een impulscontrole-stoornis bij een persoonlijkheidsstoornis en autisme.
Op de zorgverantwoordelijke rust de taak om vanuit zijn professionele expertise een realistische inschatting te geven van de te verwachten effectiviteit en deze ook te onderbouwen, zodat de geneesheer-directeur en de rechter de effectiviteit in de afweging kunnen betrekken [1] .
De rechtbank vindt dat de psychiater daar niet in geslaagd is. Een goede analyse van haar stoornissen en mogelijke oorzaken van haar problematische emotieregulatie ontbreekt. Het kan zijn dat betrokkene overvraagd wordt, zoals vaak wordt gezien bij ASS patiënten.
De behandeling waaraan wordt gedacht is vooral systeembehandeling met familie die gaat over het aanleren van emotieregulatie en hoe om te gaan met heftige emoties. Volgens de advocaat is dat echter al geprobeerd en heeft dat geen effect gehad. Dat een gewogen risicobeleid effectief is, is de rechtbank vooralsnog niet gebleken. Op dit moment oordeelt de rechtbank een gedwongen maatregel daarom wel doelmatig.
4.15.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 2006 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen die in 4.12. staan kunnen worden toegepast;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt
tot en met 2 juli 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2025 door mr. R.R. Everaars-Katerberg, rechter, in aanwezigheid van de griffier en op schrift gesteld op
9 juli 2025.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
DH

Voetnoten

1.MvT, Kamerstukken II 2009/10 32399, nr. 3, p. 56-57.