Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
handelend onder de naam [handelsnaam] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 augustus 2024 met 29 producties (productie 30 ontbreekt);
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van 9 oktober 2024 met 7 producties;
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie van 20 november 2024 met producties 30 tot en met 32;
- de akte van [eiseres] van 25 februari 2025 houdende overlegging aanvullende producties 33 tot en met 35 en wijziging van eis.
2.De kern van de zaak
3.De achtergrond van het geschil
Master Service Agreement for the distribution of online courses via [webshop] and affiliate learning environments(hierna: de MSA). Over de prijsbepaling van de training bepaalt artikel 1.4:
The price of the In-Depth ISO14155 course in my [gedaagde] may differ from the pricing of the same course at the Academy of [handelsnaam] , and therefore should be agreed by both Parties and documented in the ‘Scenarios collaboration [handelsnaam] – [naam] ’ excelsheet.’
26 juli 2023stuurde [eiseres] [gedaagde] een brief met als onderwerp ingebrekestelling, waarin [eiseres] kortgezegd stelt dat [gedaagde] art. 1.4 MSA (over - het bepalen van - de prijs van de Training) niet is nagekomen, dat [gedaagde] zich niet heeft gehouden aan afspraken in de MSA over (overleg over) targets en dat [gedaagde] de Aangepaste Training zonder goedkeuring van [eiseres] en de onderwijsdeskundige op haar website heeft gezet. Ook stelt [eiseres] in deze brief:
Hierbij kan ik je mededelen dat ik niet akkoord kan gaan met je voorstel. We hebben een contract met elkaar getekend dat juridisch leidend is en dient door beide partijen nageleefd te worden. Wij zijn een looptijd van het contract overeengekomen tot en met 31 december 2025 (artikel 8.1), maar met een mogelijkheid tot een tussentijdse opzegging per 30 juni 2024 met inachtneming van een opzegtermijn van 120 dagen (artikel 9.1)’.
over te gaan tot een professionele en constructieve manier van voortzetting van ons contract, inclusief de communicatie, met duidelijke afspraken. Doe je dit niet, dan hoor ik graaf schriftelijk binnen 14 dagen wat de reden is. Mogelijk neem ik dan verdere juridische stappen.(…).’
4 augustus 2023reageerde [gedaagde] samengevat dat het [eiseres] is die de MSA niet is nagekomen omdat [eiseres] zich niet aan de afgesproken tijdslijnen heeft gehouden, en dat [gedaagde] ten aanzien van de gehanteerde prijs van
8 augustus 2023een e-mail van de advocaat van [eiseres] aan de advocaat van [gedaagde] waarin de advocaat van [eiseres] onder het kopje ‘
Ingebrekestelling [naam]’ aangeeft dat [eiseres] de samenwerking niet wil stoppen en dat het voorstel van [gedaagde] voor haar niet wenselijk is, maar dat [eiseres] open staat voor verdere onderhandeling en uiterlijk 11 augustus 2023 wil horen of [gedaagde] tot overleg over de mogelijkheden over de voortgang van de samenwerking bereid is.
29 januari 2024stuurt [eiseres] een e-mail naar [A ] waarin ze aangeeft dat ze voorziet dat een verdere samenwerking er niet meer in zit en dat zij een laatste voorstel doet om de samenwerking te beëindigen, namelijk verkoop van de Aangepaste Training aan [gedaagde] voor € 160.000,00 (exclusief BTW) met de mogelijkheid van betaling van dit bedrag in drie termijnen. In een e-mail van
30 januari 2024geeft [A ] aan niet geïnteresseerd te zijn om de Aangepaste Training tegen dit bedrag te kopen, waarop [eiseres] op
31 januari 2024antwoordt dat zij het bedrag bijstelt naar € 140.000,00 en zij stuurt [gedaagde] hierover een reminder op
14 februari 2024.
22 februari 2024stuurt de advocaat van [eiseres] een e-mail naar [A ] met een ingebrekestelling wegens een tekortkoming in de nakoming van de MSA, namelijk:
[bestandsnaam ](artikel 1.3 en 1.7 MSA).
1 mei 2024stuurt de advocaat van [eiseres] een e-mail naar de advocaat van [gedaagde] waarin zij de MSA buitengerechtelijk ontbindt. De advocaat van [gedaagde] stelt zich op
8 mei 2024in een reactie op het standpunt dat deze ontbinding onbevoegdelijk is gedaan omdat er geen sprake is van een tekortkoming van [gedaagde] .
- een verklaring voor recht dat [eiseres] jegens [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de MSA en dat [eiseres] aansprakelijk is voor de door [gedaagde] geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat,
- in het geval [gedaagde] veroordeeld wordt om schadevergoeding te betalen aan [eiseres] , die schadevergoeding te verminderen met de schade van [gedaagde] ad € 455.591,47 en [eiseres] te veroordelen om het (negatieve) verschil aan [gedaagde] te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 februari 2023,
- [eiseres] te veroordelen om een bedrag van € 150.000,00 aan [gedaagde] te voldoen als voorschot op schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
4.De beoordeling van de vorderingen en (voorwaardelijke) tegenvorderingen
De definitieve prijs dient in gezamenlijk overleg te worden bepaald. Een prijs binnen deze range(een bedrag tussen €229,00 en € 495,00, rechtbank)
is voor [eiseres] in ieder geval aanvaardbaar.’
.
- nergens in de MSA worden bepaalde algemene voorwaarden van [gedaagde] van toepassing verklaard. De (welke?)
- dat [eiseres] een keer bij de aanschaf van een cursus de algemene voorwaarden heeft aanvaard, die [gedaagde] hanteert bij de verkoop van haar cursussen, doet niet ter zake. De verkoop van cursussen en de voorwaarden waaronder [gedaagde] dat als verkoper aan een koper doet hebben niets van doen met de overeenkomst tussen partijen waar het in deze procedure om gaat, de MSA.
- Artikel 6.2 MSA lijkt nu juist wel een beperking van aansprakelijkheid te bevatten, maar [gedaagde] beroept zich daar niet op. Er is dus ook geen debat gevoerd of de eerste zin van artikel 6.2, gelezen in samenhang met 6.1, gezien moet worden als een beperking van aansprakelijkheid tot de daar genoemde gevallen en zo ja, of de tekortkoming van [gedaagde] dan wel of niet kwalificeert als een
kunnenmaken niet voor vergoeding in aanmerking komt: het gaat om
- [eiseres] gaat uit van uitvoering van de MSA over de periode vanaf het vierde kwartaal 2022 tot en met het derde kwartaal van 2025. Die periode begint veel te vroeg. In het vierde kwartaal 2022 was de MSA nog niets eens getekend, werd er nog niets uitgevoerd en maakten partijen elkaar daarover nog geen verwijten. Vervolgens heeft de uitvoering van de MSA, voordat die goed en wel was begonnen, lang stil gelegen terwijl partijen een conflict hadden, en ook de tijd namen om te proberen tot een regeling te komen. [gedaagde] is pas op 11 maart 2024 in verzuim gekomen en pas vanaf dat moment kan [gedaagde] worden verweten dat de MSA niet is uitgevoerd, maar is ontbonden. Voor het begroten van de schade moet dan ook worden geschat wat [eiseres] zou hebben verdiend als de MSA – alsnog – zou zijn uitgevoerd vanaf 11 maart 2024 tot en met 31 december 2025. Dat de MSA al sinds begin 2023 liep, maar niet werd uitgevoerd, kan [eiseres] [gedaagde] over de periode voor 11 maart 2024 niet kwalijk nemen.
- In de prognose wordt een groot deel van de omzet gemaakt met ‘B2B – Scorm’. Hierin is, zo begrijpt de rechtbank, omzet bij [B] meegenomen die wel werd verwacht toen de prognose werd gemaakt, maar waarvan al in maart 2023 duidelijk was dat die niet zou worden gemaakt, omdat [B] was afgehaakt. Die moet niet meetellen, omdat achteraf kan worden vastgesteld dat ook als [gedaagde] op 11 maart 2024 (datum verzuim) alsnog de MSA zou zijn gaan uitvoeren, die omzet in elk geval niet zou zijn gemaakt.
- De prognose ziet op omzet, niet op winst. [eiseres] kan alleen gederfde winst vorderen. Als de MSA vanaf 11 maart 2024 tot en met 31 december 2025 zou zijn uitgevoerd, zou [eiseres] kosten hebben gemaakt en/ of tijd kwijt zijn geweest met onder meer het up to date houden van de dan via [webshop] aangeboden Aangepaste Training (en daarmee aan haar in artikel 2.4 MSA neergelegde verplichtingen te voldoen). Die kosten en tijd is zij niet kwijt geweest in de daadwerkelijke situatie, waarin de MSA niet is uitgevoerd. Daar moet rekening mee worden gehouden.
- [eiseres] houdt geen rekening met de bevoegdheid van partijen om de MSA na 30 juni 2024 tussentijds op te zeggen met een opzeggingstermijn van 120 dagen. Als partijen de MSA gewoon zouden hebben uitgevoerd, gaat de rechtbank ervanuit dat ze daar allebei aan zouden hebben verdiend, en weinig reden zouden hebben om de MSA tussentijds op te zeggen. Toch had [gedaagde] zonder reden tussentijds kunnen opzeggen als zij om welke reden dan ook niet meer met [eiseres] verder wilde. Tegelijkertijd heeft [eiseres] ook geen rekening gehouden met de mogelijkheid van verlenging van de looptijd van de overeenkomst met tweemaal een jaar. De rechtbank is van oordeel dat deze onzekere factoren (als [gedaagde] na de ingebrekestelling de MSA zou hebben uitgevoerd, zou deze dan voortijdig zijn beëindigd, of juist een of tweemaal met een jaar zijn verlengd) tegen elkaar kunnen worden weggestreept.
Ook het standpunt van [gedaagde] dat [eiseres] tekort is geschoten in de nakoming van de MSA omdat ze geen prijs heeft genoemd waarvoor ze de Aangepaste Training wilde verkopen kan niet worden gevolgd: uit het bovenstaande blijkt dat de bal om een prijs te noemen naar aanleiding van de ingebrekestelling van [eiseres] van 22 februari 2024 bij [gedaagde] lag. En [gedaagde] deed daarna niets.
- dagvaarding € 115,22
- salaris advocaat € 4.249,00 (2,5 punten x tarief € 1.214,00 in conventie + 0,5 x 2 punten x tarief € 1.214,00 in reconventie)
- griffierecht € 2.626,00
- nakosten