Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juli 2025 in de zaak tussen
[eiseres] ., uit [plaats] , eiseres
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , de heffingsambtenaar
Inleiding
24 november 2023 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard en de WOZ-waarde van de woning gehandhaafd.
Beoordeling door de rechtbank
1 januari 2022. Eiseres bepleit in beroep een lagere waarde van € 645.000,-. De heffingsambtenaar handhaaft in beroep de vastgestelde waarde van € 885.000,-.
Het gelijkheidsbeginsel
te laagzijn gewaardeerd in de context van de verkoop van [adres 2] . De rechtbank kan dit volgen. De rechtbank moet echter de vraag beantwoorden of de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde van de woning van eiseres niet
te hoogis vastgesteld. Dat voor de hoekwoningen een mogelijk te lage WOZ-waarde is vastgesteld, doet volgens de rechtbank niet af aan haar antwoord op deze vraag en ligt ook niet ter beoordeling voor.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.D. Burggraaf, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 29 juli 2025.