Op 28 juli 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven betreffende de voogdij over een minderjarige, geboren in 2009 in Eritrea. De zaak is doorverwezen van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, waar de rechtbank op 16 juli 2025 de zaak in behandeling nam. De minderjarige verblijft sinds 17 maart 2025 zonder ouders in Nederland en heeft asiel aangevraagd. Het gezag over de minderjarige wordt niet uitgeoefend, wat aanleiding geeft tot de benoeming van een wettelijk vertegenwoordiger.
De Stichting Nidos heeft op 28 maart 2025 verzocht om benoeming tot voogd en heeft aangegeven bereid te zijn deze rol op zich te nemen. De minderjarige heeft ingestemd met de benoeming van Stichting Nidos als voogd. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de eisen van artikel 253q en 253r van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is voldaan, en heeft besloten om Stichting Nidos tot voogd te benoemen.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er mogelijk nog beroep worden aangetekend. De uitspraak is gedaan door kinderrechter mr. A.R. Scharrenborg in aanwezigheid van griffier Y. Bentohami en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.