ECLI:NL:RBMNE:2025:3811

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 juni 2025
Publicatiedatum
24 juli 2025
Zaaknummer
11608248 UC EXPL 25-2570 D/954
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad van Dexia Nederland B.V. jegens eisende partij in effectenleasezaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 18 juni 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eisende partij en Dexia Nederland B.V. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. G. van Dijk van Leaseproces, heeft een vordering ingesteld tegen Dexia, die werd bijgestaan door USG Legal Professionals. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Dexia niet tijdig heeft gereageerd op de vorderingen van de eisende partij, wat heeft geleid tot toewijzing van de vordering, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelde dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld jegens de eisende partij met betrekking tot een overeenkomst, en dat Dexia gehouden is de door de eisende partij geleden schade te vergoeden. De schadevergoeding omvat de betaalde inleg en niet vergoede restschuld, met inachtneming van eventuele voordelen die de eisende partij heeft genoten. Dexia is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op €640,47, en moet de wettelijke rente over het te vergoeden bedrag betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 11608248 UC EXPL 25-2570 D/954

Vonnis van 18 juni 2025

inzake

[eisende partij] ,

wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eisende partij] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. G. van Dijk (Leaseproces),
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEXIA NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verder ook te noemen Dexia,
gedaagde partij,
gemachtigde: USG Legal Professionals.

De overwegingen van de kantonrechter

1.1.
De kantonrechter heeft na kennisneming van de vorderingen op verzoek van Dexia uitstel verleend voor het geven van antwoord. Dexia heeft niet binnen de daarvoor gegeven termijn geantwoord.
1.2.
De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Niet is immers gebleken dat er meer of andere werkzaamheden aan de orde zijn geweest dan die in het arrest van de Hoge Raad van 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:590, zijn genoemd.
1.3.
Voor recht zal worden verklaard dat Dexia met betrekking tot de overeenkomst met nummer [nummer] waarover het in deze procedure gaat, onrechtmatig jegens [eisende partij] heeft gehandeld en dat Dexia de als gevolg daarvan door [eisende partij] geleden schade aan [eisende partij] zal moeten vergoeden. Wat die schade is, kunnen partijen inmiddels zelf berekenen. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten. De voor vergoeding in aanmerking komende schade bestaat uit de door [eisende partij] betaalde inleg (termijnbetalingen en eventuele aflossingen) en het niet vergoede gedeelte van de (fictieve) restschuld. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met te verrekenen genoten voordelen, waaronder daadwerkelijk ontvangen dividenduitkeringen, fiscale voordelen en een eventueel in aanmerking te nemen batig saldo uit voorgaande overeenkomsten. In het geval reeds eerder een schadevergoeding door Dexia is betaald, geldt ten aanzien van de verrekening daarvan hetgeen is overwogen in de beslissing van de Rechtbank Amsterdam van 25 november 2021 (ECLI:NL:RBAMS:2021:7910). De wettelijke rente is verschuldigd over het door Dexia te restitueren bedrag volgens de uitgangspunten als geformuleerd in HR 1 mei 2015 (ECLI:NL: HR:2015:1198) en HR 3 februari 2017 (ECLI:NL:HR:2017:164, r.o. 3.6.3).
1.4.
Dexia zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten (inclusief nakosten) aan de zijde van [eisende partij] gevallen. De kosten aan de zijde van [eisende partij] worden begroot op:
- dagvaarding € 144,47
- griffierecht € 90,00
- salaris gemachtigde € 271,00
- nakosten
€ 135,00
Totaal € 640,47.
1.5.
De gevorderde rente over de proceskosten zal als na te melden worden toegewezen.
2. De beslissing
De kantonrechter
2.1.
verklaart voor recht dat Dexia met betrekking tot de tussen haar en [eisende partij] gesloten overeenkomst met nummer [nummer] onrechtmatig jegens [eisende partij] heeft gehandeld door [eisende partij] als cliënt te accepteren terwijl zij behoorde te weten dat de tussenpersoon [eisende partij] niet alleen als klant aanbracht maar [eisende partij] tevens persoonlijk had geadviseerd en de tussenpersoon geen vergunning daarvoor bezat,
2.2.
verklaart voor recht dat [eisende partij] schade heeft geleden als gevolg van het onrechtmatige handelen van Dexia en dat Dexia gehouden is om deze schade aan [eisende partij] te vergoeden,
2.3.
veroordeelt Dexia om aan [eisende partij] te betalen de schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover zoals weergegeven in r.o. 1.3.,
2.4.
veroordeelt Dexia in de proceskosten van € 640,47 gevallen aan de zijde van [eisende partij] , te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Dexia niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Dexia ook de kosten van betekening betalen,
2.5.
veroordeelt Dexia in de wettelijke rente over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
2.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
2.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Dijk, kantonrechter, en op 18 juni 2025 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.