Op 2 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort. Verzoekster had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening tegen de op 3 oktober 2024 verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een bijgebouw met zonnepanelen. Tijdens de zitting waren verzoekster, haar gemachtigde, de gemachtigde van het college en de vergunninghouder met zijn gemachtigde aanwezig. De voorzieningenrechter heeft hen geïnformeerd dat er geen hoger beroep openstaat tegen deze uitspraak.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen sprake was van onverwijlde spoed. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vergunninghouder tot de beslissing op bezwaar niet kan starten met de werkzaamheden, waaronder het aanleggen van een fundering. De voorzieningenrechter heeft verder toegelicht dat de omgevingsvergunning aan meerdere voorschriften is verbonden, waaronder de verplichting om bepaalde bomen te behouden en een kapvergunning aan te vragen voor de te kappen boom. De gemachtigde van het college heeft verduidelijkt dat de beslissing op bezwaar voor eind januari 2025 zal worden genomen, en dat er voor medio februari 2025 geen werkzaamheden kunnen plaatsvinden.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er op dit moment geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening, en heeft het verzoek afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.