ECLI:NL:RBMNE:2025:3764

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
16-174923-23
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J. Edgar
  • L.L. Veendrick
  • G.K.L. de Wijkerslooth de Weerdesteijn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal en opzetheling met gevaarlijk rijgedrag

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 juli 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van diefstal van laptops, opzetheling en gevaarlijk rijgedrag. De verdachte werd ervan beschuldigd op 13 juli 2023 in Veenendaal samen met anderen door braak goederen, waaronder vier laptops, uit auto’s te hebben gestolen. Daarnaast werd hem opzetheling ten laste gelegd van deze goederen en werd hij beschuldigd van het overtreden van verkeersregels tijdens een achtervolging door de politie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling en diefstal uit een auto, maar sprak hem vrij van enkele andere beschuldigingen wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 96 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, een taakstraf van 90 uur en een rijontzegging van 12 maanden. De rechtbank overwoog dat de verdachte met zijn gedrag een groot risico voor andere weggebruikers heeft gecreëerd en dat zijn eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten zwaar meegewogen werden in de strafoplegging.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/174923-23 en 96/217852-19 (vord. tul) (P)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 17 juli 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven op het adres
[adres 1] , [postcode] te [plaats 1] .

1.Zitting

De strafzaak van de verdachte is inhoudelijk behandeld op de openbare zitting van 3 juli 2025.
Op de zitting waren aanwezig:
- de officier van justitie: mr. M. Mahmoudi;
- de advocaat van de verdachte: mr. S. de Korte.

2.Tenlastelegging

De officier van justitie beschuldigt de verdachte ervan dat hij op 13 juli 2023 in Veenendaal, samengevat:
feit 1: primair:samen met anderen door braak goederen (waaronder 4 laptops) van [aangever 1] , [aangever 2] , [aangever 3] en/of [aangever 4] uit auto’s heeft gestolen;
subsidiair:zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van deze goederen;
feit 2: primair:samen met anderen door braak een rugtas met daarin een laptop van [aangever 5] uit een auto heeft gestolen;
subsidiair:zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van deze goederen;
feit 3: primair:zich als bestuurder van een auto zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden, waardoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen dreigde te ontstaan;
subsidiair:als bestuurder van een auto gevaar op de weg heeft veroorzaakt of het verkeer heeft gehinderd;
feit 4:niet heeft voldaan aan het bevel om mee te werken aan een bloedonderzoek.
De volledige tekst van de beschuldiging staat in de bijlage bij dit vonnis.

3.Bewijs en de bewezenverklaring

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat het onder feit 1 subsidiair, feit 2 primair en feit 3 primair ten laste gelegde kan worden bewezen. Zij heeft verzocht de verdachte vrij te spreken van het onder feit 1 primair en feit 4 ten laste gelegde.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De advocaat heeft verzocht om de verdachte vrij te spreken van alle ten laste gelegde feiten. Op de standpunten van de advocaat wordt hierna in paragraaf 3.3 ingegaan.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
Conclusie
De verdachte zal worden vrijgesproken van feit 1 primair en feit 4. Wel is bewezen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan feit 1 subsidiair, feit 2 primair en feit 3 primair. De rechtbank zal dat hierna uitleggen.
Vrijspraak van feit 1 primair (medeplegen diefstal uit twee auto’s)
Onder feit 1 primair wordt de verdachte ervan beschuldigd dat hij samen met zijn medeverdachten de laptops (met toebehoren) van vier personen uit twee auto’s in een parkeergarage in Veenendaal heeft gestolen. Het gaat om een laptop van [aangever 1] die in zijn eigen auto lag en om de laptops van [aangever 2] , [aangever 3] en [aangever 4] die eveneens in de auto van [aangever 2] lagen. Op 13 juli 2023 rond 20:47 uur, een paar uur na de diefstallen, is de verdachte samen met zijn medeverdachte [medeverdachte 1] in een Audi Q2 (hierna: ‘
de Audi’) aangehouden. In die Audi zijn de vier gestolen laptops van de aangevers gevonden. Hoewel dit een sterke verdenking van betrokkenheid bij de diefstal rechtvaardigt, is het enkele voorhanden hebben van deze gestolen laptops kort na de diefstal hiervan niet zonder meer voldoende om tot een bewezenverklaring van de diefstal te kunnen komen. Daarvoor is meer nodig, en de rechtbank komt tot het oordeel dat daarvoor onvoldoende bewijs aanwezig is. Daarbij zijn de volgende omstandigheden meegewogen.
Er zijn geen getuigen van de diefstal en de diefstal is ook niet op camerabeelden te zien. De toedracht rondom de diefstal is daardoor onbekend. De aangiftes van [aangever 2] , [aangever 3] en [aangever 4] geven daarnaast geen uitsluitsel over de garage waarin de auto van [aangever 2] is geparkeerd (in Q-Park [locatie 1] of in Q-Park [locatie 2] ) en op welk tijdstip deze auto in één van die beide garages is geparkeerd. Zo verklaart [aangever 2] dat hij zijn auto heeft geparkeerd in Q-Park Passage [locatie 2] terwijl [aangever 3] en [aangever 4] – wiens laptops dus in de auto van [aangever 2] lagen – het over Q-Park Passage hebben. Volgens [aangever 2] en [aangever 3] is er om 17.30 uur geparkeerd terwijl [aangever 4] het heeft over 18.40 uur. Daar komt bij dat op de camerabeelden alleen te zien is dat de Audi om 18:06 uur parkeergarage [locatie 1] inrijdt en om 18:38 uur met twee inzittenden deze garage weer uitrijdt. Om 18.40 rijdt de Audi parkeergarage [locatie 2] in en zitten er minimaal twee personen in de auto. Hoewel vaststaat dat de Audi werd gehuurd door de verdachte, kan op basis van de camerabeelden geen herkenning worden gemaakt en kan dus ook niet worden vastgesteld dat de verdachte op voornoemd(e) tijdstip(pen) al in de Audi zat. Die twijfel wordt versterkt door de bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , waaruit blijkt dat er die avond meermalen van inzittenden of plek in de Audi is gewisseld. Gelet op deze omstandigheden tezamen kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten degenen zijn geweest die de laptops hebben gestolen. De verdachte wordt daarom vrijgesproken van de diefstallen uit de twee auto’s (feit 1 primair).
Veroordeling voor feit 1 subsidiair (medeplegen opzetheling)
De rechtbank komt wel tot een bewezenverklaring van het medeplegen van opzetheling. Uit de camerabeelden blijkt dat de verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op de avond van 13 juli 2023 allemaal op enig moment in de Audi hebben gezeten waarin de gestolen laptops zijn gevonden. De drie verdachten hebben daarom op enig moment allemaal kunnen beschikken over de gestolen laptops. De verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] zijn rond 20:47 uur in de Audi aangehouden, nadat deze met hoge snelheid wegreed toen een politieagent de Audi benaderde. De diefstallen hebben maar enkele uren daarvoor plaatsgevonden en de politie heeft vanaf het moment dat de Audi die avond voor de tweede maal Q-Park [locatie 2] uitrijdt (20.28 uur) bijna continue zicht op de Audi. De verdachten hebben daarnaast geen aannemelijke verklaring gegeven voor het voorhanden hebben van de gestolen laptops. Al deze omstandigheden samen maken dat de rechtbank tot het oordeel komt dat het niet anders kan dan dat de verdachte en zijn medeverdachten hebben geweten dat de laptops in de Audi van diefstal afkomstig waren. Dat betekent dat de verdachten zich samen schuldig hebben gemaakt aan opzetheling.
Veroordeling voor feit 2 primair (medeplegen diefstal uit een auto)
[aangever 5] heeft zijn auto op 13 juli 2023 om 20:10 uur geparkeerd in de garage [locatie 2] in Veenendaal. Om 21:15 uur diezelfde avond komt hij er achter dat zijn tas met laptop is gestolen. Op de camerabeelden is te zien dat de Audi op 13 juli 2023 tussen 20:13 uur en 20:28 uur in [locatie 2] is geweest. Om 20:13 uur is medeverdachte [medeverdachte 2] als bestuurder herkend. Kort nadat de Audi de garage weer verliet (om 20.28 uur), is verdachte [verdachte] als bestuurder herkend (om 20.31 uur). Slechts een paar minuten later wordt [medeverdachte 2] bij de Audi aangetroffen met een gebruikte ruitentikker. Daarna is de politie een achtervolging gestart, waarbij [verdachte] heeft geprobeerd de achtervolgende agenten af te schudden. Na de aanhouding van [verdachte] en [medeverdachte 1] in de Audi, bleek dat de gestolen laptop van [aangever 5] in de Audi lag. De verdachten hebben geen (aannemelijke) verklaring gegeven voor het voorhanden hebben van die laptop.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij zich samen met zijn medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van deze diefstal met braak. Bij de beoordeling of sprake is geweest van medeplegen, ligt het accent op de samenwerking en minder op de vraag wie de feitelijke handelingen van de inbraak in de auto en het wegnemen van de laptop heeft gepleegd. In deze zaak kan met betrekking tot de toedracht van de diefstal niet direct worden vastgesteld dat deze door de drie verdachten is begaan. Tegelijkertijd is sprake van een kort tijdsbestek tussen deze diefstal en het aantreffen van de goederen in de auto waarin de [verdachte] en [medeverdachte 1] zich bevonden, is [medeverdachte 2] bij deze auto aangetroffen met een ruitentikker en is de auto vanaf dat moment achtervolgd en derhalve niet meer uit het zicht geweest van de politie. Een aannemelijke verklaring hierover van de verdachten is uitgebleven. Er zijn dus geen contra-indicaties met betrekking tot het medeplegen door de verdachten. Daarom komt de rechtbank tot het oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van de diefstal uit de auto van [aangever 5] .
Veroordeling voor feit 3 (gevaarlijk rijgedrag ex artikel 5a WVW)
Tijdens de hiervoor genoemde achtervolging door de politie heeft de verdachte meerdere verkeersregels in ernstige mate overtreden. Hij heeft op verschillende wegen met een veel te hoge snelheid en ook zigzaggend gereden, zodat de politie hem niet kon inhalen. Uit het dossier blijkt dat tegenliggers voor de verdachte moesten uitwijken om een aanrijding te voorkomen. De verdachte heeft onder andere binnen de bebouwde kom met een gemiddelde snelheid van 120 kilometer per uur langs fietsers- en voetgangersoversteekplaatsen gereden. Daarmee heeft hij een enorm risico genomen. In het proces-verbaal staat beschreven dat de overlevingskansen bijna nihil waren geweest als de verdachte met deze snelheid een andere weggebruiker zou hebben aangereden. Ook gedurende de achtervolging op de snelweg heeft verdachte meerdere verkeersregels overtreden, waaronder het rijden over de vluchtstrook en het rijden met een snelheid van 190 kilometer per uur. Omdat de verdachte al deze verkeersovertredingen heeft gemaakt met het doel om te ontkomen aan de politie, komt de rechtbank tot het oordeel dat de verdachte opzet heeft gehad op het overtreden van de verkeersregels. Dat betekent dat is bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet (WVW).
Vrijspraak van feit 4
Tot slot is aan de verdachte ten laste gelegd dat hij na zijn aanhouding op 13 juli 2023 niet heeft meegewerkt aan een bloedonderzoek (feit 4). Met de officier van justitie en de advocaat is de rechtbank van oordeel dat de verdachte moet worden vrijgesproken van dit feit, omdat hiervoor, nu relevante stukken in het dossier ontbreken, onvoldoende bewijs is.
Het gebruik van de bewijsmiddelen
Er zijn meerdere feiten bewezen verklaard. De bewijsmiddelen worden alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De bewijsmiddelen [1]
De aangifte door [aangever 1]
Op 13 juli 2023 omstreeks 17:00 uur parkeerde ik mijn auto in de parkeergarage van de Q-Park in Veenendaal. Toen ik rond 19:15 uur terug kwam bij de auto zag ik dat mijn linkerachterraam was ingeslagen. Uit mijn auto zijn gestolen: laptop Apple iMac. [2]
De aangifte door [aangever 3] op 14 juli 2023
Gisteravond is mijn werklaptop gestolen uit de auto van een collega. De auto stond geparkeerd in een Q-Park in Veenendaal tussen 17:30 en 19:15. De achterruit was ingeslagen. [3]
De aangifte door [aangever 4]
Pleegdatum: 13 juli 2023
Ik ging met collega’s met een auto naar Veenendaal, wij hebben rond 18:40 in de parkeergarage geparkeerd en toen wij rond 19:20 terug liepen naar de auto, was de achterruit van de auto van mijn collega helemaal kapot geslagen. Hieronder de lijst van door mij ingevoerde goederen: laptop. [4]
De aangifte door [aangever 2]
Pleegdatum: 13 juli 2023
Ik heb de auto geparkeerd in een Q-Park garage in Veenendaal, aankomsttijd rond 17.30 uur - terugkomst rond 19.15 uur. Bij de hele achterkant van de auto lagen glasstukjes. Hieronder de lijst van door mij ingevoerde goederen: [5] werklaptop. [6]
De aangifte door [aangever 5]
Hierbij doe ik aangifte van diefstal uit mijn voertuig voorzien van kenteken [kenteken 1] . Op 13 juli omstreeks 20:10 uur had ik mijn voertuig geparkeerd in de parkeergarage van Q-Park aan de [adres 2] te [plaats 2] bij [locatie 2] . Diezelfde dag omstreeks 21:15 uur zag dat het linkerachterraam kapot op de grond lag. Ik had op de achterbank aan de bestuurderszijde een blauwe rugtas neergelegd, waar een laptop in zat. Ik zag dat de rugtas was verdwenen. [7]
De camerabeelden van parkeergarage Q-Park in Ede
13-07-2023
19:41: ik zie dat er een Audi Q2 met kenteken [kenteken 2] aan komt rijden bij de slagboom. [8]
Ik zie dat er 1 manspersoon voor in het voertuig zit.
19:57: Ik zie dat er een getinte man met zwart kort haar, een zwart T-shirt, zwarte joggingbroek met witte streep richting de auto loopt. Ik zag dat het signalement van de man overeenkomt met het signalement van de verdachte die is aangehouden (
de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 1] ).
Ik zie dat hij linksachter in de auto stapt. [9] ik zie dat de slagboom opengaat en dat de Audi wegrijdt. [10]
De camerabeelden van parkeergarage [locatie 2] , [adres 2]
De beelden zijn opgenomen op 13 juli 2023. Het gaat om een Audi, kenteken [kenteken 2] . [11]
Ik zie om 20:13 uur het voertuig weer de parkeergarage inrijden.
Ik zie dat de bestuurder een zonnebril draagt,een wit shirt aan heeft en daaroverheen een zwart jasje aan heeft.
Ik zie dat diezelfde dag het voertuig om 20:28 uur de parkeergarage verlaat. [12]
De aanhouding van medeverdachte [medeverdachte 2]
Op 13 juli 2023 meldden collega's dat zij bezig waren met een onderzoek naar de inbraken in de Q-Parks en dat zij een voertuig op het oog hadden wat daarbij betrokken zou zijn. Het kenteken van het betrokken voertuig was de [kenteken 2] , het betrof een Audi. [13] Nabij het station van Veenendaal hoorden wij dat de Audi rechtsaf sloeg en vervolgens direct linksaf sloeg richting de parkeerplaats van het station. We zagen de Audi in de bocht stil staan. Aan de bijrijderszijde, bij het achterportier welke open stond, zagen we een manspersoon staan. De verdachte betrof [medeverdachte 2] . Ik zag dat hij een ruitentikker op de grond legde. Ik zag dat de ruitentikker beschadigd was. [14]
De aanhouding van de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1]
Op 13 juli 2023 was ik bezig met het verzamelen van informatie omtrent een Audi Q2. Omstreeks 20:32 uur stond ik voor de verkeerslichten te Veenendaal. Ik zag dat er drie mannen in de Audi zaten. Ik zag dat er twee mannen voor in de Audi zaten en één man achterin zat, achter de bijrijder. Ik zag dat de bestuurder een groene jas droeg. Ik zag dat de andere twee mannen in de auto zwarte bovenkleding droegen. [15]
Ik zag dat de Audi zijn snelheid verhoogde. Ik zag op mijn boordcomputer dat de Audi 120 kilometer per uur reed binnen de bebouwde kom waar een maximumsnelheid van 50 km/h toegestaan is. Ik zag dat de Audi en de andere weggebruiker elkaar op een haar na niet raakten omdat de andere weggebruiker hard remde en zo een aanrijding voorkwam. Op de Cuneraweg zag ik dat de Audi weer zijn snelheid verhoogde. Ik zag dat hij andere weggebruikers inhaalde en dat verschillende tegenliggers moesten uitwijken om een aanrijding te voorkomen. Ik zag enkele van deze tegenliggers de berm in rijden om een aanrijding te voorkomen.
Ik zag dat hij linksaf sloeg de Rondweg-Oost op richting de Rijksweg A12. Ik zag dat collega [verbalisant 3] op de Rondweg-Oost de Audi probeerde in te halen. Ik zag dat de Audi een stuurbeweging maakte naar links en op de andere weghelft kwam en collega [verbalisant 3] de weg versperde. Ik zag dat de Audi meerdere keren deze actie maakte en bewust bezig was om te voorkomen dat collega [verbalisant 3] voor hem kon komen. Ik keek op dat moment op mijn boordcomputer en zag dat deze 150 km/h aan gaf. Ik zag dat het raam van de bijrijdersportier open stond. Ik kon toen goed de Audi in kijken. Ik zag dat er op dat moment niemand achterin de Audi zat. [16]
Op de Rijksweg A12 zag ik dat de Audi meerdere keren met hoge snelheid over de vluchtstrook andere weggebruikers in haalde. Ik zag dat dit met zeer hoge snelheden ging en met een piek van 190 km/h. Ik zag dat de Audi vervolgens weer terugstuurde naar links. Ik zag dat dit een abrupte beweging was. Ik zag de Audi in mijn spiegel van rechts naar links schieten. Direct daarop zag ik dat de Audi om zijn as draaien en tegen de vangrails komen.
Ik zag dat collega's het linkerachterportier openden en daar een man uit de auto haalden. Ik zag dat deze man een groene jas droeg. [17] Ik herkende deze jas als de jas die de bestuurder van de Audi droeg toen hij eerder 2 keer voor mij langs kwam rijden in Veenendaal. Ik zag dat er geen persoon meer op de bestuurdersstoel zat. Ik zag dat er een tweede man in de Audi lag. Ik zag dat deze man in het zwart gekleed was. Ik zag op de achterbank een tas liggen. Ik opende deze tas en zag dat er laptops in lagen.
Tijdens het gesprek in de Audi met de man op de bijrijdersstoel heb ik van hem een foto gemaakt. Dit betreft afbeelding 13 en 14. De bestuurder die uiteindelijk van de achterbank van de Audi is gehaald is door collega's gefotografeerd. Dit betreft afbeelding 3.
Verdachte: [verdachte] , [voornaam 1]
Verdachte: [medeverdachte 1] , [voornaam 2] [18]
Het fotoblad als bijlage bij het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 2]
Opmerking rechtbank: op afbeelding 17 en 18 is te zien dat medeverdachte [medeverdachte 2] bij zijn aanhouding een wit shirt aan had. Ook is een zwart jasje te zien. [19]
Op afbeelding 14 is te zien dat medeverdachte [medeverdachte 1] een zwart shirt en een zwarte joggingbroek met witte streep aan had. [20]
Op afbeelding 3 is te zien dat verdachte [verdachte] een groene jas aan had. [21]
Onderzoek naar het signalement van de verdachten
Uit de opgevraagde beelden van Q-park is te zien dat de zwarte Audi Q2 voorzien van het kenteken [kenteken 2] op 13-07-2023 omstreeks 20:13 uur de parkeergarage van Q-Park [locatie 2] , aan de [adres 2] te [plaats 2] , in rijdt. De bestuurder draagt een wit shirt en zwart jasje met lichte streep. Verdachte [medeverdachte 2] draagt een wit shirt. Een kledingfoto is gemaakt in de ophoudruimte. Hij droeg over het witte shirt een zwart jasje met lichte bies. [22]
Onderzoek aan de Audi Q2
Op 14 juli 2023 deed ik onderzoek naar de Audi Q2 waarin verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1] werden aangehouden. Er lag een (laptop)tas van het merk Samsonite. De Samsonite tas heb ik doorzocht, daarin trof ik een vijftal laptops aan. [23]
Onderzoek aan de aangetroffen laptops
Op 14 juli 2023 deed ik onderzoek naar de vijf in beslaggenomen laptops afkomstig uit een Samsonite rugzak uit de Audi Q2. Ik zag op het startscherm van de Apple laptops direct een persoon vermeld staan zijnde de gebruiker dan wel eigenaar, te weten: [aangever 1] en [aangever 5] . Op de Dell laptops zag ik dat deze allen hetzelfde startscherm hadden, te weten: Christelijk Onderwijs Groep. Het inlogscherm toonde de eigenaar/gebruiker ervan, te weten: [aangever 2] , [aangever 4] en [aangever 3] . [24]
De bevindingen van verbalisant [verbalisant 3]
Verkeersovertredingen / gevaarlijk rijgedrag binnen de bebouwde kom
Op 13 juli 2023 in Veenendaal werd ik verzocht uit te kijken naar een Audi Q2 met kenteken [kenteken 2] . [25] Ik zag dat de Audi met hoge snelheid reed. Ter plaatse in de gemeente Veenendaal geldt een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur. Ik zag dat de gemiddelde snelheid 120 kilometer per uur bedroeg. Ik zag dat verdachte meerdere uitritten en zijstraten, ook op de weghelft voor tegemoet komend verkeer, voorbij reed. Bij een eventuele aanrijding met een voertuig in de flank, of fietser dan wel voetganger zijn de overlevingskansen met dergelijke snelheden nihil.
Verkeersovertredingen / gevaarlijk rijgedrag buiten de bebouwde komIk zag dat de Audi de kruising naderde Kerkewijk/Cuneraweg. Ik zag dat de Audi daar bijna in aanrijding kwam met een voor hem rijdende personenauto die linksaf sloeg. [26] Op de Rondweg-Oost geldt een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur. Ik zag dat de Audi aldaar een piek snelheid reed van 161 kilometer per uur. Ik zag dat verdachte in de Audi naar links stuurde en mij afsneed/blokte om te verhinderen dat ik voor hem zou komen te rijden. Na de rotonde met de Smalle Zijde bestaat de rijbaan uit 2x2 rijstroken. Opnieuw verhinderde verdachte dat door in het midden van de 2 rijstroken te rijden en mij af te snijden/blokken op het moment dat probeerde in te halen. Gezien de snelheid waar verdachte mee reed, ruim 100 kilometer per uur, zou een frontale aanrijding dodelijk zijn of zeer ernstig letsel veroorzaken.
Verkeersovertredingen / gevaarlijk rijgedrag op de autosnelwegOp de Rijksweg A12 gold op dat moment een maximumsnelheid van 130 kilometer per uur. [27] Ik zag dat verdachte voortdurend de Audi naar de vluchtstrook stuurde en daar met hoge snelheid voertuigen rechts inhaalde. De snelheden die gereden werden lagen voortdurende tussen de 170 en 190 geijkte kilometer per uur. Ik zag vervolgens dat hij trachtte om het voorste begeleidingsvoertuig in te halen over de vluchtstrook. Vervolgens zag ik dat de verdachte een stuurbeweging maakte van de invoegstrook naar rijstrook 1, dit terwijl collega Vaarkamp daar reed. Ik zag vervolgens dat de verdachte met de linkerachterzijde van de Audi de rechtervoorzijde van het dienstvoertuig van collega Vaarkamp raakte. Ik zag vervolgens dat de Audi hierdoor om zijn as draaide en vervolgens werd aangereden door een dienstvoertuig.
Herkenning verdachte als bestuurderIk heb verdachte [verdachte] 100% herkend als de bestuurder. Ik heb voor de achtervolging in Veenendaal oogcontact met hem gehad en tijdens de achtervolging op de A12 meerdere keren naast hem gereden. Tevens is hij op de beelden van de achtercamera van het videovoertuig 100% te zien als de bestuurder van de Audi. [28]
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat verdachte:
1. subsidiair)
op 13 juli 2023 te Veenendaal, tezamen en in vereniging met anderen, meerdere laptops voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
2 ( primair)
op 13 juli 2023 te Veenendaal tezamen en in vereniging met anderen uit een voertuig, kenteken [kenteken 1] , een rugtas met inhoud, te weten een laptop, toebehorende aan [aangever 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
3 ( primair)
op 13 juli 2023 te Veenendaal, als bestuurder van een voertuig (Audi Q2 met kenteken [kenteken 2] ), daarmee rijdende op de weg, Cuneraweg, Rondweg-Oost en Rijksweg A12, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door (tijdens een achtervolging)
- binnen de bebouwde kom met een snelheid van ongeveer 120 kilometer per uur te rijden, en
- op de Rondweg-Oost met een snelheid van ongeveer 150 kilometer per uur te rijden, en daarbij zigzaggend over deze rondweg te rijden (zodat de achtervolgende politie het voertuig niet kan inhalen), en
- op de Rijksweg A12 met een snelheid van ongeveer 190 kilometer per uur te rijden, en met deze snelheid zigzaggend over de A12 andere weggebruikers in te halen en daarbij tevens over de vluchtstrook te rijden, en
- bij een inhaalpoging tegen een politievoertuig en de vangrail aan te rijden,
door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar voor anderen te duchten was.
Het overige wat in de beschuldiging staat kan niet bewezen worden. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De taal- en/of schrijffouten die in de tekst van de beschuldiging voorkomen zijn in de bewezenverklaring verbeterd. Dit benadeelt de verdachte niet.

4.Kwalificatie en strafbaarheid

5.1
KwalificatieDe bewezen feiten leveren de volgende strafbare feiten op:
feit 1 subsidiair: medeplegen van opzetheling, meermalen gepleegd;
feit 2 primair: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 3 primair: overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994.
5.2
Strafbaarheid feiten en verdachteDe feiten en de verdachte zijn strafbaar.

5.De straf

5.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie eist dat de verdachte wordt veroordeeld tot:
- een rijontzegging van 12 maanden voor feit 3 primair;
- schuldigverklaring zonder strafoplegging (artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht) voor feit 1 subsidiair en feit 2 primair.
5.2.
Het standpunt van de verdediging
De advocaat van de verdachte heeft de rechtbank verzocht er rekening mee te houden dat de verdachte op 13 juli 2023 door deze zaak zijn rijbewijs heeft moeten inleveren en dat hij zijn rijbewijs nog niet terug heeft. De advocaat ziet daarom geen reden om nog een rijontzegging op te leggen. Daarnaast heeft de advocaat verzocht rekening te houden met het tijdsverloop en met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. De advocaat heeft verzocht een straf op te leggen waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het voorarrest, met daarnaast een werkstraf.
5.3.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder de verdachte deze feiten heeft gepleegd. Ook heeft de rechtbank gekeken naar het strafblad van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan diefstal van een laptop uit een auto door een autoraam in te slaan. Ook hebben zij zich schuldig gemaakt aan opzetheling van vier laptops. Dit soort feiten zorgt voor overlast en schade. Door zo te handelen heeft de verdachte er blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke eigendommen van anderen. Hij was alleen uit op eigen financieel gewin. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
Om vervolgens aan de politie te ontkomen heeft de verdachte met een zeer hoge snelheid gereden, waarbij hij met die hoge snelheid over kruisingen en langs fietsers- en voetgangersoversteekplaatsen is gereden. Hiermee heeft de verdachte een groot risico genomen voor zijn medeweggebruikers, waaronder de politie die hem in het kader van hun wettelijke taak achtervolgde. Het is een wonder dat er geen slachtoffers zijn gevallen. Dat dat niet is gebeurd, is niet aan de verdachte te danken, maar aan de oplettendheid van andere weggebruikers. De rechtbank zal dit feit bij de strafoplegging dan ook zwaar meewegen.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft gekeken naar het strafblad van de verdachte van 12 juni 2025. Daaruit blijkt dat de verdachte sinds juni 2022 in totaal al zes keer eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Daarbij zijn steeds gevangenisstraffen opgelegd.
De op te leggen straf
Om in vergelijkbare zaken zoveel mogelijk gelijk te straffen, werken strafrechters met landelijke oriëntatiepunten. Deze zijn gebaseerd op opgelegde straffen in andere, vergelijkbare zaken. Het oriëntatiepunt voor meerderjarigen voor diefstal uit een auto, waarbij sprake is van recidive, is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken. In het geval van veelvuldige recidive is het oriëntatiepunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden. Voor opzetheling en voor overtreding van artikel 5a WVW bestaan geen landelijke oriëntatiepunten.
In het voordeel van de verdachte houdt de rechtbank er rekening mee dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. Dat betekent dat de verdachte tussen de pleegdatum en dit vonnis voor een ander feit is veroordeeld, en de feiten die in de onderhavige zaak aan de orde zijn daarbij hadden kunnen worden meegenomen. Ook houdt de rechtbank rekening met het tijdsverloop. Sinds het plegen van de feiten is bijna twee jaar verstreken.
Gelet op de ernst van de feiten en op de veelvuldige recidive vindt de rechtbank het niet passend om, zoals de officier van justitie heeft geëist, geen straf op te leggen voor de diefstal en de opzetheling. Daarom zal de rechtbank afwijken van de eis van de officier van justitie. Alles afwegende oordeelt de rechtbank dat het nodig is dat aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen van 96 dagen waarvan de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht wordt afgetrokken. Van de gevangenisstraf worden dus 90 dagen voorwaardelijk opgelegd, als stok achter de deur.
Omdat de eerder opgelegde gevangenisstraffen de verdachte er niet van hebben weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen, zal de rechtbank daarnaast een taakstraf van 90 uur opleggen. Als de verdachte de taakstraf niet (goed) uitvoert, wordt de straf vervangen door 45 dagen hechtenis.
Voor het waarborgen van de verkeersveiligheid zal de rechtbank tot slot voor feit 3 een rijontzegging van 12 maanden opleggen. Vanwege de ernst van het feit ziet de rechtbank geen reden om af te zien van de oplegging van een rijontzegging, zoals de advocaat heeft bepleit.

6.In beslag genomen voorwerpen

6.1.
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Onder de verdachte is hasj in beslag genomen. De officier van justitie heeft verzocht de hasj te onttrekken aan het verkeer. De advocaat heeft geen standpunt ingenomen over het beslag.
6.2.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslag genomen hasj onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is namelijk van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. De hasj is gevonden tijdens het onderzoek naar het feit dat de verdachte heeft gepleegd.
7 Vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf
7.1.
De eerdere veroordeling
De politierechter van deze rechtbank heeft aan de verdachte in de zaak met parketnummer 96/217852-19 op 20 december 2019 de volgende voorwaardelijke straffen opgelegd:
  • een geldboete van € 400,00;
  • een geldboete van € 400,00;
  • een rijontzegging van 6 maanden.
7.2.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat de aan de verdachte voorwaardelijk opgelegde straf ten uitvoer gelegd moet worden. Volgens de officier van justitie heeft de verdachte zich niet gehouden aan de algemene voorwaarde dat hij zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig mag maken aan een strafbaar feit.
7.3.
Het standpunt van de verdediging
De advocaat van de verdachte heeft verzocht de vordering voor wat betreft de rijontzegging af te wijzen, omdat de verdachte al lange tijd niet over zijn rijbewijs beschikt en dat volgens de advocaat feitelijk kan worden gelijkgesteld met een ontzegging. Voor wat betreft de geldboete heeft de advocaat de beslissing over de vordering aan de rechtbank overgelaten.
7.4.
Het oordeel van de rechtbank
De verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten. Om die reden beslist de rechtbank dat de voorwaardelijk opgelegde geldboetes en de rijontzegging alsnog ten uitvoer zullen worden gelegd.

8.Toegepaste wetsartikelen

De opgelegde straf en de beslissing op het beslag zijn gebaseerd op de volgende wetsartikelen:
  • artikel 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36d, 47, 57, 63, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht;
  • artikel 5a, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.Beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 1 primair en feit 4 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 subsidiair, feit 2 primair en feit 3 primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in paragraaf 3.4 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder feit 1 subsidiair, feit 2 primair en feit 3 primair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in paragraaf 5.1 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging gevangenisstraf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 96 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van 90 dagen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van twee (2) jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Oplegging taakstraf
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 90 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 45 dagen hechtenis;
Oplegging rijontzegging
-
ontzegt verdachteter zake van het onder feit 3 primair bewezen verklaarde
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp onttrokken aan het verkeer: 1 STK Hashish (PL0900-2023212978-3193834);
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 96/217852-19
-
wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland bij vonnis van 20 december 2019 opgelegde voorwaardelijke:
  • geldboete van € 400,00;
  • geldboete van € 400,00;
  • ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Edgar, voorzitter, mrs. L.L. Veendrick en G.K.L. de Wijkerslooth de Weerdesteijn, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Broere, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 juli 2025.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 13 juli 2023 te Veenendaal tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- uit een voertuig, kenteken [kenteken 3] , een laptoptas met inhoud, te weten een laptop, toetsenbord, muis, airpods, beveiligingsdruppel en een laptopstandaard, althans enig goed, toebehorende aan [aangever 1] en/of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- uit een voertuig, kenteken [kenteken 4] :
een laptop, een voedingskabel en een toegangspas, toebehorende aan [aangever 2] en/of Stichting Christelijke Onderwijsgroep Vallei en/of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of een laptoptas met inhoud, te weten een laptop en een keycard, toebehorende aan [aangever 3] en/of Stichting Christelijke Onderwijsgroep Vallei en/of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of een laptop en een Samsung telefoon, toebehorende aan [aangever 4] en/of Stichting Christelijke Onderwijsgroep Vallei en/of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 juli 2023 te Veenendaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere laptop(s) met daarbij behorende tas(sen), telefoon, toetsenbord, muis, beveiligingsdruppel, airpods, laptopstandaard, voedingskabel van een laptop en/of een of meerdere toegangspas(sen), althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 13 juli 2023 te Veenendaal tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een voertuig, kenteken [kenteken 1] , een rugtas met inhoud, te weten een laptop, toebehorende aan [aangever 5] en/of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 juli 2023 te Veenendaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een laptoptas en/of een laptop, althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 13 juli 2023 te Veenendaal, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (Audi Q2 met kenteken [kenteken 2] ), daarmee rijdende op de weg, Cuneraweg, Rondweg-Oost en/of Rijksweg A12, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door (tijdens een achtervolging)
- binnen de bebouwde kom met en snelheid van ongeveer 120 kilometer per uur te rijden, althans met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 50 kilometer per uur, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, en/of
- Op de Rondweg-Oost met een snelheid van ongeveer 150 kilometer per uur te rijden, althans met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 80 kilometer per uur, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of daarbij zigzaggend over deze rondweg te rijden (zodat de achtervolgende politie het voertuig niet kan inhalen), en/of
- Op de Rijksweg A12 met een snelheid van ongeveer 190 kilometer per uur te rijden, althans met een (aanzienlijk) hogere sneheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 130 kilometer per uur, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of met deze snelheid zigzaggend over de A12 andere weggebruikers in te halen en daarbij tevens over de vluchstrook te rijden, en/of
- bij een inhaalpoging tegen een politievoertuig en de vangrail aan te rijden, door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
( art 5a lid 1 Wegenverkeerswet 1994 )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 juli 2023 te Veenendaal, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (Audi Q2 met kenteken [kenteken 2] ), daarmee rijdende op de weg, Cuneraweg, Rondweg-Oost en/of Rijksweg A12, door (tijdens een achtervolging)
- binnen de bebouwde kom met en snelheid van ongeveer 120 kilometer per uur te rijden, althans met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 50 kilometer per uur, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, en/of
- Op de Rondweg-Oost met een snelheid van ongeveer 150 kilometer per uur te rijden, althans met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 80 kilometer per uur, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of daarbij zigzaggend over deze rondweg te rijden (zodat de achtervolgende politie het voertuig niet kan inhalen), en/of
- Op de Rijksweg A12 met een snelheid van ongeveer 190 kilometer per uur te rijden, althans met een (aanzienlijk) hogere sneheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 130 kilometer per uur, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of met deze snelheid zigzaggend over de A12 andere weggebruikers in te halen en daarbij tevens over de vluchstrook te rijden, en/of
- bij een inhaalpoging tegen een politievoertuig en de vangrail aan te rijden, welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
( art 5 Wegenverkeerswet 1994 )
4
hij op of omstreeks 13 juli 2023 te Veenendaal, in elk geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een auto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of van een daartoe bij regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen en/of geen medewerking daaraan heeft verleend;
( art 163 lid 6 Wegenverkeerswet 1994 )

Voetnoten

2.De aangifte door [aangever 1] op 13 juli 2023, pagina 18.
3.De aangifte door [aangever 3] op 14 juli 2023, pagina 25.
4.De aangifte door [aangever 4] op 14 juli 2023, pagina 28.
5.De aangifte door [aangever 2] op 14 juli 2023, pagina 35.
6.Idem, pagina 36.
7.De aangifte door [aangever 5] op 14 juli 2023, pagina 31.
8.Een proces-verbaal van bevindingen van 18 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , pagina 164.
9.Idem, pagina 167.
10.Idem, pagina 168.
11.Een proces-verbaal uitkijken camerabeelden van 18 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , pagina 179.
12.Idem, pagina 181.
13.Een proces-verbaal van bevindingen van 14 juli 2023, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] , pagina 78.
14.Idem, pagina 79.
15.Een proces-verbaal van bevindingen van 14 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , pagina 43.
16.Idem, pagina 44.
17.Idem, pagina 45.
18.Idem, pagina 46.
19.Afbeelding 17 en 18, bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen van 14 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , pagina’s 65 en 66.
20.Idem, pagina 62.
21.Idem, pagina 51.
22.Een proces-verbaal van bevindingen van 18 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , pagina 188.
23.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] , pagina 104.
24.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] , pagina 140.
25.Een proces-verbaal van bevindingen van 25 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , pagina 11.
26.Idem, pagina 12.
27.Idem, pagina 13.
28.Idem, pagina 14.