3.3.Het oordeel van de rechtbank
De verdachte zal worden vrijgesproken van feit 1 primair en feit 4. Wel is bewezen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan feit 1 subsidiair, feit 2 primair en feit 3 primair. De rechtbank zal dat hierna uitleggen.
Vrijspraak van feit 1 primair (medeplegen diefstal uit twee auto’s)
Onder feit 1 primair wordt de verdachte ervan beschuldigd dat hij samen met zijn medeverdachten de laptops (met toebehoren) van vier personen uit twee auto’s in een parkeergarage in Veenendaal heeft gestolen. Het gaat om een laptop van [aangever 1] die in zijn eigen auto lag en om de laptops van [aangever 2] , [aangever 3] en [aangever 4] die eveneens in de auto van [aangever 2] lagen. Op 13 juli 2023 rond 20:47 uur, een paar uur na de diefstallen, is de verdachte samen met zijn medeverdachte [medeverdachte 1] in een Audi Q2 (hierna: ‘
de Audi’) aangehouden. In die Audi zijn de vier gestolen laptops van de aangevers gevonden. Hoewel dit een sterke verdenking van betrokkenheid bij de diefstal rechtvaardigt, is het enkele voorhanden hebben van deze gestolen laptops kort na de diefstal hiervan niet zonder meer voldoende om tot een bewezenverklaring van de diefstal te kunnen komen. Daarvoor is meer nodig, en de rechtbank komt tot het oordeel dat daarvoor onvoldoende bewijs aanwezig is. Daarbij zijn de volgende omstandigheden meegewogen.
Er zijn geen getuigen van de diefstal en de diefstal is ook niet op camerabeelden te zien. De toedracht rondom de diefstal is daardoor onbekend. De aangiftes van [aangever 2] , [aangever 3] en [aangever 4] geven daarnaast geen uitsluitsel over de garage waarin de auto van [aangever 2] is geparkeerd (in Q-Park [locatie 1] of in Q-Park [locatie 2] ) en op welk tijdstip deze auto in één van die beide garages is geparkeerd. Zo verklaart [aangever 2] dat hij zijn auto heeft geparkeerd in Q-Park Passage [locatie 2] terwijl [aangever 3] en [aangever 4] – wiens laptops dus in de auto van [aangever 2] lagen – het over Q-Park Passage hebben. Volgens [aangever 2] en [aangever 3] is er om 17.30 uur geparkeerd terwijl [aangever 4] het heeft over 18.40 uur. Daar komt bij dat op de camerabeelden alleen te zien is dat de Audi om 18:06 uur parkeergarage [locatie 1] inrijdt en om 18:38 uur met twee inzittenden deze garage weer uitrijdt. Om 18.40 rijdt de Audi parkeergarage [locatie 2] in en zitten er minimaal twee personen in de auto. Hoewel vaststaat dat de Audi werd gehuurd door de verdachte, kan op basis van de camerabeelden geen herkenning worden gemaakt en kan dus ook niet worden vastgesteld dat de verdachte op voornoemd(e) tijdstip(pen) al in de Audi zat. Die twijfel wordt versterkt door de bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , waaruit blijkt dat er die avond meermalen van inzittenden of plek in de Audi is gewisseld. Gelet op deze omstandigheden tezamen kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten degenen zijn geweest die de laptops hebben gestolen. De verdachte wordt daarom vrijgesproken van de diefstallen uit de twee auto’s (feit 1 primair).
Veroordeling voor feit 1 subsidiair (medeplegen opzetheling)
De rechtbank komt wel tot een bewezenverklaring van het medeplegen van opzetheling. Uit de camerabeelden blijkt dat de verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op de avond van 13 juli 2023 allemaal op enig moment in de Audi hebben gezeten waarin de gestolen laptops zijn gevonden. De drie verdachten hebben daarom op enig moment allemaal kunnen beschikken over de gestolen laptops. De verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] zijn rond 20:47 uur in de Audi aangehouden, nadat deze met hoge snelheid wegreed toen een politieagent de Audi benaderde. De diefstallen hebben maar enkele uren daarvoor plaatsgevonden en de politie heeft vanaf het moment dat de Audi die avond voor de tweede maal Q-Park [locatie 2] uitrijdt (20.28 uur) bijna continue zicht op de Audi. De verdachten hebben daarnaast geen aannemelijke verklaring gegeven voor het voorhanden hebben van de gestolen laptops. Al deze omstandigheden samen maken dat de rechtbank tot het oordeel komt dat het niet anders kan dan dat de verdachte en zijn medeverdachten hebben geweten dat de laptops in de Audi van diefstal afkomstig waren. Dat betekent dat de verdachten zich samen schuldig hebben gemaakt aan opzetheling.
Veroordeling voor feit 2 primair (medeplegen diefstal uit een auto)
[aangever 5] heeft zijn auto op 13 juli 2023 om 20:10 uur geparkeerd in de garage [locatie 2] in Veenendaal. Om 21:15 uur diezelfde avond komt hij er achter dat zijn tas met laptop is gestolen. Op de camerabeelden is te zien dat de Audi op 13 juli 2023 tussen 20:13 uur en 20:28 uur in [locatie 2] is geweest. Om 20:13 uur is medeverdachte [medeverdachte 2] als bestuurder herkend. Kort nadat de Audi de garage weer verliet (om 20.28 uur), is verdachte [verdachte] als bestuurder herkend (om 20.31 uur). Slechts een paar minuten later wordt [medeverdachte 2] bij de Audi aangetroffen met een gebruikte ruitentikker. Daarna is de politie een achtervolging gestart, waarbij [verdachte] heeft geprobeerd de achtervolgende agenten af te schudden. Na de aanhouding van [verdachte] en [medeverdachte 1] in de Audi, bleek dat de gestolen laptop van [aangever 5] in de Audi lag. De verdachten hebben geen (aannemelijke) verklaring gegeven voor het voorhanden hebben van die laptop.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij zich samen met zijn medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van deze diefstal met braak. Bij de beoordeling of sprake is geweest van medeplegen, ligt het accent op de samenwerking en minder op de vraag wie de feitelijke handelingen van de inbraak in de auto en het wegnemen van de laptop heeft gepleegd. In deze zaak kan met betrekking tot de toedracht van de diefstal niet direct worden vastgesteld dat deze door de drie verdachten is begaan. Tegelijkertijd is sprake van een kort tijdsbestek tussen deze diefstal en het aantreffen van de goederen in de auto waarin de [verdachte] en [medeverdachte 1] zich bevonden, is [medeverdachte 2] bij deze auto aangetroffen met een ruitentikker en is de auto vanaf dat moment achtervolgd en derhalve niet meer uit het zicht geweest van de politie. Een aannemelijke verklaring hierover van de verdachten is uitgebleven. Er zijn dus geen contra-indicaties met betrekking tot het medeplegen door de verdachten. Daarom komt de rechtbank tot het oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van de diefstal uit de auto van [aangever 5] .
Veroordeling voor feit 3 (gevaarlijk rijgedrag ex artikel 5a WVW)
Tijdens de hiervoor genoemde achtervolging door de politie heeft de verdachte meerdere verkeersregels in ernstige mate overtreden. Hij heeft op verschillende wegen met een veel te hoge snelheid en ook zigzaggend gereden, zodat de politie hem niet kon inhalen. Uit het dossier blijkt dat tegenliggers voor de verdachte moesten uitwijken om een aanrijding te voorkomen. De verdachte heeft onder andere binnen de bebouwde kom met een gemiddelde snelheid van 120 kilometer per uur langs fietsers- en voetgangersoversteekplaatsen gereden. Daarmee heeft hij een enorm risico genomen. In het proces-verbaal staat beschreven dat de overlevingskansen bijna nihil waren geweest als de verdachte met deze snelheid een andere weggebruiker zou hebben aangereden. Ook gedurende de achtervolging op de snelweg heeft verdachte meerdere verkeersregels overtreden, waaronder het rijden over de vluchtstrook en het rijden met een snelheid van 190 kilometer per uur. Omdat de verdachte al deze verkeersovertredingen heeft gemaakt met het doel om te ontkomen aan de politie, komt de rechtbank tot het oordeel dat de verdachte opzet heeft gehad op het overtreden van de verkeersregels. Dat betekent dat is bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet (WVW).
Tot slot is aan de verdachte ten laste gelegd dat hij na zijn aanhouding op 13 juli 2023 niet heeft meegewerkt aan een bloedonderzoek (feit 4). Met de officier van justitie en de advocaat is de rechtbank van oordeel dat de verdachte moet worden vrijgesproken van dit feit, omdat hiervoor, nu relevante stukken in het dossier ontbreken, onvoldoende bewijs is.
Het gebruik van de bewijsmiddelen
Er zijn meerdere feiten bewezen verklaard. De bewijsmiddelen worden alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De aangifte door [aangever 1]
Op 13 juli 2023 omstreeks 17:00 uur parkeerde ik mijn auto in de parkeergarage van de Q-Park in Veenendaal. Toen ik rond 19:15 uur terug kwam bij de auto zag ik dat mijn linkerachterraam was ingeslagen. Uit mijn auto zijn gestolen: laptop Apple iMac.
De aangifte door [aangever 3] op 14 juli 2023
Gisteravond is mijn werklaptop gestolen uit de auto van een collega. De auto stond geparkeerd in een Q-Park in Veenendaal tussen 17:30 en 19:15. De achterruit was ingeslagen.
De aangifte door [aangever 4]
Pleegdatum: 13 juli 2023
Ik ging met collega’s met een auto naar Veenendaal, wij hebben rond 18:40 in de parkeergarage geparkeerd en toen wij rond 19:20 terug liepen naar de auto, was de achterruit van de auto van mijn collega helemaal kapot geslagen. Hieronder de lijst van door mij ingevoerde goederen: laptop.
De aangifte door [aangever 2]
Pleegdatum: 13 juli 2023
Ik heb de auto geparkeerd in een Q-Park garage in Veenendaal, aankomsttijd rond 17.30 uur - terugkomst rond 19.15 uur. Bij de hele achterkant van de auto lagen glasstukjes. Hieronder de lijst van door mij ingevoerde goederen:werklaptop.
De aangifte door [aangever 5]
Hierbij doe ik aangifte van diefstal uit mijn voertuig voorzien van kenteken [kenteken 1] . Op 13 juli omstreeks 20:10 uur had ik mijn voertuig geparkeerd in de parkeergarage van Q-Park aan de [adres 2] te [plaats 2] bij [locatie 2] . Diezelfde dag omstreeks 21:15 uur zag dat het linkerachterraam kapot op de grond lag. Ik had op de achterbank aan de bestuurderszijde een blauwe rugtas neergelegd, waar een laptop in zat. Ik zag dat de rugtas was verdwenen.
De camerabeelden van parkeergarage Q-Park in Ede
13-07-2023
19:41: ik zie dat er een Audi Q2 met kenteken [kenteken 2] aan komt rijden bij de slagboom.
Ik zie dat er 1 manspersoon voor in het voertuig zit.
19:57: Ik zie dat er een getinte man met zwart kort haar, een zwart T-shirt, zwarte joggingbroek met witte streep richting de auto loopt. Ik zag dat het signalement van de man overeenkomt met het signalement van de verdachte die is aangehouden (
de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 1] ).
Ik zie dat hij linksachter in de auto stapt.ik zie dat de slagboom opengaat en dat de Audi wegrijdt.
De camerabeelden van parkeergarage [locatie 2] , [adres 2]
De beelden zijn opgenomen op 13 juli 2023. Het gaat om een Audi, kenteken [kenteken 2] .
Ik zie om 20:13 uur het voertuig weer de parkeergarage inrijden.
Ik zie dat de bestuurder een zonnebril draagt,een wit shirt aan heeft en daaroverheen een zwart jasje aan heeft.
Ik zie dat diezelfde dag het voertuig om 20:28 uur de parkeergarage verlaat.
De aanhouding van medeverdachte [medeverdachte 2]
Op 13 juli 2023 meldden collega's dat zij bezig waren met een onderzoek naar de inbraken in de Q-Parks en dat zij een voertuig op het oog hadden wat daarbij betrokken zou zijn. Het kenteken van het betrokken voertuig was de [kenteken 2] , het betrof een Audi.Nabij het station van Veenendaal hoorden wij dat de Audi rechtsaf sloeg en vervolgens direct linksaf sloeg richting de parkeerplaats van het station. We zagen de Audi in de bocht stil staan. Aan de bijrijderszijde, bij het achterportier welke open stond, zagen we een manspersoon staan. De verdachte betrof [medeverdachte 2] . Ik zag dat hij een ruitentikker op de grond legde. Ik zag dat de ruitentikker beschadigd was.
De aanhouding van de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1]
Op 13 juli 2023 was ik bezig met het verzamelen van informatie omtrent een Audi Q2. Omstreeks 20:32 uur stond ik voor de verkeerslichten te Veenendaal. Ik zag dat er drie mannen in de Audi zaten. Ik zag dat er twee mannen voor in de Audi zaten en één man achterin zat, achter de bijrijder. Ik zag dat de bestuurder een groene jas droeg. Ik zag dat de andere twee mannen in de auto zwarte bovenkleding droegen.
Ik zag dat de Audi zijn snelheid verhoogde. Ik zag op mijn boordcomputer dat de Audi 120 kilometer per uur reed binnen de bebouwde kom waar een maximumsnelheid van 50 km/h toegestaan is. Ik zag dat de Audi en de andere weggebruiker elkaar op een haar na niet raakten omdat de andere weggebruiker hard remde en zo een aanrijding voorkwam. Op de Cuneraweg zag ik dat de Audi weer zijn snelheid verhoogde. Ik zag dat hij andere weggebruikers inhaalde en dat verschillende tegenliggers moesten uitwijken om een aanrijding te voorkomen. Ik zag enkele van deze tegenliggers de berm in rijden om een aanrijding te voorkomen.
Ik zag dat hij linksaf sloeg de Rondweg-Oost op richting de Rijksweg A12. Ik zag dat collega [verbalisant 3] op de Rondweg-Oost de Audi probeerde in te halen. Ik zag dat de Audi een stuurbeweging maakte naar links en op de andere weghelft kwam en collega [verbalisant 3] de weg versperde. Ik zag dat de Audi meerdere keren deze actie maakte en bewust bezig was om te voorkomen dat collega [verbalisant 3] voor hem kon komen. Ik keek op dat moment op mijn boordcomputer en zag dat deze 150 km/h aan gaf. Ik zag dat het raam van de bijrijdersportier open stond. Ik kon toen goed de Audi in kijken. Ik zag dat er op dat moment niemand achterin de Audi zat.
Op de Rijksweg A12 zag ik dat de Audi meerdere keren met hoge snelheid over de vluchtstrook andere weggebruikers in haalde. Ik zag dat dit met zeer hoge snelheden ging en met een piek van 190 km/h. Ik zag dat de Audi vervolgens weer terugstuurde naar links. Ik zag dat dit een abrupte beweging was. Ik zag de Audi in mijn spiegel van rechts naar links schieten. Direct daarop zag ik dat de Audi om zijn as draaien en tegen de vangrails komen.
Ik zag dat collega's het linkerachterportier openden en daar een man uit de auto haalden. Ik zag dat deze man een groene jas droeg.Ik herkende deze jas als de jas die de bestuurder van de Audi droeg toen hij eerder 2 keer voor mij langs kwam rijden in Veenendaal. Ik zag dat er geen persoon meer op de bestuurdersstoel zat. Ik zag dat er een tweede man in de Audi lag. Ik zag dat deze man in het zwart gekleed was. Ik zag op de achterbank een tas liggen. Ik opende deze tas en zag dat er laptops in lagen.
Tijdens het gesprek in de Audi met de man op de bijrijdersstoel heb ik van hem een foto gemaakt. Dit betreft afbeelding 13 en 14. De bestuurder die uiteindelijk van de achterbank van de Audi is gehaald is door collega's gefotografeerd. Dit betreft afbeelding 3.
Verdachte: [verdachte] , [voornaam 1]
Verdachte: [medeverdachte 1] , [voornaam 2]
Het fotoblad als bijlage bij het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 2]
Opmerking rechtbank: op afbeelding 17 en 18 is te zien dat medeverdachte [medeverdachte 2] bij zijn aanhouding een wit shirt aan had. Ook is een zwart jasje te zien.
Op afbeelding 14 is te zien dat medeverdachte [medeverdachte 1] een zwart shirt en een zwarte joggingbroek met witte streep aan had.
Op afbeelding 3 is te zien dat verdachte [verdachte] een groene jas aan had.
Onderzoek naar het signalement van de verdachten
Uit de opgevraagde beelden van Q-park is te zien dat de zwarte Audi Q2 voorzien van het kenteken [kenteken 2] op 13-07-2023 omstreeks 20:13 uur de parkeergarage van Q-Park [locatie 2] , aan de [adres 2] te [plaats 2] , in rijdt. De bestuurder draagt een wit shirt en zwart jasje met lichte streep. Verdachte [medeverdachte 2] draagt een wit shirt. Een kledingfoto is gemaakt in de ophoudruimte. Hij droeg over het witte shirt een zwart jasje met lichte bies.
Onderzoek aan de Audi Q2
Op 14 juli 2023 deed ik onderzoek naar de Audi Q2 waarin verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1] werden aangehouden. Er lag een (laptop)tas van het merk Samsonite. De Samsonite tas heb ik doorzocht, daarin trof ik een vijftal laptops aan.
Onderzoek aan de aangetroffen laptops
Op 14 juli 2023 deed ik onderzoek naar de vijf in beslaggenomen laptops afkomstig uit een Samsonite rugzak uit de Audi Q2. Ik zag op het startscherm van de Apple laptops direct een persoon vermeld staan zijnde de gebruiker dan wel eigenaar, te weten: [aangever 1] en [aangever 5] . Op de Dell laptops zag ik dat deze allen hetzelfde startscherm hadden, te weten: Christelijk Onderwijs Groep. Het inlogscherm toonde de eigenaar/gebruiker ervan, te weten: [aangever 2] , [aangever 4] en [aangever 3] .
De bevindingen van verbalisant [verbalisant 3]
Verkeersovertredingen / gevaarlijk rijgedrag binnen de bebouwde kom
Op 13 juli 2023 in Veenendaal werd ik verzocht uit te kijken naar een Audi Q2 met kenteken [kenteken 2] .Ik zag dat de Audi met hoge snelheid reed. Ter plaatse in de gemeente Veenendaal geldt een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur. Ik zag dat de gemiddelde snelheid 120 kilometer per uur bedroeg. Ik zag dat verdachte meerdere uitritten en zijstraten, ook op de weghelft voor tegemoet komend verkeer, voorbij reed. Bij een eventuele aanrijding met een voertuig in de flank, of fietser dan wel voetganger zijn de overlevingskansen met dergelijke snelheden nihil.
Verkeersovertredingen / gevaarlijk rijgedrag buiten de bebouwde komIk zag dat de Audi de kruising naderde Kerkewijk/Cuneraweg. Ik zag dat de Audi daar bijna in aanrijding kwam met een voor hem rijdende personenauto die linksaf sloeg.Op de Rondweg-Oost geldt een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur. Ik zag dat de Audi aldaar een piek snelheid reed van 161 kilometer per uur. Ik zag dat verdachte in de Audi naar links stuurde en mij afsneed/blokte om te verhinderen dat ik voor hem zou komen te rijden. Na de rotonde met de Smalle Zijde bestaat de rijbaan uit 2x2 rijstroken. Opnieuw verhinderde verdachte dat door in het midden van de 2 rijstroken te rijden en mij af te snijden/blokken op het moment dat probeerde in te halen. Gezien de snelheid waar verdachte mee reed, ruim 100 kilometer per uur, zou een frontale aanrijding dodelijk zijn of zeer ernstig letsel veroorzaken.
Verkeersovertredingen / gevaarlijk rijgedrag op de autosnelwegOp de Rijksweg A12 gold op dat moment een maximumsnelheid van 130 kilometer per uur.Ik zag dat verdachte voortdurend de Audi naar de vluchtstrook stuurde en daar met hoge snelheid voertuigen rechts inhaalde. De snelheden die gereden werden lagen voortdurende tussen de 170 en 190 geijkte kilometer per uur. Ik zag vervolgens dat hij trachtte om het voorste begeleidingsvoertuig in te halen over de vluchtstrook. Vervolgens zag ik dat de verdachte een stuurbeweging maakte van de invoegstrook naar rijstrook 1, dit terwijl collega Vaarkamp daar reed. Ik zag vervolgens dat de verdachte met de linkerachterzijde van de Audi de rechtervoorzijde van het dienstvoertuig van collega Vaarkamp raakte. Ik zag vervolgens dat de Audi hierdoor om zijn as draaide en vervolgens werd aangereden door een dienstvoertuig.
Herkenning verdachte als bestuurderIk heb verdachte [verdachte] 100% herkend als de bestuurder. Ik heb voor de achtervolging in Veenendaal oogcontact met hem gehad en tijdens de achtervolging op de A12 meerdere keren naast hem gereden. Tevens is hij op de beelden van de achtercamera van het videovoertuig 100% te zien als de bestuurder van de Audi.