Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam,
1.Het verdere verloop van de procedure
- de brief van de ouders van 11 juni 2025 met producties 1 t/m 5;
- de brief van de GI van 11 juni 2025.
- de vader met zijn advocaat;
- [A] , de directeur van de GI;
- [B] , de gebiedsmanager van de regio Utrecht van de GI;
2.De feiten
3.Het verzoek
Bij de eerdere beschikking heeft de kinderrechter de maatregelen voor de duur van drie maanden verlengd. Het oorspronkelijk verzoek hield in dat beide maatregelen voor de duur van zes maanden zouden worden toegewezen en voor het overige deel van zes maanden zouden worden aangehouden. De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.Het standpunt van de ouders
5.De beoordeling
Daarnaast had de Raad – kort gezegd – al vastgesteld dat:
- de GI niets heeft gedaan met de zorgen die de gezinshuisouders in december 2024 bij de GI kenbaar hebben gemaakt;
- anders dan tijdens de zitting in maart 2023 was aangegeven, er nog altijd een in- en doorstroomteam betrokken bleek te zijn in plaats van een vaste gezinsvoogd;
- na de perspectiefbepaling de focus bij de GI had moeten liggen op het onderzoeken van het afschalen naar het vrijwillig kader, dan wel het onderzoeken van de noodzaak tot het indienen van een verzoek tot onderzoek naar gezag beëindiging bij de Raad.
Ook de behandeling van [minderjarige] voor trauma- en gehechtsheidsproblematiek was nog steeds niet opgepakt. Om die reden heeft de kinderrechter voor de nieuwe zitting de directeur van de GI opgeroepen.
Er is per april 2025 een vaste jeugdbeschermer betrokken bij het gezin. Zij heeft het gezin aangemeld bij Het Opstapje voor het begeleiden van de omgang, om meer zicht te krijgen op de situatie wanneer [minderjarige] bij de ouders thuis is. Hiervoor zijn in overleg met de ouders en Het Opstapje doelen opgesteld. De ouders hebben inmiddels een kennismakingsgesprek gehad met [D] van Het Opstapje, die de omgang zal begeleiden en samen met de ouders zal werken aan de opgestelde doelen. Omdat vader heeft aangegeven dat het meekijken in de thuissituatie een grote stap voor de ouders is, is afgesproken dat de begeleiding rustig opgebouwd moet worden.
Verder heeft de GI met de ouders en de begeleidster vanuit Sherpa, die al bij de ouders thuis kwam, ook doelen opgesteld. De ouders geven aan dat zij een fijne samenwerkingsrelatie hebben met de begeleidster van Sherpa en dat zij ook mogelijk betrokken kan blijven als er afgeschaald kan worden naar het vrijwillige kader. Tussen de ouders en de begeleidster van Sherpa zijn gesprekken geweest over hoe de ouders hun rol als ouders op afstand zien. De GI zal samen met Sherpa, de ouders en de gezinshuisouders moeten onderzoeken wat ieders wens is in de samenwerking en wat er mogelijk is om de samenwerking tussen de ouders en de gezinshuisouders te verbeteren.
Ook is [minderjarige] begin juni gestart met psychomotorische therapie bij Stand-Up Zorg, die goed aansluit bij de grote behoefte van [minderjarige] aan bewegen. Het is ook een fijne laagdrempelige start van behandeling. [minderjarige] heeft namelijk nooit eerder een vorm van therapie of behandeling gevolgd. De GI wil pas na deze therapie diagnostiek laten uitvoeren, zodat er eerst gemonitord kan worden of er al ontwikkelingen zijn en er geen vertekend beeld ontstaat.
Aangezien er in een paar maanden tijd veel in gang is gezet, is het verstandig om nu de tijd te nemen om hiermee verder aan de slag te gaan en te zien wat dit allemaal gaat opleveren. Het heeft daarom geen zin om over drie maanden opnieuw een toetsingsmoment in te lassen. Ook de ouders zijn het daarmee eens. De kinderrechter zal daarom het resterende deel van het verzoek helemaal toewijzen.
De kinderrechter kan op grond van artikel 289 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een proceskostenveroordeling uitspreken. Daarvoor zoekt de kinderrechter aansluiting bij artikel 237 lid 1 Rv, die geldt in dagvaardingsprocedures.
Op grond daarvan kan de rechter de kosten die nodeloos worden aangewend of veroorzaakt, voor rekening laten van de partij die deze kosten aanwendde of veroorzaakte.
€ 570,00 die de ouders in deze verzoekschriftprocedure aan hun advocaat verschuldigd zijn.
6.De beslissing
(zegge: vijfhonderdzeventig euro);
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.