ECLI:NL:RBMNE:2025:3634

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 juli 2025
Publicatiedatum
21 juli 2025
Zaaknummer
16/100838-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging tot oplichting en medeplichtigheid aan poging tot oplichting in een strafzaak

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 juli 2025 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplegen van een poging tot oplichting en medeplichtigheid aan een poging tot oplichting. De tenlastelegging betrof een poging tot oplichting van twee benadeelden door het aanbieden van een gestolen Renault Clio en een Audi Q5 met valse documenten. Tijdens de zitting op 7 juli 2025 heeft de officier van justitie betoogd dat de verdachte medeplichtig was aan de poging tot oplichting, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voor een deel nietig was, met name het gedeelte dat betrekking had op de Audi Q5, omdat dit niet duidelijk was geformuleerd. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte, en dat de bijdrage van de verdachte aan de poging tot oplichting niet van voldoende gewicht was. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor opzet op de oplichting, en dat de verdachte niet wist dat de voertuigen gestolen waren of dat er sprake was van valse documenten. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke tenlastelegging en de vereisten voor medeplichtigheid in strafzaken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/100838-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 21 juli 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1997] te [geboorteplaats] ,
wonende [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 juli 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Drogt en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J.J.A.P. van Breukelen, advocaat te Arnhem, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair
op één of meer tijdstippen in de periode van 22 december 2020 tot en met 11 januari 2021 in Utrecht, Arnhem en/of Woerden, samen met een ander of anderen heeft geprobeerd om [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en/of een onbekend gebleven persoon op te lichten door aan [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en/of een onbekend gebleven persoon een voertuig (Renault Clio) te koop aan te bieden en te verkopen voor 10.400 euro terwijl dit voertuig was voorzien van een ander, niet bij dat voertuig behorend(e) VIN-nummer, kentekenplaat en/of kentekenbewijs;
subsidiair
aan het primair ten laste gelegde, de poging oplichting met betrekking tot de Renault Clio, medeplichtig is geweest, en medeplichtig is geweest aan oplichting met betrekking tot een Audi Q5.

3.GELDIGHEID VAN DE DAGVAARDING

3.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter zitting bepleit dat de dagvaarding nietig is voor wat betreft het subsidiair ten laste gelegde, omdat een deel van het subsidiair ten laste gelegde niet duidelijk is. Gedragingen die te maken hebben met de verkoop van de Audi Q5 en de Renault Clio worden door elkaar genoemd in de tenlastelegging, waardoor verdachte niet weet waartegen hij zich moet verdedigen.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie voert aan dat duidelijk is dat subsidiair medeplichtigheid ten
aanzien van de primair ten laste gelegde poging oplichting met betrekking tot de Renault Clio is ten laste gelegd, maar dat alles wat erna volgt over de Audi Q5 inderdaad niet duidelijk is en verdachte niet weet waartegen hij zich moet verdedigen. Dit zou moeten leiden tot partiële nietigheid van de dagvaarding voor het subsidiair ten laste gelegde (de rechtbank begrijpt: vanaf het gedachtestreepje met “een personenauto van het merk Audi type Q5”).
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt – net als de verdediging en de officier van justitie– dat in de dagvaarding het subsidiair tenlastegelegde dat ziet op de Audi Q5 niet duidelijk is. De officier heeft mogelijk ten laste willen leggen dat verdachte medeplichtig is aan de voltooide oplichting ten aanzien van de verkoop van een Audi Q5, maar nu door de bewoordingen in de tenlastelegging niet kan worden opgemaakt dat dit is ten laste gelegd is voor verdachte onvoldoende duidelijk waartegen hij zich moet verdedigen. Immers, uit de bewoordingen van de tenlastelegging valt slechts op te maken dat verdachte medeplichtigheid aan een poging oplichting met betrekking tot de Renault Clio wordt verweten. De rechtbank verklaart dan ook het gedeelte vanaf “een personenauto van het merk Audi type Q5” van de dagvaarding nietig.
De rechtbank is van oordeel dat het subsidiair ten laste gelegde over de medeplichtigheid aan de poging tot oplichting met betrekking tot de Renault Clio voldoende duidelijk is en voldoet aan de vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering.
3.4
Beantwoording van de voorvragen
Het voorgaande onder 3.3 brengt mee dat de dagvaarding ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde voor een deel nietig is. De dagvaarding is voor het overige geldig. Verder is de rechtbank bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Verdachte heeft de iPhone X, die in beslag is genomen bij medeverdachte [medeverdachte] eindigend met het nummer [telefoonnummer] , waarmee contact is geweest voor de verkoop van de Renault Clio, in gebruik gehad. Daarbij staan op de eigen telefoon van verdachte meerdere foto’s van auto’s afgebeeld (waarbij het kenteken veelal onzichtbaar is gemaakt), waaronder een foto van de betrokken Renault Clio. Op 11 januari 2021, tijdens de beoogde verkoop van de Renault Clio reed verdachte meermalen langs de afgesproken plaats. Volgens de officier van justitie blijkt uit het dossier dat verdachte dik in de handel in auto’s zat en dat hij is aan te merken als medepleger van de poging oplichting.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit vrijspraak van het ten laste gelegde. Ten aanzien van het primair ten laste gelegde voert hij aan dat nergens uit het dossier blijkt dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachte [medeverdachte] , waardoor geen sprake is van medeplegen van een poging tot oplichting. Over de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid stelt de raadsman dat er bij verdachte geen sprake is geweest van dubbel opzet (namelijk op zowel het helpen van [medeverdachte] als op de oplichting zelf).
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak medeplegen van een poging tot oplichting (primair ten laste gelegde)
Uit het dossier blijkt dat medeverdachte [medeverdachte] een gestolen Renault Clio, met valse kentekenplaten, een vals kentekenbewijs en een vals VIN-nummer, wilde verkopen. Uit het dossier en het verhandelde op de zitting volgt dat verdachte medeverdachte [medeverdachte] naar de parkeergarage in Utrecht heeft vervoerd voor de beoogde verkoop van die Renault Clio. Ook zijn op de telefoon van verdachte foto’s aangetroffen van de Renault Clio, foto’s van andere auto’s en foto’s van kentekenplaten. Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij wist dat de Renault Clio verkocht zou worden en dat hem is gevraagd om foto’s van deze auto te maken voor de verkoop. Verdachte heeft verder verklaard dat hij niet wist dat de auto gestolen was, en ook niet wist van de valse kentekenplaten en het valse VIN-nummer. Verdachte heeft ook verklaard dat hij een autohandelaar is en daarom foto’s van kentekenplaten op zijn telefoon heeft en een chatgesprek heeft gevoerd met iemand over kentekenplaten. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt niet uit het dossier dat verdachte de iPhone X eindigend met het nummer [telefoonnummer] , waarmee aangever contact heeft gehad over de koop van de auto, in gebruik heeft gehad. Op grond van het dossier en het voorgaande is de voor medeplegen vereiste “voldoende nauwe en bewuste samenwerking” tussen verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] of anderen niet komen vast te staan. Er is geen sprake van een gezamenlijke uitvoering en de bijdrage van verdachte aan de poging tot oplichting, namelijk het vervoeren van medeverdachte [medeverdachte] naar de beoogde verkoop en het maken van foto’s voor de advertentie van de auto, is naar het oordeel van de rechtbank van onvoldoende gewicht. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot oplichting.
Vrijspraak medeplichtigheid aan een poging tot oplichting (subsidiair ten laste gelegde)
De rechtbank spreekt verdachte ook vrij van medeplichtigheid aan de poging tot oplichting.
Voor medeplichtigheid aan oplichting is vereist dat verdachte opzet had op het gronddelict, in dit geval de (poging tot) oplichting van de koper van de Renault Clio. De rechtbank vindt dat daarvoor onvoldoende aanknopingspunten in het dossier zijn.. De rechtbank is van oordeel dat het dossier vragen oproept over de rol van verdachte en dat het er alle schijn van heeft dat hij meer afwist van de verkoop van de Renault Clio, doordat verdachte bijvoorbeeld een foto van de ID-kaart van aangever [benadeelde 1] op zijn telefoon had. Maar daaruit en uit al het andere in het dossier blijkt niet dat verdachte op de hoogte was of had moeten zijn van het plan om iemand op te lichten door de Renault Clio te verkopen, terwijl deze was voorzien van valse kentekenplaten en een vals VIN-nummer en vergezeld ging van een vals kentekenbewijs. De rechtbank kan dus niet vaststellen dat verdachte opzet, ook niet voorwaardelijke zin, heeft gehad op de oplichting.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Partiële nietigheid dagvaarding
-verklaart de dagvaarding nietig, voor zover het gaat om het subsidiaire ten laste gelegde vanaf de zinsnede ‘- een personenauto, van het merk Audi type Q5’;
Vrijspraak
- verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en
spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door G.M.C. Klink, voorzitter, mr. J.P. Verboom en mr. A. Maas, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.S. Stekkel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 juli 2025.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 december 2020 tot
en met 11 januari 2021 te Utrecht en/of te Arnhem en/of te Woerden, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
telkens,
één of meer personen, te weten [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of één of
meer onbekend gebleven personen, heeft bewogen tot afgifte van één of meerdere
geldbedragen, in totaal ongeveer 10.400 euro in elk geval enig goed, door
- een (Renault Clio) te (laten) voorzien van een ander, niet bij dat voertuig
behorende, VIN-nummer en/of kentekenplaat en/of kentekenbewijs en aldus te
(laten) voorzien van een valse identiteit en/of
- dat voertuig, voorzien van een vervalste identiteit, te koop aan te bieden en/of
- een afspraak met die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of één of meer
onbekend gebleven personen voor een ontmoeting en/of bezichtiging te maken
en/of
- zich uit te geven als de rechtmatige eigenaar, althans voor een te goeder trouw
zijnde verkoper, en/of zich voor te doen als beschikkingsbevoegde over de
genoemde voertuigen en/of
- de indruk te wekken dat de op dat voertuig aanwezige VIN-nummer en/of
kentekenplaat en/of kentekenbewijs voor dat voertuig was afgegeven en aldus bij
dat voertuig hoorde en/of dat het een ‘eerlijke’ voertuig betrof
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte] op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 december
2020 tot en met 11 januari 2021 te Utrecht en/of te Arnhem en/of te Woerden,
althans in Nederland, ter uitvoering van het door die [medeverdachte] voorgenomen
misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een
valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel
van verdichtsels telkens,
één of meer personen, te weten [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of één of
meer onbekend gebleven personen, heeft bewogen tot afgifte van één of meerdere
geldbedragen, in totaal ongeveer 10.400 euro in elk geval enig goed, door
- een Renault Clio (voorzien van het kenteken [kenteken 1] ) te (laten) voorzien van een ander, niet bij dat voertuig
behorende, VIN-nummer en/of kentekenplaat en/of kentekenbewijs en aldus te
(laten) voorzien van een valse identiteit en/of
- dat voertuig, voorzien van een vervalste identiteit, te koop aan te bieden en/of
- een afspraak met die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of één of meer
onbekend gebleven personen voor een ontmoeting en/of bezichtiging te maken
en/of
- zich uit te geven als de rechtmatige eigenaar, althans voor een te goeder trouw
zijnde verkoper, en/of zich voor te doen als beschikkingsbevoegde over de
genoemde voertuigen en/of
- de indruk te wekken dat de op dat voertuig aanwezige VIN-nummer en/of
kentekenplaat en/of kentekenbewijs voor dat voertuig was afgegeven en aldus bij
dat voertuig hoorde en/of dat het een ‘eerlijke’ voertuig betrof
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij en/of tot het plegen van welk voorgenomen misdrijf verdachte op of omstreeks
11 januari 20221 te Utrecht, althans in Nederland (telkens) opzettelijk behulpzaam
is geweest en/of (telkens) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
door (telkens) die [medeverdachte] te vervoeren van en/of naar de afspraak om een
voertuig te verkopen;
- een personenauto, van het merk Audi type Q5 met origineel kenteken [kenteken 2] en
origineel VIN-nummer [VIN-nummer 1] , heeft (laten) voorzien van een
ander, niet bij dat voertuig behorend(e), VIN-nummer en/of kenteken en/of
kentekenplaten en/of kentekenbewijs, te weten van het kentekennummer [kenteken 3]
en/of VIN-nummer [VIN-nummer 2] , en/of (aldus) heeft (laten) voorzien van
een valse/andere identiteit, en/of
- dat voertuig, voorzien van een ander, niet bij dat voertuig behorend(e)
VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of kentekenbewijs en/of
(aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, te koop heeft aangeboden en/of -
nadat die [benadeelde 1] zich had gemeld, een afspraak voor een ontmoeting en/of
bezichtiging heeft gemaakt, en/of
- nadat die [benadeelde 1] verdachte had ontmoet, zich heeft uitgegeven voor de
rechtmatige eigenaar, althans voor een te goeder trouw zijnde verkoper en/of zich
voorgedaan als beschikkingsbevoegde over het in de advertentie genoemde
voertuig, en/of
- ( aan) die [benadeelde 1] dat voertuig, voorzien van een ander, niet bij die auto
behorend(e) VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of
kentekenbewijs en/of (aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, heeft laten
zien, en/of
- ( daarbij/daarmee) gezegd en/of de indruk gewekt heeft dat het/de in/bij dat
voertuig aanwezige VIN-nummer en/of kenteken en/of kentekenplaten en/of
kentekenbewijs voor dat voertuig was afgegeven en/of (aldus) bij dat voertuig
hoorde en/of dat het een "eerlijk" voertuig betrof, en/of
- ( vervolgens) nadat er een verkoopprijs overeen was gekomen, dat voertuig aan die
[benadeelde 1] heeft verkocht en/of geleverd, en/of
- nadat het voertuig was geleverd en/of een levering was overeengekomen, de bij
dat voertuig aanwezige papieren en/of sleutels en/of een (valselijk opgemaakte)
verkoopovereenkomst, aan die [benadeelde 1] heeft overhandigd,
waardoor die [benadeelde 1] (vervolgens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks
7 januari 2021 te Utrecht, althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door (telkens) die [medeverdachte] te vervoeren van en/of naar de afspraak om een voertuig te verkopen en/of
- ( digitale afbeelding(en) van) dat voertuig en/of kentekenplaten voorhanden heeft
gehad, en/of
- een digitale afbeelding van de identiteitskaart van de koper van dat voertuig
voorhanden heeft gehad, en/of
- contact heeft gezocht en/of op heeft genomen met de koper van dat voertuig;