ECLI:NL:RBMNE:2025:3597

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 juli 2025
Publicatiedatum
21 juli 2025
Zaaknummer
16.367088.24 (p)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor grootschalige vuurwerkhandel met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

Op 21 juli 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee verdachten die betrokken waren bij grootschalige vuurwerkhandel. De rechtbank heeft beide verdachten veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. De zaak kwam aan het licht na een doorzoeking van een loods waar meer dan 500 kilo zwaar knalvuurwerk werd aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten geen ruimte bood voor een lichtere straf, ondanks de pleitbezorging van de verdediging. Tijdens de zitting op 7 juli 2025 werd vastgesteld dat de verdachten samenwerkten bij de vuurwerkhandel, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van medeplegen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd, maar de straf niet zwaarder gemaakt dan die van de medeverdachte. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke straf, waaronder een meldplicht bij de Reclassering en deelname aan gedragsinterventies. De rechtbank hoopt dat de verdachte na detentie zijn leven kan beteren en niet opnieuw in de fout gaat.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.367088.24 (p)
Vonnis van de meervoudige kamer van 21 juli 2025
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode 1] te [woonplaats] ,
nu gedetineerd in de [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 juli 2025. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie, mr. A.J.M. Vreekamp, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. R.P. van der Graaf, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
De strafzaak van verdachte is gelijktijdig maar niet gevoegd behandeld met de strafzaak tegen medeverdachte [medeverdachte] die samen met zijn raadsman, mr. J.P.M. Denissen, advocaat te Eersel, eveneens op 7 juli 2025 ter terechtzitting aanwezig was.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 26 juli 2024 tot en met 16 november 2024 in [plaats 1] , [plaats 2] , Utrecht of nog onbekend gebleven plaatsen, samen met een ander, opzettelijk ruim 500 kilo professioneel vuurwerk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, opgeslagen, vervaardigd, voorhanden gehad of aan een ander ter beschikking heeft gesteld.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dat betekent dat de rechtbank de zaak inhoudelijk kan behandelen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de bewezenverklaring.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijsmiddelen [1]
De rechtbank stelt vast dat verdachte het ten laste gelegde feit bekend heeft (met uitzondering van het medeplegen). De raadsman heeft geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen en zal daarna aan de bewezenverklaring van het medeplegen een bewijsoverweging wijden.
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 juli 2025;
  • proces-verbaal van bevindingen (observatie en volgactie) d.d. 6 november 2024;
 proces-verbaal van bevindingen (doorzoeking loods) d.d. 16 november 2024; [3]
 proces-verbaal van bevindingen (categorisering vuurwerk) d.d. 30 november 2024; [4]
 proces-verbaal van bevindingen (onderzoek Samsung A15) d.d. 21 november 2024; [5]
 proces-verbaal van bevindingen (onderzoek iPhone XR) d.d. 21 november 2024. [6]
4.3.2
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van medeplegen vereist is dat bij het begaan van het strafbare feit sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte(n) en overweegt het volgende.
In dit geval heeft verdachte gedurende een lange periode zeer frequent telefonisch contact gehad met de medeverdachte, veelal via chatgesprekken, zo blijkt uit de bevindingen van de politie met betrekking tot de in beslag genomen telefoons. De inhoud van de chatgesprekken die in die telefoons zijn aangetroffen kan naar oordeel van de rechtbank niet anders worden geïnterpreteerd dan dat de personen achter de Telegram-accounts ‘ [Telegram-account 1] ’ (verdachte) en ‘ [Telegram-account 2] ’ (medeverdachte) zich gezamenlijk bezighielden met de inkoop en verkoop van illegaal vuurwerk. In veel van de chats wordt in de wij-vorm gesproken en gaat het bijvoorbeeld over ‘onze voorraad’ en in een groepsapp waarvan zij beiden onderdeel uitmaken spreekt de medeverdachte over ‘vaste klanten van mij en [verdachte] ’. Daar komt nog bij dat uit het dossier blijkt dat verdachte samen met de medeverdachte naar Duitsland is gereden om vuurwerk in te kopen, dat zij daarna samen naar de loods in [plaats 1] zijn gereden en samen een aantal dozen hebben uitgeladen.
Gelet op bovenstaande is naar oordeel van de rechtbank sprake geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte om van medeplegen te kunnen spreken. Gelet op de bovenstaande vaststellingen over de chatgesprekken acht de rechtbank de verklaring van verdachte – dat hij zelfstandig in vuurwerk heeft gehandeld en een eigen voorraad had liggen in de loods in gebruik bij [medeverdachte] – niet geloofwaardig.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
in de periode van 1 november 2024 tot en met 16 november 2024 te [plaats 1] tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 360 stuks Shell (Bombes categorie: F4) (COV PV pag. 461) en
- 360 stuks Shell (Bombes categorie: F4) (COV PV pag. 465) en
- 48 stuks Shell (Bombes categorie: F4) (COV PV pag. 468) en
- 24 stuks Shell (Shell Artillery Shells) (COV PV pag. 470) en
- 354 stuks knalvuurwerk (Cobra 6 categorie: F4)(COV PV pag. 472) en
- 2 stuks knalvuurwerk (Cobra 8 2024 categorie: F4) (COV PV pag. 475) en
- 12 stuks knalvuurwerk (Cobra 8 categorie: F4) (COV PV pag.477) en
- 84 stuks knalvuurwerk (Super Cobra 6 2024 categorie: F4) (COV PV pag. 479) en
- 140 stuks knalvuurwerk (Caramella 16 g) (COV PV pag. 481) en
- 280 stuks vuurpijl (Signalrakete categorie: F4) (COV PV pag. 483) en
- 20 stuks knalstreng (Celebration Cracker) (COV PV pag. 486) en
- 15 stuks batterij enkelschotbuizen (HE-CD3OACh 100SH Mixed+Strobe+CR categorie: F4) (COV PV pag. 488)
voorhanden heeft gehad en heeft opgeslagen,
en een hoeveelheid binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en aan een ander ter beschikking heeft gesteld.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
medeplegen van een overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1. van de Wet Milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door [instelling 1] .
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de officier van justitie in de strafeis ten onrechte onderscheid maakt ten nadele van verdachte tussen hem en de medeverdachte. Er is geen sprake van recidive, want de eerdere veroordeling voor vuurwerkhandel is nog niet onherroepelijk. Daarnaast heeft de raadsman benadrukt dat verdachte verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen. Hij kent een zeer belast verleden, maar staat inmiddels op een kantelpunt om er echt wat van te willen maken en is daar gemotiveerd voor. De Reclassering adviseert stevige voorwaarden en hij zit inmiddels lang vast. De raadsman ziet - gelet op alle strafdoelen - geen meerwaarde in verlenging van de detentie en verzoekt de rechtbank om de op te leggen gevangenisstraf te beperken tot de duur van het voorarrest en de voorlopige hechtenis bij vonnis op te heffen zodat de zaak kan worden afgesloten.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
De rechtbank stelt voorop dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een ernstig strafbaar feit. Hij heeft zich, samen met zijn medeverdachte, gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan grootschalige handel in zwaar en illegaal vuurwerk. Daar komt nog bij dat verdachte deze grote hoeveelheden (ruim 500 kilo) vuurwerk onbeschermd en provisorisch heeft opgeslagen in een loods, tussen allerlei andere bedrijven, en grote hoeveelheden heeft vervoerd in een busje. Verdachte heeft geen oog gehad voor het gevaar dat is uitgegaan van het vervoer en de opslag van dergelijke grote hoeveelheden vuurwerk. De rechtbank hoopt dat verdachte zich inmiddels realiseert dat het ontzettend mis had kunnen gaan als het vuurwerk tot ontploffing was gekomen. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij zich destijds geen rekenschap heeft gegeven van deze risico’s, maar kennelijk alleen bezig was met zijn eigen financiële gewin.
Strafblad
Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met het uittreksel uit het justitiële documentatieregister (het strafblad) van verdachte van 9 mei 2025, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit. Deze veroordeling is echter nog niet onherroepelijk, dus de rechtbank zal deze niet strafverzwarend meewegen.
Persoonlijke omstandigheden
Er is op 20 juni 2025 een rapportage over verdachte opgemaakt door [instelling 1] . In deze rapportage wordt geconstateerd dat er sprake is van instabiliteit (en daarmee samenhangende risico’s) op verschillende leefgebieden. De Reclassering stelt vast dat verdachte geen constructieve dagbesteding heeft, dat sprake is van schuldenproblematiek en dat verdachte bekend is met psychische problematiek, te weten ADHD, ODD en zwakbegaafdheid. Gelukkig is verdachte inmiddels wel gemotiveerd om te werken aan gedragsverandering om zo een delictvrij leven op te bouwen.
Gelet op het hoge recidiverisico, zijn psychosociale beperkingen en het ontbreken van een constructieve dagbesteding, acht de Reclassering het opstellen van een plan van aanpak geïndiceerd. Daarbij is ook onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid van elektronische monitoring om een effectieve en duurzame dagbesteding te realiseren en zo te werken aan gedragsverandering en het verlagen van het hoge recidiverisico. Het onderzoek naar de haalbaarheid van elektronische monitoring heeft opgeleverd dat aan de voorwaarden voldaan kan worden.
De Reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden, inhoudende een meldplicht bij de Reclassering, meewerken aan een gedragsinterventie (praktische vaardigheden), meewerken aan ambulante behandeling, een locatiegebod (met elektronische monitoring), zich inspannen voor het vinden en behouden van dagbesteding en het geven van openheid met betrekking tot zijn sociale netwerk.
Strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat - gelet op de ernst van de feiten - niet kan worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt, en dat een straf die gelijk is aan de duur van het voorarrest – zoals de raadsman heeft bepleit – geen recht doet aan de zaak.
De rechtbank ziet, anders dan de officier van justitie, geen aanleiding om verdachte een andere straf op te leggen dan zijn medeverdachte. De medeverdachte wordt veroordeeld voor het handelen gedurende een langere periode, maar het dossier bevat sterke aanwijzingen dat ook verdachte zich langer dan de tenlastegelegde periode schuldig heeft gemaakt aan de handel in zwaar illegaal vuurwerk. Hij is zelfs meteen weer doorgegaan met de vuurwerkhandel, nadat hij tegen de lamp is gelopen bij een pseudokoop en even vast heeft gezeten. Bovendien hebben de verdachten naar het oordeel van de rechtbank nauw en bewust samen gewerkt en was er sprake van inwisselbare rollen, waardoor het niet passend is om te differentiëren in de strafmaat.
De rechtbank zal verdachte daarom, conform de strafeis van de officier van justitie in de zaak van de medeverdachte, veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van twee jaar. De rechtbank ziet, in navolging van het advies van [instelling 1] , ook dat verdachte hulp en begeleiding nodig heeft, en zal de bijzondere voorwaarden die geadviseerd zijn (en die zijn opgenomen in het dictum van dit vonnis) verbinden aan het voorwaardelijk deel van deze straf. De rechtbank hoopt dat verdachte de motivatie houdt om na detentie iets van zijn leven te maken en niet opnieuw zal vervallen in het plegen van strafbare feiten.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit, artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de Economische Delicten, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
  • verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar.
Strafoplegging
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat van deze gevangenisstraf een
  • bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • stelt daarbij een
- als
algemene voorwaardengelden dat verdachte:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij [instelling 1] , zo vaak en zolang [instelling 1] dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- als
bijzondere voorwaardengelden de volgende voorwaarden.

Meldplicht bij de Reclassering
Verdachte meldt zich binnen twee werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij [instelling 1] op het adres: [adres 2] , [postcode 2] [plaats 3] . Verdachte blijft zich melden op afspraken met de Reclassering, zo vaak en zolang de Reclassering dat nodig vindt.

Gedragsinterventie praktische vaardigheden
Verdachte neemt actief deel aan de gedragsinterventie arbeidsvaardigheidstraining ‘Werken aan Werk’. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider.

Ambulante behandeling
Verdachte laat zich behandelen door [instelling 2] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de Reclassering. De behandeling start zodra er plek is. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de Reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.

Locatiegebod (met elektronische monitoring)
Verdachte is op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig op het verblijfadres: [adres 3] , [postcode 3] te [plaats 2] , zolang het Openbaar Ministerie dat nodig vindt. De Reclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met verdachte en mede afhankelijk van de dagbesteding. Bij de start hoeft verdachte op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van 12 uur niet op het verblijfadres te zijn. Op dagen zonder opleiding, (vrijwilligers)werk of behandeling is dat 2 uur. In de weekenden heeft verdachte een aaneengesloten blok van 4 uur per dag vrij te besteden. Verdachte werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatiegebod. Een ander adres voor het locatiegebod dan [adres 3] , [postcode 3] [plaats 2] is alleen mogelijk als de Reclassering daarvoor toestemming geeft. Verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de Reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat verdachte in Nederland blijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de Reclassering de genoemde bloktijden veranderen of het locatiegebod laten vervallen.

Dagbesteding
Verdachte spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.

Openheid betreffende sociaal netwerk
Verdachte geeft tijdens de meldplichtgesprekken openheid van zaken betreffende zijn sociaal netwerk.
- waarbij aan [instelling 1] de opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P. Verboom, voorzitter, mr. A. Maas en mr. G.M.C. Klink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Besselink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 juli 2025.
De griffier en oudste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks in de periode van 1 november 2024 tot en met 16 november 2024 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] en/of te Utrecht en/of nog onbekend gebleven plaatsen, in ieder geval in Nederland tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 360, althans één of meerdere stuks Shell (Bombes categorie: F4) (COV PV pag. 461) en/of
- 360, althans één of meerdere stuks Shell (Bombes categorie: F4) (COV PV pag. 465) en/of
- 48, althans één of meerdere stuks Shell (Bombes categorie: F4) (COV PV pag. 468) en/of
- 24, althans één of meerdere stuks Shell (Shell Artillery ShelIs) (COV PV pag. 470) en/of
- 354, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (Cobra 6 categorie: F4)(COV PV pag. 472) en/of
- 2, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (Cobra 8 2024 categorie: F4) (COV PV pag. 475) en/of
- 12, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (Cobra 8 categorie: F4) (COV PV pag. 477) en/of
- 84, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (Super Cobra 6 2024 categorie: F4) (COV PV pag. 479) en/of
- 140, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (Caramella 16 g) (COV PV pag. 481) en/of
- 280, althans één of meerdere stuks vuurpijl (Signalrakete categorie: F4) (COV PV pag. 483) en/of
- 20, althans één of meerdere stuks knalstreng (Celebration Cracker) (COV PV pag. 486) en/of
- 15, althans één of meerdere stuks batterij enkelschotbuizen (HE-CD3OACh 100SH Mixed+Strobe+CR categorie: F4) (COV PV pag. 488)
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft opgeslagen en/of heeft
vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 13 februari 2025, genummerd PL0900-2024320222, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 670. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.p. 115 e.v.
3.p. 27 e.v.
4.p. 452 e.v.
5.p. 196 e.v.
6.p. 209 e.v.