Op 9 juli 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting House of Animals Foundation en de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De zaak betreft een beroep dat door verzoekster is ingediend op 1 februari 2025, omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar verzoek om informatie op basis van de Wet open overheid (Woo). Verweerder heeft op 19 maart 2025 alsnog een besluit genomen, waarna verzoekster het beroep heeft ingetrokken en een vergoeding voor haar proceskosten heeft gevraagd. Verweerder heeft op 16 mei 2025 gereageerd op dit verzoek.
De rechtbank heeft besloten de uitspraak te doen zonder partijen voor een zitting uit te nodigen, omdat zij voldoende informatie had om het verzoek te beoordelen. De rechtbank overweegt dat, indien het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift tegemoet is gekomen, de rechtbank kan bepalen dat verweerder de proceskosten van de indiener moet betalen, zoals vastgelegd in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
Verweerder heeft geen bezwaar tegen de betaling van de proceskosten van verzoekster. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 453,50, gebaseerd op 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 0,5. Daarnaast is verweerder verplicht het door verzoekster betaalde griffierecht van € 385,- te vergoeden, zoals bepaald in artikel 8:41, zevende lid, van de Awb. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van € 453,50 aan proceskosten.