Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 mei 2025 met producties 1 tot en met 14;
- de mondelinge behandeling van 25 juni 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
aanvraag verlenging loondoorbetaling’ van [gedaagde] aan het UWV. In deze brief is aan [eiseres] verzocht om in te stemmen met een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van [gedaagde] tot 10 juli 2025. Deze brief heeft [eiseres] voor akkoord ondertekend. [gedaagde] erkent de inhoud van de brief aan [eiseres] en erkent daarmee ook dat zij een loondoorbetalingsverplichting op zich heeft genomen tot 10 juli 2025. Dat betekent dat de loonvordering over de periode van 1 april 2025 tot 10 juli 2025 toewijsbaar is. Voor de hoogte van het loon per maand sluit de kantonrechter aan bij het in de vaststellingsovereenkomst van 20 januari 2025 genoemde bedrag van € 861,01 netto per maand. Voor dat bedrag hebben partijen immers een handtekening gezet en er is niet (onderbouwd) gebleken dat na die periode het loon voor 2025 is verhoogd.
.De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
4.De beslissing
- een bedrag van € 861,01 aan nettoloon over de maand april 2025, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, met ingang van 1 mei 2025 tot de dag van volledige betaling;
- een bedrag van € 861,01 aan nettoloon over de maand mei 2025, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, met ingang van 1 juni 2025 tot de dag van volledige betaling;
- een bedrag van € 861,01 aan nettoloon over de maand juni 2025, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, met ingang van 1 juli 2025 tot de dag van volledige betaling;
- een bedrag voor het loon over de periode van 1 juli 2025 tot 10 juli 2025 (naar rato berekend aan de hand van een maandloon van € 861,01 netto), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, met ingang van 1 augustus 2025 tot de dag van volledige betaling;
- een bedrag van € 156,27 aan buitengerechtelijke incassokosten;