Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna te noemen: verdachte
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 1 juli 2025;
- De aangifte van [slachtoffer 1] ;
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BESLAG
10.BENADEELDE PARTIJ
11.VORDERING TENUITVOERLEGGING
12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 57, 285, 300 en 350 van het Wetboek van Strafrecht en
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
13.BESLISSING
één(
1) maand;
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
taakstraf van 160 uren;
- verklaart benadeelde partij [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;