ECLI:NL:RBMNE:2025:3465

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
11730062
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over ontruiming van bedrijfsruimte en betaling van huurachterstand

In deze zaak heeft [eiseres] B.V. een kort geding aangespannen tegen [gedaagde] vanwege een huurachterstand van € 21.946,11. [eiseres] verhuurt kantoorruimtes aan [gedaagde], die niet is verschenen op de zitting. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen [gedaagde] en de vorderingen van [eiseres] grotendeels toegewezen. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een spoedeisend belang, omdat [gedaagde] al drie maanden huurachterstand heeft en het contact met [gedaagde] moeizaam verloopt. De kantonrechter heeft bepaald dat [gedaagde] de kantoorruimtes binnen 14 dagen moet ontruimen en de huurachterstand moet betalen, evenals buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat [gedaagde] onmiddellijk moet voldoen aan de veroordelingen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De beslissing is op 15 juli 2025 openbaar uitgesproken door mr. V.E.J.A. Boots.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11730062 \ UV EXPL 25-139
Vonnis van 15 juli 2025
in de zaak van
[eiseres] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. R.G. Goossens,
tegen
[gedaagde],
gevestigd in [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 10 juni 2025, met producties;
- de mondelinge behandeling van 1 juli 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is bepaald dat vandaag het vonnis wordt gewezen.

2.De kern van de zaak

2.1.
[eiseres] verhuurt kantoorruimtes en parkeerplaatsen (hierna: ‘de kantoorruimtes’) aan [gedaagde] . Omdat [gedaagde] een huurachterstand van € 21.946,11 heeft, wil [eiseres] dat [gedaagde] de kantoorruimtes verlaat en de huurachterstand aan haar betaalt. De vorderingen van [eiseres] worden grotendeels toegewezen.

3.De beoordeling

Tegen [gedaagde] is verstek verleend
3.1.
[gedaagde] was niet aanwezig op de mondelinge behandeling (zitting) en heeft ook niet op een andere manier gereageerd. Uit de dagvaarding volgt dat zij op de juiste manier is opgeroepen voor de zitting. Daarom is tijdens de mondelinge behandeling tegen haar verstek verleend. De zaak is dus zonder aanwezigheid of reactie van [gedaagde] behandeld. Dit betekent dat de vorderingen tegen [gedaagde] worden toegewezen, tenzij de kantonrechter vindt dat deze in strijd zijn met de wet of [eiseres] geen geldige reden hiervoor heeft.
[gedaagde] moet de kantoorruimtes verlaten
3.2.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. Voor toewijzing van een vordering in kort geding moet aan twee voorwaarden worden voldaan. Er moet sprake zijn van een spoedeisend belang én het moet zeer waarschijnlijk zijn dat de vordering in een bodemprocedure zal worden toegewezen.
3.3.
Een spoedeisend belang is aanwezig als van [eiseres] niet verwacht kan worden dat zij de uitkomst van een normale, uitgebreide procedure (bodemprocedure) afwacht. Dat is hier het geval. [gedaagde] heeft een huurachterstand van drie maanden, die steeds verder oploopt. Daarnaast gaf de gemachtigde van [eiseres] tijdens de mondelinge behandeling aan dat het lastig is om contact te krijgen met [gedaagde] over deze kwestie.
3.4.
[gedaagde] moet de kantoorruimtes ontruimen, want het is zeer waarschijnlijk dat de kantonrechter in een bodemprocedure de huurovereenkomst zal beëindigen en de ontruiming zal toewijzen. Inmiddels is de huurachterstand opgelopen tot € 21.946,11 (3 maanden). Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van [eiseres] verteld dat de huur voor juni ook niet is betaald. Daarnaast heeft [eiseres] er belang bij om de kantoorruimtes te kunnen verhuren aan andere huurders die wel op tijd de huur betalen..
3.5.
De gevorderde ontruiming is daarnaast niet in strijd met de wet en terecht door [eiseres] ingesteld.
De ontruimingstermijn wordt vastgesteld op 14 dagen
3.6.
[eiseres] heeft een ontruimingstermijn van 72 uur gevorderd, maar deze termijn is te kort. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van [eiseres] toegelicht dat [gedaagde] twee verdiepingen huurt van ongeveer 200m2. De ontruimingstermijn wordt daarom vastgesteld op 14 dagen, zodat [gedaagde] meer tijd heeft om de kantoorruimtes leeg en netjes achter te laten.
[gedaagde] moet de huurachterstand betalen
3.7.
[eiseres] vordert € 21.946,11 aan huurachterstand tot en met mei 2025. Ook vordert zij de wettelijke handelsrente over de huurachterstand. Deze vorderingen worden toegewezen, omdat deze niet in strijd zijn met de wet en terecht zijn ingesteld.
[gedaagde] moet € 994,46 aan buitengerechtelijke kosten betalen
3.8.
[eiseres] vordert € 3.291,92 als vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter wijst € 994,46 toe. [eiseres] en [gedaagde] zijn een vergoeding overeengekomen die van de wettelijke regeling afwijkt. Omdat [gedaagde] heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf, mag van de wettelijke regeling worden afgeweken. De kantonrechter wijst een lager bedrag toe dan [eiseres] heeft gevorderd omdat zij de vordering toetst aan de oriëntatiepunten in het Rapport BGK-integraal en daarbij de redelijke wettelijke tarieven gebruikt.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
3.9.
[gedaagde] moet de proceskosten (inclusief nakosten) betalen omdat zij grotendeels ongelijk krijgt. De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
122,35
- griffierecht
135,00
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.478,35
Uitvoerbaar bij voorraad
3.10.
De kantonrechter verklaart deze uitspraak uitvoerbaar bij voorraad, zoals [eiseres] heeft gevorderd. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van de partijen hoger beroep instelt tegen deze beslising. De beslissing geldt in dat geval tot het gerechtshof een andere beslissing neemt

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de kantoorruimtes aan de [adres] ( [postcode] ) in [plaats] met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van [eiseres] zijn, te verlaten, te ontruimen en in oorspronkelijke onbeschadigde en schone staat aan [eiseres] op te leveren en de sleutels gelijktijdig af te geven aan [eiseres] , met het verbod de kantoorruimtes na de ontruiming opnieuw te betrekken of te gebruiken,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 22.375,17, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over een bedrag van € 21.946,11, met ingang van 27 mei 2025, tot de dag van volledige betaling,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 994,46 aan buitengerechtelijke kosten,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.478,35, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J.A. Boots en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2025.
61312