Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Procesgang
Standpunten
Beoordeling
Beslissing
gegrond;
gelast de teruggaveaan klager van een bedrijfsauto, merk MAN, registratienummer: [nummer] .
Rechtbank Midden-Nederland
Op 11 juli 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in een klaagschriftprocedure ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het klaagschrift was ingediend door de klager, die tevens beslagene is, en betreft de teruggave van een inbeslaggenomen vrachtwagen, merk MAN. De klager stelt een retentierecht te hebben op de vrachtwagen in verband met onbetaalde loonvorderingen. De raadkamer heeft kennisgenomen van de inhoud van het klaagschrift, een proces-verbaal en het schriftelijk advies van de officier van justitie. Tijdens de zitting op 17 juni 2025 zijn de raadsman van de klager en de officier van justitie, mr. J.A.S. Roos, gehoord. De klager is echter niet verschenen.
De beoordeling van de raadkamer is gebaseerd op artikel 116 Sv, dat stelt dat wanneer het belang van strafvordering niet of niet meer aanwezig is, het beslag beëindigd moet worden en het voorwerp teruggegeven aan degene bij wie het in beslag is genomen. In deze zaak zijn Global Transporte Hungary Kft. en MAN Financial Services Zweigniederlassung Der Volkswagen Leasing Gmbh als belanghebbenden aangemerkt. Beide partijen hebben ook een klaagschrift ingediend voor teruggave van de vrachtwagen. De raadkamer concludeert dat geen van de partijen als redelijkerwijs rechthebbende kan worden aangewezen, waardoor de hoofdregel van artikel 116 Sv van toepassing is.
De raadkamer heeft uiteindelijk het beklag van de klager gegrond verklaard en gelast dat de vrachtwagen aan hem wordt teruggegeven. Deze beslissing is genomen door mr. P.K. van Riemsdijk, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beslissing staat voor het openbaar ministerie beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen veertien dagen na de dagtekening van de beslissing.