Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met eis in reconventie en producties 1 tot en met 8 van [gedaagde] ,
- de mondelinge behandeling van 3 juli 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van [eiser] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert eiser toegang tot zijn huurwoning, nadat gedaagde de huissleutels heeft afgepakt. Eiser stelt dat hij de woning huurt van gedaagde, maar gedaagde beweert dat de huurovereenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd en dat eiser overlast heeft veroorzaakt. Gedaagde vordert in reconventie schadevergoeding. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde eiser toegang tot de woning moet geven, omdat de huurovereenkomst niet is beëindigd. De kantonrechter wijst de vorderingen van gedaagde tot schadevergoeding af, omdat er onvoldoende bewijs is dat eiser zich niet als een goed huurder heeft gedragen. Eiser heeft een spoedeisend belang bij zijn vordering, omdat hij dreigt dakloos te worden. De kantonrechter legt een dwangsom op voor het geval gedaagde niet aan de veroordeling voldoet. De vordering van eiser tot terugbetaling van huur wordt afgewezen, omdat de huurovereenkomst doorloopt. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.