Uitspraak
1.De procedure
- [verzoeker 1] (hierna: verzoeker);
- de rechter;
- de teamvoorzitter van de rechter, [A] ;
- [B] , namens [naam] (verweerder in de hoofdzaken), aanwezig als toehoorder.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 7 januari 2025, hebben verzoekers mr. D.C.P.M. Straver gewraakt, de behandelend rechter in hun lopende civiele zaken. De verzoekers voerden aan dat uitlatingen van de rechter tijdens een eerdere zitting op 6 december 2024 hen deden twijfelen aan haar onafhankelijkheid. De rechter had hen gevraagd of ze niet 'erg in hun gelijk hingen' en had opmerkingen gemaakt die als confronterend werden ervaren. Daarnaast was er bezorgdheid over de toelating van de actuaris van de wederpartij tot de zitting, wat volgens verzoekers in strijd was met de goede procesorde. De wrakingskamer oordeelde dat de enkele omstandigheid dat de rechter eerder betrokken was bij een zaak van de verzoekers, op zichzelf onvoldoende is voor de aanname van vooringenomenheid. Er waren geen bijzondere omstandigheden die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten. De wrakingskamer concludeerde dat het wrakingsverzoek ongegrond was en dat de procedure in de hoofdzaken moest worden voortgezet. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.