ECLI:NL:RBMNE:2025:3316

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
8 juli 2025
Zaaknummer
11537287
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van drinkwaterachterstand en afsluiting drinkwatervoorziening

In deze zaak heeft Vitens N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij wegens een betalingsachterstand voor de levering van drinkwater. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 19 maart 2025, waarna Vitens haar vordering heeft toegelicht. De gedaagde heeft geen antwoordakte ingediend en heeft de vorderingen van Vitens niet gemotiveerd weersproken. Vitens vordert betaling van € 631,21 aan achterstand en de mogelijkheid om de drinkwatervoorziening af te sluiten indien de gedaagde niet betaalt.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Vitens aan de voorwaarden van de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van drinkwater heeft voldaan, met uitzondering van artikel 5, dat betrekking heeft op het verstrekken van gegevens aan een schuldhulpverlener. De kantonrechter oordeelt dat het niet voldoen aan artikel 5 geen belemmering vormt voor de afsluiting van de drinkwatervoorziening. Vitens heeft ook kosten gevorderd voor voorrijkosten en afsluitkosten, die door de kantonrechter zijn toegewezen, ondanks dat de helderheid van de voorwaarden ter discussie staat.

De kantonrechter heeft de gedaagde in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van de achterstand, de kosten van afsluiting en de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 9 juli 2025 en is uitvoerbaar bij voorraad. De gedaagde moet de proceskosten van € 663,28 betalen binnen veertien dagen na aanschrijving, met de mogelijkheid van betekening indien niet tijdig wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 11537287 \ MC EXPL 25-798
Vonnis van 9 juli 2025
in de zaak van
VITENS N.V.,
te Zwolle,
eisende partij,
hierna te noemen: Vitens,
gemachtigde: Syncasso Amsterdam B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het tussenvonnis van 19 maart 2025. Vitens heeft haar vordering daarna toegelicht bij akte met producties 8 en 9. [gedaagde] is in de gelegenheid gesteld om een antwoordakte te nemen, maar heeft dat niet gedaan.

2.De kern van de zaak

2.1.
Vitens heeft met [gedaagde] een overeenkomst gesloten voor de levering van drinkwater aan zijn woning aan de [adres] in [plaats] . Volgens Vitens heeft [gedaagde] een betalingsachterstand laten ontstaan. In deze procedure vordert Vitens dat [gedaagde] die achterstand alsnog betaalt. Verder wil Vitens dat, als [gedaagde] de achterstand niet inlost, zij op kosten van [gedaagde] de levering van drinkwater mag afsluiten. [gedaagde] heeft de vorderingen niet, of in ieder geval niet gemotiveerd, weersproken.
2.2.
De vorderingen zullen grotendeels worden toegewezen. Hierna wordt uitgelegd hoe de kantonrechter tot dat oordeel is gekomen.

3.De beoordeling

3.1.
Vitens vordert betaling van € 631,21 aan achterstand met betrekking tot de levering van drinkwater. [gedaagde] heeft de hoogte van deze betalingsachterstand niet weersproken. De kantonrechter zal hem daarom veroordelen om dit bedrag aan Vitens te betalen.
3.2.
Vitens vordert dat [gedaagde] mag worden afgesloten van de drinkwatervoorziening. In het tussenvonnis van 19 maart 2025 is overwogen dat [gedaagde] pas kan worden afgesloten als is gebleken dat Vitens heeft voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van drinkwater (hierna: de Regeling). Voldoende is gebleken dat Vitens heeft voldaan aan artikel 3 van de Regeling. De kantonrechter heeft Vitens in de gelegenheid gesteld om nader te onderbouwen dat zij heeft voldaan aan de voorwaarden uit artikel 4 en 5 van de Regeling.
3.3.
Vitens heeft in haar akte onderbouwd dat zij heeft voldaan aan artikel 4 van de Regeling door tweemaal een huisbezoek aan [gedaagde] af te leggen. Vitens heeft erkend niet te hebben voldaan aan artikel 5 van de Regeling. Daarin staat dat als de kleinverbruiker ( [gedaagde] ) niet heeft gereageerd op een schriftelijk aanbod van Vitens om zijn gegevens aan een schuldhulpverlener te verstrekken, Vitens die gegevens zelf aan de schuldhulpverlener moet verstrekken. Maar uit artikel 2 van de Regeling volgt niet dat het voldoen aan artikel 5 een voorwaarde is voor het afsluiten van de levering van drinkwater. Dit betekent dat de kantonrechter de vordering tot het afsluiten van drinkwater zal toewijzen. Wel heeft Vitens toegezegd alsnog aan artikel 5 te zullen voldoen en niet tot afsluiting van het drinkwater te zullen overgaan binnen twee maanden nadat de in artikel 5 bedoelde melding is gedaan. De kantonrechter gaat ervan uit dat Vitens zich hieraan houdt.
3.4.
Vitens vordert ook vergoeding van de € 90,00 aan voorrijkosten en
€ 175,00 aan afsluitkosten als [gedaagde] niet binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de achterstand betaalt en Vitens daarna tot afsluiting overgaat. Vitens verwijst in dit verband naar artikel 9.3 van haar algemene voorwaarden. Dit artikel blinkt niet uit in helderheid. De kantonrechter sluit daardoor niet uit dat de gemiddelde consument na lezing van dit artikellid niet begrijpt dat de afsluit- en voorrijkosten voor zijn rekening komen, laat staan wat de omvang van die kosten is (die zijn vermeld in een tarievenlijst, maar daar wordt in het beding niet naar verwezen). Hoewel het beding aldus niet duidelijk en begrijpelijk is, ziet de kantonrechter toch geen aanleiding om het te vernietigen. Daarvoor is relevant dat de afsluiting gerechtvaardigd is en de daarmee gemoeide kosten dus rechtsgeldig worden gemaakt. Bovendien is de kantonrechter er ambtshalve mee bekend dat de gehanteerde tarieven, die worden vastgesteld of goedgekeurd door provincies en gemeenten, slechts beogen daadwerkelijk te maken kosten te dekken. Ook daarom kan de gevorderde vergoeding worden toegewezen
3.5.
Vitens heeft gevorderd te bepalen dat zij niet tot heraansluiting hoeft over te gaan als [gedaagde] niet de voorrijkosten, afsluitkosten en kosten van heraansluiting heeft voldaan. Vitens heeft de omvang van de kosten van heraansluiting niet genoemd en deze omvang blijkt ook niet uit de overgelegde tarievenlijst. Daarom is de vordering op dit punt te onbepaald. Gelet hierop zal deze vordering worden toegewezen op de manier zoals hierna onder de beslissing is vermeld.
3.6.
Voor zover de vordering onder B.I. ziet op het verkrijgen van een machtiging zal deze worden afgewezen, omdat artikel 3 van de Algemene wet op het binnentreden de kantonrechter geen bevoegdheid toekent om een machtiging te verlenen tot het binnentreden van een woning. Ook de verzochte machtiging op grond van artikel 3:299 van het Burgerlijk Wetboek om de waterlevering te onderbreken (de meter af te sluiten) moet worden afgewezen, omdat die niet op de wet is gegrond. Op [gedaagde] zelf rust namelijk niet de verplichting om over te gaan tot het afsluiten van de leverantie. Overigens behoeft de deurwaarder geen afzonderlijke machtiging om de woning binnen te treden om de afsluiting te bewerkstelligen. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder aan artikel 555 en verder van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in samenhang met artikel 444 Rv.
3.7.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Vitens worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
120,78
- griffierecht
340,00
- salaris gemachtigde
135,00
(1 punt × € 135,00)
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
663,28

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Vitens te betalen € 631,21;
en, voor het geval [gedaagde] na betekening van dit vonnis niet (volledig) aan de veroordeling onder 4.1 voldoet:
4.2.
bepaalt dat Vitens, na een vooraankondiging van drie dagen, gerechtigd is om met behulp van en in aanwezigheid van een gerechtsdeurwaarder de waterlevering aan de woning met het adres [adres] te [plaats] te onderbreken door de aldaar aanwezige watermeter geheel of gedeeltelijk te verwijderen dan wel af te koppelen en zodanig te verzegelen dat verdere afname van water wordt verhinderd;
4.3.
bepaalt dat Vitens gerechtigd is de onder 4.2 bedoelde werkzaamheden op of aan de woning te verrichten door middel van gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming van de woning, aangezien deze ontruiming noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden, en veroordeelt [gedaagde] om in dat geval de kosten van deze afsluiting ter hoogte van € 90,00 aan voorrijkosten en € 175,00 aan afsluitkosten aan Vitens te betalen;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] om het handelen van Vitens als bedoeld onder 4.2 en 4.3 te gedogen;
4.5.
bepaalt dat Vitens niet tot heraansluiting zal behoeven over te gaan indien [gedaagde] aan Vitens niet de voorrijkosten en de kosten van afsluiting heeft voldaan;
en in alle gevallen:
4.6.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 663,28, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. B.G.W.P. Heijne en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2025.
45353