Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C16/584155/FO RK 24-1379
Beschikking van 30 januari 2025
in de zaak van:
[minderjarige],
wonende in [woonplaats] , gemeente Utrecht,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
met als belanghebbenden
[moeder],
wonende in [woonplaats] , gemeente Utrecht,
hierna te noemen: de moeder,
en
[vader],
wonende in [woonplaats] , gemeente Utrecht,
hierna te noemen: de vader.
1.De procedure
1.1.
[minderjarige] heeft op 11 november 2024 een verzoekschrift met bijlagen ingediend.
1.2.
Het verzoek is besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van 14 januari 2025. Daarbij waren [minderjarige] en zijn ouders aanwezig.
2.Waar deze procedure over gaat
2.1.
[minderjarige], is geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] .
2.2.
De ouders hebben samen het gezag over [minderjarige] .
2.3.
[minderjarige] verzoekt de kantonrechter aan hem handlichting te verlenen voor het aanvragen en beheren van een zakelijke rekening, het aangaan van overeenkomsten tot een bedrag van
€ 2.500,00 en het verrichten van aankopen/betalingen tot een bedrag van € 5.000,00.
2.4.
De ouders stemmen in met het verzoek van [minderjarige] .
3.De beoordeling
Conclusie
3.1.
De kantonrechter zal de verzochte handlichting verlenen en hierna toelichten waarom zij deze beslissing neemt.
Handlichting
3.2.
Op grond van artikel 1:235 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kantonrechter aan een minderjarige, die de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, bepaalde bevoegdheden van een meerderjarige toekennen.
Beoordeling
3.3.
[minderjarige] heeft in zijn brief aan de rechtbank en tijdens de zitting verteld dat hij een bedrijf is gestart onder de naam [handelsnaam] , inhoudende detailhandel via internet met twee eigen webshops. [minderjarige] verkoopt voornamelijk gadgets en sieraden. Hij heeft zijn bedrijf al ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Nu wil hij graag een zakelijke rekening openen en overeenkomsten kunnen aangaan. Hiervoor vraagt hij handlichting.
De kantonrechter is van oordeel dat [minderjarige] zijn verzoek helder heeft toegelicht en goed heeft doordacht. Zijn ouders staan ook achter het verzoek. De kantonrechter vindt het belangrijk dat [minderjarige] zelfstandig een bedrijf kan gaan uitoefenen en daarbij de gevraagde bevoegdheid krijgt. Het verzoek wordt daarom toegewezen.
Publicatieplicht
3.4.
De bij deze beschikking verleende handlichting werkt niet vanaf de datum van de beschikking, maar vanaf de datum van publicatie zodat derden daarvan kennis kunnen nemen. In artikel 1:237 lid 1 BW is bepaald dat de beschikking waarbij handlichting is verleend, bekend moet worden gemaakt in de Staatscourant en twee in de beschikking aan te wijzen dagbladen. De bedoeling van de wetgever is daarbij dat op die manier zoveel mogelijk personen kennis kunnen nemen van de handlichting. Omdat tegenwoordig toegang tot het internet voor (vrijwel) iedereen beschikbaar is, geeft de publicatie van de handlichting op het internet hetzelfde, zo niet een ruimer effect dan voornoemde in de wet voorgeschreven wijzen van publicatie in twee aan te wijzen dagbladen. Omdat de Staatscourant op internet beschikbaar is en publicatie kosteloos is, kan daarmee naar het oordeel van de kantonrechter worden volstaan. Daarnaast zal er publicatie plaatsvinden van de niet geanonimiseerde beschikking op www.rechtspraak.nl.
4.De beslissing
De kantonrechter:
4.1.
verleent aan
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] , handlichting om:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] , handlichting om:
- een zakelijke rekening te openen en te beheren;
- overeenkomsten aan te gaan tot een bedrag van € 2.500,00;
- om aankopen/betalingen te verrichten tot een bedrag van € 5.000,00;
4.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
draagt de griffier op deze beschikking te publiceren in de Staatscourant;
4.4.
beslist dat deze beschikking door de griffier van deze rechtbank niet geanonimiseerd zal worden gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. A.C. van den Boogaard, (kinder)rechter, in samenwerking met mr. M.A. van den Breemer, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2025.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!