Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
2.De beoordeling in conventie en in reconventie
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2022 in [geboorteplaats] . Sinds enige tijd zijn [eiser] en [gedaagde] uit elkaar. Dat is op zichzelf al een verdrietige gebeurtenis. Vervolgens is tussen [eiser] en [gedaagde] discussie ontstaan over (samengevat) de verkoop van de woning in [plaats] waarvan zij samen eigenaar zijn. Daarover gaat dit kort geding. Een dergelijke juridische discussie maakt de situatie rondom een verbroken relatie vaak moeilijker. Dat geldt temeer als er, zoals hier, ook een kind betrokken is. Nu is na de mondelinge behandeling, maar voor het uitspreken van het vonnis, [gedaagde] op jonge leeftijd overleden. De voorzieningenrechter begrijpt uit het bericht van zijn advocaat dat dit zeer onverwacht was. De voorzieningenrechter wil niet nalaten in dit vonnis haar medeleven te betuigen met de nabestaanden. Dat is in het bijzonder gericht aan [minderjarige] , die zonder haar vader zal opgroeien, maar ook aan [eiser] zelf. Zij heeft nu niet langer de kans om na de relatiebreuk samen met [gedaagde] het gezamenlijk ouderschap van [minderjarige] opnieuw vorm te gaan geven, en dat is heel verdrietig.
- Dit vonnis zal in de plaats treden van de noodzakelijke medewerking van (de rechtsopvolgers onder algemene titel van) [gedaagde] voor verkoop en levering van de woning, maar daarbij geldt wel een minimale verkoopprijs van € 1.600.000,- (voor biedingen tijdens de eerste verkoopmaand) of € 1.425.000,- (daarna);
- [eiser] kan voor de periode van 13 december 2024 tot [overlijdensdatum] 2025 aanspraak maken op een gebruiksvergoeding van € 457,- per maand;