Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert de eiseres, een verhuurder, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte in Utrecht vanwege structurele betalingsachterstanden door de gedaagde, die de huur niet tijdig heeft betaald. De huurovereenkomst is ingegaan op 1 mei 2007 en de actuele huurprijs bedraagt € 3.768,58 per maand. De gedaagde heeft een betalingsachterstand van bijna zeven maanden, wat de eiseres noopte tot juridische stappen. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 januari 2025 zijn beide partijen, bijgestaan door hun gemachtigden, aanwezig geweest. De kantonrechter heeft de vorderingen van de eiseres toegewezen, ondanks de persoonlijke en financiële problemen van de gedaagde, die zijn ontstaan door de coronapandemie en andere omstandigheden. De kantonrechter oordeelt dat deze omstandigheden de betalingsverplichtingen van de gedaagde niet verlichten. De huurovereenkomst wordt ontbonden en de gedaagde moet de bedrijfsruimte voor 1 mei 2025 ontruimen. Daarnaast moet de gedaagde de huurachterstand van € 25.856,62 betalen, evenals een contractuele boete en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk aan de uitspraak moet voldoen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.