Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van [eiser] met foto’s;
- de brief van [eiser] met een aanvullende productie;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert de eiser, de moeder, dat haar zoon, de gedaagde, de woning verlaat. De gedaagde, die 26 jaar oud is en bij zijn moeder woont, is het hier niet mee eens en stelt dat hij geen andere woning kan vinden. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde de woning moet ontruimen, omdat hij zonder recht of titel in de woning verblijft. De kantonrechter houdt rekening met de moeder-kindrelatie en de huidige woningmarkt, maar concludeert dat de gedaagde in staat moet worden geacht om zelf een woning te huren. De ontruimingstermijn wordt vastgesteld op 1 september 2025. De kantonrechter wijst ook de vordering van de eiser af om de ontruiming door een deurwaarder te laten bewerkstelligen, omdat dit al wettelijk is geregeld. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten betaalt.