3.99.[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 25] was begonnen met het traject. Hij heeft meerdere sessies gehad en was bijna aan het einde van zijn traject. [eiser sub 25] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 25] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat de overeenkomst bijna volledig is uitgevoerd maakt, zoals hiervoor is opgemerkt, geen verschil. Dat betekent dat [eiser sub 25] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.497,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 271,71 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 0,86.
-
Eiser sub 26, [eiser sub 26]
3.100. [eiser sub 26] stelt dat hij op 4 januari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 26] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.997,00. [eiser sub 26] zou binnen twee weken nadat hij live ging met zijn webshop kunnen stoppen met zijn bijbaan omdat hij gegarandeerd grote bedragen zou verdienen. [eiser sub 26] kon zich vinden in het aanbod. Hij heeft op 4 januari 2024 € 997,00 voldaan en op 5 januari 2024 het restant. Tijdens de introductiecall verneemt [eiser sub 26] dat hij zich moet inschrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijk rekening moet openen en een abonnement moet afsluiten bij [onderneming 3] . Na enkele calls bleek dat [eiser sub 26] meerdere abonnementen moest afsluiten en nog meer geld moest investeren. [eiser sub 26] heeft investeringen gedaan, maar na een moeizame communicatie aan de zijde van [gedaagde] heeft [eiser sub 26] op 17 april 2024 bericht dat hij wilde stoppen. Op 3 mei 2024 merkt [eiser sub 26] op dat alle berichten op Telegram zijn verwijderd. Op 4 mei 2024 bericht [eiser sub 26] dat hij zijn geld terug zou krijgen en dat hij dit al eerder heeft aangeven. Hem was een 1 op 1 traject aangebonden, wat hij niet heeft gekregen, hij had maximaal een budget van 2k nodig, wat niet waar blijkt te zijn en aan hem is niets verteld over de kosten die er nog bij zouden komen voor Facebook ADS, Facebook [.] en een boekhouder. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.101. Hoewel [eiser sub 26] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 26] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 26] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 17 april 2024, welke door [gedaagde] niet wordt betwist, en het bericht van 4 mei 2024 moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 26] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 26] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 26] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 26] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.102. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 26] was begonnen met het traject. Hij heeft meer dan 3 maanden gebruik gemaakt van het traject. [eiser sub 26] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 26] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat hij al drie maanden gebruik heeft gemaakt van het traject maakt, zoals hiervoor is opgemerkt, geen verschil. Dat betekent dat [eiser sub 26] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 361,91 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,14.
-
Eiser sub 27, [eiser sub 27]
3.103. [eiser sub 27] stelt dat hij op 1 februari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 27] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.997,00. [eiser sub 27] kon zich vinden in het aanbod. Hij heeft tijdens het telefoongesprek een bedrag van € 2.997,00 voldaan. [eiser sub 27] moest met een agency account in zee gaan om advertenties te plaatsen. [eiser sub 27] betaalt hiervoor € 400,00. [eiser sub 27] krijgt geen reactie meer en vraagt zijn geld terug van het agency bureau. Op 15 april 2024 vraagt hij [gedaagde] om een oplossing. Na meerdere reminders vraagt [eiser sub 27] op 18 mei 2024 om restitutie van de aan [gedaagde] betaalde gelden. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.104. Hoewel [eiser sub 27] zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 27] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 27] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 18 mei 2024 moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 27] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 27] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 27] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 27] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.105. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 27] was begonnen met het traject en nooit een klacht heeft ingediend over het traject. Hij wil alleen zijn geld terug omdat het agency bedrijf niet reageert. Daar heeft [gedaagde] geen invloed op. [eiser sub 27] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 27] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 27] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,89 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,72.
-
Eiser sub 28, [eiser sub 28]
3.106. [eiser sub 28] stelt dat hij op 26 januari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 28] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.997,00. [eiser sub 28] kon zich vinden in het aanbod. Hij heeft tijdens het telefoongesprek een bedrag van € 1.997,00 voldaan. [eiser sub 28] heeft zich ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijk rekening geopend en een abonnement afgesloten bij [onderneming 3] . Tijdens de calls heeft [eiser sub 28] vernomen dat hij diverse abonnement moest afsluiten. [eiser sub 28] is toen afgehaakt. [eiser sub 28] heeft op 3 maart 2024 via Telegram verzocht om restitutie. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.107. Hoewel [eiser sub 28] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 28] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 28] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. [eiser sub 28] stelt dat hij per Telegram aan [gedaagde] heeft verzocht om restitutie. Vast staat dat op verzoek van [gedaagde] op een gegeven moment alle berichtenverkeer via Telegram diende plaats te vinden en dat de berichten, door een automatische instelling van [gedaagde] zijn gewist. [gedaagde] erkent dit ook. Dat [eiser sub 28] in dit geval geen bewijs kan bijbrengen van zijn opzegging komt dan ook voor rekening en risico van [gedaagde] . Dit geldt temeer omdat [gedaagde] de opzegging van [eiser sub 28] niet heeft betwist. Dat betekent dat ervan uit moet worden gegaan dat [eiser sub 28] op 3 maart 2024 ondubbelzinnig aan [gedaagde] heeft laten weten dat hij de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 28] vraagt om restitutie van het door hem betaalde bedrag. Dit moet ruim worden opgevat. Ook de brief van de gemachtigde van [eiser sub 28] van 9 september 2024 moet worden gezien als een herroeping. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 28] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 28] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.108. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 28] was begonnen met het traject en dat hij heeft gekregen wat hem is beloofd. Sessie 1 op 1 met [gedaagde] zijn nooit beloofd. [eiser sub 28] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 28] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 28] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 362,46 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,15.
-
Eiser sub 29, [eiser sub 29]
3.109. [eiser sub 29] stelt dat hij in december 2023 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 29] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.500,00 als hij direct de overeenkomst sloot. [eiser sub 29] kon zich vinden in het aanbod en heeft dit op 14 december 2023 kenbaar gemaakt. De prijs is toen wel verhoogd. In totaal heeft [eiser sub 29] € 2.694,00 in delen betaald. De betalingen moesten steeds naar een ander rekeningnummer worden overgemaakt. [eiser sub 29] heeft zich ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijk rekening geopend en een boekhouder geregeld. Omdat de 1 op 1 coaching en de beloofde all-in prijs niet werd nagekomen en [eiser sub 29] gaandeweg extra kosten heeft moeten maken, heeft hij op 3 mei 2024 aan [gedaagde] een mail gestuurd waarin hij een beroep heeft gedaan op de salesgarantie. Hij wilde zijn geld terug. Op 15 mei 2024 bericht [eiser sub 29] aan [gedaagde] dat de informatie die gegeven was misleidend is. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.110. Hoewel [eiser sub 29] zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 29] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 29] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 3 mei 2024 moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 29] de overeenkomst wilde herroepen. Hij doet immers een beroep op de salesgarantie wat betekent dat [eiser sub 29] af wilde van de overeenkomst. [eiser sub 29] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 29] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 29] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.111. [gedaagde] heeft aangevoerd dat als [eiser sub 29] kan aantonen dat als hij de strategie van [gedaagde] heeft gevolgd, maar deze niet werkt, hij het betaalde bedrag terug kan krijgen. Het al dan niet werken van de strategie van [gedaagde] maakt, zoals hiervoor al is opgemerkt, niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. In het midden kan blijven of [eiser sub 29] wel of geen sales heeft gemaakt. Immers, ook als daar wel sprake van is, is hij geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 29] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.694,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 477,22 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,55.
-
Eiser sub 30, [eiser sub 30]
3.112. [eiser sub 30] stelt dat hij op 12 december 2023 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 30] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Hoewel eerst was aangegeven dat de cursus gratis was en dat [eiser sub 30] alleen een startbudget diende te hebben, bleek dat de cursus niet gratis was. [eiser sub 30] was bereid om € 1.000,00 te betalen, maar volgens de partner van [gedaagde] moest dit € 2.000,00 zijn. [eiser sub 30] is akkoord gegaan met € 2.000,00, maar heeft twee keer een bedrag van € 997,00 betaald. Toen bleek dat van 1 op 1 coaching geen sprake was heeft [eiser sub 30] op 27 maart 2024 aan [gedaagde] gemaild of het mogelijk was om te stoppen en zijn investering terug te krijgen. [gedaagde] heeft op 27 maart 2024 aan [eiser sub 30] bericht dat dit niet mogelijk was. Daarna heeft [eiser sub 30] via Telegram kenbaar gemaakt te willen stoppen omdat de afspraken niet zijn nagekomen. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.113. Hoewel [eiser sub 30] zich primair beroept op dwaling en subsidiair op een tekortkoming, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 30] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 30] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 27 maart 2024 en het onbetwiste bericht via Telegram moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 30] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 30] geeft aan dat hij wil stoppen en zijn investering terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 30] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 30] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.114. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 30] was begonnen met het traject, er maanden gebruik van maakt en vervolgens in maart 2024 zijn geld terug wil. Op de salesgarantie kan [eiser sub 30] niet terugvallen omdat [eiser sub 30] niet het hele traject heeft doorlopen. Er is volgens [gedaagde] geen sprake van dwaling. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 30] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 30] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 361,91 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,14.
-
Eiser sub 31, [eiser sub 31]
3.115. [eiser sub 31] stelt dat hij op 22 januari 2024 door [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 31] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.997,00. [eiser sub 31] kon zich vinden in het aanbod. Hij heeft tijdens het telefoongesprek een bedrag van € 2.997,00 voldaan. Tijdens de introductiecall hoorde hij dat hij zich moest inschrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijke bankrekening moest openen en een boekhouder moest regelen. [eiser sub 31] heeft geen 1 op 1 coaching gehad en hij kreeg informatie over het [product 1] terwijl hij het [product 2] had afgenomen. [eiser sub 31] heeft zich ingezet maar er kwam geen verkoop. Per brief van 3 mei 2024 eist [eiser sub 31] terugbetaling van het cursusgeld. Op 10 mei 2024 doet [eiser sub 31] een beroep op de salesgarantie en vraagt hij zijn geld terug. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.116. Hoewel [eiser sub 31] zich primair beroept op dwaling en subsidiair op een tekortkoming, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 31] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 31] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. De berichten van 3 mei 2024 en 10 mei 2024 moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 31] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 31] geeft aan dat hij zijn geld terug wil en doet onder andere een beroep op oneerlijke handelspraktijken. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 31] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 31] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.117. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 31] was begonnen met het traject en deze volledig of gedeeltelijk heeft gevolgd. Als [eiser sub 31] kan aantonen dat als hij de strategie van [gedaagde] heeft gevolgd, maar deze niet werkt, kan hij het betaalde bedrag terugkrijgen. Het al dan werken van de strategie van [gedaagde] maakt, zoals hiervoor als is opgemerkt, niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. In het midden kan blijven of [eiser sub 31] wel of geen sales heeft gemaakt. Immers, ook als daar wel sprake van is, is hij geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 31] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,89 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,72.
-
Eiser sub 32, [eiser sub 32]
3.118. [eiser sub 32] stelt dat hij op 29 augustus 2023 door [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 32] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.994,00. [eiser sub 32] kon zich vinden in het aanbod en heeft het bedrag in twee termijnen voldaan. [eiser sub 32] heeft geen beschikking gehad tot de digitale leeromgeving. Hij heeft een aantal korte calls gehad met [gedaagde] die niet gekwalificeerd kunnen worden als coaching. [eiser sub 32] heeft meerdere malen via Telegram verzocht om restitutie, ook op 2 mei 2024. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.119. Hoewel [eiser sub 32] zich primair beroept op dwaling en subsidiair op een tekortkoming, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 32] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 32] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. De bericht van 2 mei 2024 moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 32] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 32] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 32] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 32] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.120. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 32] geen recht heeft op restitutie. Hij is in september 2023 begonnen. [eiser sub 32] heeft nooit een klacht ingediend. Van dwaling is geen sprake. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 32] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 32] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 361,91 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,14.
-
Eiser sub 33, [eiser sub 33]
3.121. [eiser sub 33] stelt dat hij in augustus 2023 door [gedaagde] telefonisch is benaderd door [gedaagde] . [eiser sub 33] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.994,00. [eiser sub 33] kon zich vinden in het aanbod en heeft het bedrag in twee termijnen voldaan. [eiser sub 33] heeft wel gebruik kunnen maken van de 1 op 1 coaching en heeft ook een aantal sales gedraaid. Als klanten bestellingen hebben geplaatst vraagt [eiser sub 33] aan [gedaagde] hoe verder te handelen. [gedaagde] geeft aan dat hij dit verder zelf moet afhandelen via [onderneming 1] . Volgens [eiser sub 33] is dat niet afgesproken. Dit is niet de manier waarop ze zouden gaan draaien en hij gaat niet aan klanten vertellen dat ze twee weken op een pakketje moeten wachten. De afspraak was dat er een Nederlandse leverancier zou zijn. Bestellen via [onderneming 1] kunnen mensen ook wel zelf. [eiser sub 33] geeft op 2 november 2024 aan dat hij zijn geld terug wil en dat [gedaagde] de store mag houden, dat hij er niks mee gaat doen en het wil afsluiten. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.122. Hoewel [eiser sub 33] zich primair beroept op dwaling en subsidiair op een tekortkoming, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 33] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 33] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Op 9 september 2024 schrijft de gemachtigde van [eiser sub 33] [gedaagde] aan en op 2 november 2024 geeft [eiser sub 33] aan dat hij zijn geld terug wil. Nu de overeenkomst is aangegaan in augustus 2023, moet echter worden geconcludeerd dat de (verlengde) herroepingstermijn is verstreken. De gemachtigde van [eiser sub 33] beroept zich in de dagvaarding echter ook op oneerlijke handelspraktijken. De kantonrechter dient ook ambtshalve te beoordelen of hiervan sprake is. Hiervoor is al geoordeeld dat [gedaagde] zich bedient van een oneerlijke handelspraktijk, zo ook tegenover [eiser sub 33] . Bij schrijven van 9 september 2024 vernietigt de gemachtigde van [eiser sub 33] de overeenkomst(en) op grond van dwaling. Naar het oordeel van de kantonrechter dient de oneerlijke handelspraktijk hieronder te worden begrepen, nu als er sprake is van een oneerlijke handelspraktijk ook een beroep kan worden gedaan op dwaling. [eiser sub 33] heeft op 2 november 2024 aan [gedaagde] verder laten weten dat hij zijn geld terug wil en dat [gedaagde] de store mag houden. De kantonrechter begrijpt dat [eiser sub 33] hiermee (nogmaals) de overeenkomst vernietigt. De vernietiging leidt tot ongedaanmakingsverbintenissen van prestaties die al zijn verricht. De cursus laat zich door haar aard niet ongedaan maken. Wel leidt de ongedaanmakingsverplichting van de betaling ertoe dat [gedaagde] het totaal door [eiser sub 33] voor de cursus betaalde bedrag dient terug te betalen.
3.123. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 33] geen recht heeft op restitutie. Hij heeft sales gedraaid en heeft zelfs geld verdiend aan zijn webshop. Dat er een Nederlandse leverancier gereed zou staan is niet afgesproken. Dat maakt echter geen verschil. Zoals hiervoor al is geoordeeld heeft de vernietiging terugwerkende kracht en brengt dit mee dat [gedaagde] het volledig door [eiser sub 33] betaalde bedrag als onverschuldigd betaald moet terugbetalen. Het gevorderde bedrag van € 1.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 361,91 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,14.
-
Eiser sub 34, [eiser sub 34]
3.124. [eiser sub 34] stelt dat hij op 13 oktober 2023 telefonisch is benaderd. [eiser sub 34] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.997,00. [eiser sub 34] kon zich vinden in het aanbod. Hij heeft tijdens het telefoongesprek een bedrag van € 1.997,00 voldaan. Na totstandkoming van de overeenkomst heeft [eiser sub 34] vernomen dat hij geld beschikbaar moest hebben voor advertentiekosten en verder abonnementen zou moeten afsluiten bij een boekhouder en ten behoeve van een webshop. [eiser sub 34] heeft een aantal stappen ondernomen. Na 4 sessies is Kamer afgehaakt. De sessies waren niet 1 op 1. Op 2 mei 2024 heeft [eiser sub 34] verzocht om restitutie. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.125. Hoewel [eiser sub 34] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 34] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 34] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. [eiser sub 34] stelt dat hij op 2 mei 2024 heeft verzocht om restitutie. [gedaagde] erkent dit. Volgens [gedaagde] heeft [eiser sub 34] in mei gezegd dat hij zijn geld terug wil. Dat betekent dat ervan uit moet worden gegaan dat [eiser sub 34] op 2 mei 2024 ondubbelzinnig aan [gedaagde] heeft laten weten dat hij de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 34] vraagt om restitutie van het door hem betaalde bedrag. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 34] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 34] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.126. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 34] was begonnen met het traject en dat hij heeft gekregen wat hem is beloofd. [eiser sub 34] heeft overal gebruik van gemaakt. Hij besluit zelf niks meer van zich te laten horen en neemt later contact op omdat hij zijn geld terug wil. [eiser sub 34] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 34] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 34] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 362,46 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,15.
-
Eiser sub 35, [eiser sub 35]
3.127. [eiser sub 35] stelt dat hij op in november 2023 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 35] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.994,00. [eiser sub 35] kon zich vinden in het aanbod en is op 13 november 2023 akkoord gegaan. Tijdens de introductiecall hoorde hij dat hij zich moest inschrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijke bankrekening moest openen en een boekhouder moest regelen. [eiser sub 35] heeft alle stappen doorlopen en veel geld geïnvesteerd. Wanneer blijkt dat [eiser sub 35] een groepscall krijgt terwijl hij liever 1 op 1 begeleiding heeft zoals hij heeft afgenomen en [gedaagde] aangeeft dat hij tegenwoordig alleen aan groepcalls doet, geeft [eiser sub 35] op 18 mei 2024 aan dat hij heeft betaald voor 1 op 1 coaching en dat hij dan zijn geld terug wil. Ook heeft [eiser sub 35] [gedaagde] kenbaar gemaakt dat de informatie die gegeven is misleidend is. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.128. Hoewel [eiser sub 35] zich primair beroept op dwaling en subsidiair op een tekortkoming, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 35] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 35] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 18 mei 2024 moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 35] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 35] geeft aan dat hij zijn geld terug wil en doet onder andere een beroep op misleiding. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 35] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 35] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.129. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 35] was begonnen met het traject en deze heeft doorlopen. Hij heeft 18 sales gehad en kan geen beroep doen op de salesgarantie. [gedaagde] wil 1 op 1 begeleiding maar die worden op dat moment niet meer gegeven en is ook niet beloofd. In het midden kan blijven of [eiser sub 35] wel of geen sales heeft gemaakt. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook als er sprake is van sales is [eiser sub 35] geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 35] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,52 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,72.
-
Eiser sub 36, [eiser sub 36]
3.130. [eiser sub 36] stelt dat hij op 6 januari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 36] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.994,00. [eiser sub 36] kon zich vinden in het aanbod en heeft dit in twee termijnen betaald. Tijdens de introductiecall hoorde hij dat hij zich moest inschrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijke bankrekening moest openen en een boekhouder moest regelen. Op 7 maart 2024 stuurt [eiser sub 36] een bericht met het verzoek of hij er mee kan stoppen. Tegen hem is gezegd dat als hij stopt, hij zijn geld terugkrijgt. [gedaagde] bericht vervolgens dat geld terugkrijgen niet mogelijk is omdat [eiser sub 36] al is begonnen met het traject en hij pas zijn geld terugkrijgt als hij geen sales maakt. Daarna is [eiser sub 36] toch doorgegaan met de coaching. Nadien besluit hij alsnog om te gaan stoppen omdat de afspraken niet zijn nagekomen en [eiser sub 36] geen sales heeft gedraaid. [eiser sub 36] maakt ook aanspraak op de salesgarantie. [eiser sub 36] maakt dat via Telegram kenbaar. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.131. Hoewel [eiser sub 36] zich primair beroept op dwaling en subsidiair op een tekortkoming, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 36] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 36] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 7 maart 2024 en de onbetwiste berichten via Telegram moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 36] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 36] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 36] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 36] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.132. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 36] was begonnen met het traject en twee maanden nadat hij is begonnen zijn geld terug wil. Met [eiser sub 36] is alleen een salesgarantie overeengekomen. [eiser sub 36] besluit terwijl hij nog niet alle lessen heeft afgerond om te stoppen omdat het niet werkt. Als het niet werkt, krijgt hij zijn geld terug, maar daar heeft [gedaagde] wel bewijs voor nodig, aldus [gedaagde] . In het midden kan blijven of het voor [eiser sub 36] wel of niet werkt. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. [eiser sub 36] is voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 36] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 361,91 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,14.
3.133. [gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van eisers worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
€
140,83
- griffierecht
€
706,00
- salaris gemachtigde
€
1.630,00
(2 punten × € 815,00)
- nakosten
€
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
€
2.611,83
3.134. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
3.135. Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat eisers dat eisen en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.