ECLI:NL:RBMNE:2025:3117

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 juli 2025
Publicatiedatum
30 juni 2025
Zaaknummer
11360885 \ MC EXPL 24-6807 AW/1583
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake herroepingsrecht en oneerlijke handelspraktijken in cursus dropshippen

In deze zaak hebben 36 eisers een rechtszaak aangespannen tegen [gedaagde], die hen een cursus dropshippen heeft aangeboden. De eisers stellen dat zij door [gedaagde] zijn misleid en niet correct zijn geïnformeerd over hun herroepingsrecht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisers consumenten zijn en dat [gedaagde] als handelaar moet worden aangemerkt. De rechter heeft geoordeeld dat de eisers recht hebben op hun herroepingsrecht, omdat zij niet zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om de overeenkomst binnen twee weken te herroepen. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat [gedaagde] zich schuldig heeft gemaakt aan oneerlijke handelspraktijken door essentiële informatie over bijkomende kosten en voorwaarden te verbergen. De rechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot terugbetaling van de door de eisers betaalde bedragen, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De uitspraak benadrukt de bescherming van consumenten in overeenkomsten op afstand en de verplichtingen van handelaren om transparant te zijn over hun producten en diensten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 11360885 \ MC EXPL 24-6807 AW/1583
Vonnis van 2 juli 2025
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
[eiser sub 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
3.
[eiser sub 3],
wonende te [woonplaats 3] ,
4.
[eiser sub 4],
wonende te [woonplaats 4] (België),
5.
[eiser sub 5],
wonende te [woonplaats 5] (België),
6.
[eiser sub 6],
wonende te [woonplaats 6] ,
7.
[eiser sub 7],
wonende te [woonplaats 7] ,
8.
[eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II],
beide wonende te [woonplaats 2] ,
9.
[eiser sub 9],
wonende te [woonplaats 8] ,
10.
[eiser sub 10],
wonende te [woonplaats 9] ,
11.
[eiser sub 11],
wonende te [woonplaats 10] ,
12.
[eiser sub 12],
wonende te [woonplaats 2] ,
13.
[eiser sub 13],
wonende te [woonplaats 11] (België),
14.
[eiser sub 14],
wonende te [woonplaats 12] ,
15.
[eiser sub 15],
wonende te [woonplaats 13] ,
16.
[eiser sub 16],
wonende te [woonplaats 14] ,
17.
[eiser sub 17],
wonende te [woonplaats 15] ,
18.
[eiser sub 18],
wonende te [woonplaats 16] ,
19.
[eiseres sub 19],
wonende te [woonplaats 17] ,
20.
[eiser sub 20],
wonende te [woonplaats 17] ,
21.
[eiser sub 21],
wonende te [woonplaats 18] ,
22.
[eiser sub 22],
wonende te [woonplaats 19] ,
23.
[eiser sub 23],
wonende te [woonplaats 20] ,
24.
[eiser sub 24],
wonende te [woonplaats 21] ,
25.
[eiser sub 25],
wonende te [woonplaats 22] ,
26.
[eiser sub 26],
wonende te [woonplaats 23] ,
27.
[eiser sub 27],
wonende te [woonplaats 24] ,
28.
[eiser sub 28],
wonende te [woonplaats 2] ,
29.
[eiser sub 29],
wonende te [woonplaats 25] ,
30.
[eiser sub 30],
wonende te [woonplaats 26] ,
31.
[eiser sub 31],
wonende te [woonplaats 27]
32.
[eiser sub 32],
wonende te [woonplaats 28] ,
33.
[eiser sub 33],
wonende te [woonplaats 29]
34.
[eiser sub 34],
wonende te [woonplaats 30] ,
35.
[eiser sub 35],
wonende te [woonplaats 31] ,
36.
[eiser sub 36],
wonende te [woonplaats 12] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: eisers, en waar nodig worden eisers afzonderlijk bij hun achternaam genoemd,
gemachtigde: mr. D. Timur en mr. M. Eshtehardi,
tegen
[gedaagde], tevens handelend onder de naam [handelsnaam] ,
wonende te [woonplaats 32] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1. De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de akte uitlating producties van eisers.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De kern van de zaak

2.1.
[gedaagde] presenteert zich op social media als persoon die van schilder miljonair is geworden door dropshipping. [gedaagde] wil mensen helpen ook miljonair te worden en geeft een cursus dropshippen met 1 op 1 coaching. Bij dropshipping worden producten via een eigen webshop of online verkoopplatform verkocht zonder dat de verkoper deze producten ziet of zelf verstuurt. Eisers zijn via instagram met [gedaagde] in contact gekomen. Veelal omdat zij hebben gereageerd op een giveaway, waarna eisers telefonisch zijn benaderd voor een cursus dropshippen. Eisers zijn met [gedaagde] een overeenkomst aangegaan. De overeenkomst is telefonisch tot stand gekomen. In vrijwel alle gevallen is een salesgarantie afgegeven door [gedaagde] .
2.2.
Een deel van de eisers is niet of nauwelijks gestart met de cursus, een deel van de eisers hebben de cursus niet afgemaakt en een deel van de eisers vinden dat zij niet hebben gekregen wat hen is beloofd. Eisers doen een beroep op hun herroepingsrecht, op een oneerlijke handelspraktijk, op een tekortkoming, op de mogelijkheid de overeenkomst op te zeggen en/of op dwaling. Eisers willen dat [gedaagde] het door hen betaalde cursusgeld terugbetaald vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en rente.
2.3.
De kantonrechter is van oordeel dat een groot deel van de eisers een beroep op het herroepingsrecht kunnen doen en dat [gedaagde] zich verder schuldig heeft gemaakt aan oneerlijke handelspraktijken. Daarom zal [gedaagde] worden veroordeeld tot terugbetaling van de door eisers betaalde bedragen. Hierna wordt uitgelegd hoe de kantonrechter tot dit oordeel is gekomen.

3.De beoordeling

Bevoegdheid en toepasselijk recht
3.1.
De onderhavige zaak kent een internationaal karakter omdat eisers [eiser sub 4] , [eiser sub 5] en [eiser sub 13] in België wonen en [gedaagde] in Nederland. De kantonrechter dient daarom ambtshalve te onderzoeken of hij bevoegd is van het geschil kennis te nemen.
3.2.
[gedaagde] is woonachtig in Nederland, daarom komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe op grond van artikel 4 lid 1 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012. De kantonrechter te Almere is, gelet op de woonplaats van [gedaagde] en gelet op het beloop van de vorderingen, bevoegd van de geschillen kennis te nemen.
3.3.
Partijen zijn geen rechtskeuze overeengekomen. Op grond van artikel 4 lid 1 sub b van de Rome I-Verordening (Verordening (EG) nr. 593/2008) is het Nederlandse recht van toepassing.
Geen overeenkomst
3.4.
[gedaagde] heeft als meest verstrekkende verweer aangevoerd dat er door derden gewerkt is zonder zijn toestemming en dat hij geen bedrijfsinzichten heeft gehad en niet weet welke klant wat heeft volbracht en of de klant is geholpen.
3.5.
Als [gedaagde] zich met dit verweer, wat hij overigens onvoldoende heeft onderbouwd, op het standpunt stelt dat de overeenkomsten niet met hem tot stand zijn gekomen, had het op zijn weg gelegen dit kenbaar te maken op het moment dat hij van de overeenkomsten op de hoogte werd gesteld. [gedaagde] heeft dat niet gedaan. Integendeel; [gedaagde] heeft gemaild uit eigen naam dan wel via whatsapp of telegram gesprekken gevoerd met – een deel van – de eisers. Uit de stukken die in het geding zijn gebracht en ook uit de conclusie van antwoord moet ervan uit worden gegaan dat [gedaagde] op de hoogte was van de praktijken. Eisers mochten erop vertrouwen dat zij zaken deden met [gedaagde] . De kantonrechter gaat dan ook voorbij aan dit verweer van [gedaagde] .
Algemene voorwaarden
3.6.
Voor alle eisers geldt dat de kantonrechter van oordeel is dat er geen algemene voorwaarden van toepassing zijn. Eisers geven aan dat sommige van hen zijn gewezen op het bestaan van algemene voorwaarden. Volgens [gedaagde] vink je deze aan voordat een betaling geschiedt, gebeurt dit telefonisch en ga je – voor zover de kantonrechter het verweer van [gedaagde] begrijpt – akkoord bij betaling.
3.7.
Onduidelijk is welke voorwaarden zijn overeengekomen, op welk moment deze zijn overeengekomen en op welke wijze eisers met de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden hebben ingestemd. Anders dan [gedaagde] stelt worden algemene voorwaarden niet overeengekomen enkel door het doen van een betaling. [gedaagde] heeft de algemene voorwaarden ook niet overgelegd. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat er in het geheel geen algemene voorwaarden zijn overeengekomen.
Wettelijk kader herroepingsrecht
3.8.
Voor alle eisers geldt dat zij moeten worden beschouwd als consument. Zij zijn immers allen natuurlijke personen die niet handelen in de uitoefening van hun beroep of bedrijf. Op de overeenkomsten zijn de consumentenbeschermende bepalingen van toepassing, waaronder het recht op herroeping. Artikel 6:230m lid 1 onder h van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt in samenhang met artikel 6:230o lid 1 BW dat als een handelaar die met een consument een overeenkomst op afstand sluit, hij die consument moet informeren dat hij de overeenkomst binnen twee weken zonder opgaaf van reden kan herroepen. Als de handelaar die informatie niet verstrekt wordt de herroepingstermijn verlengd tot maximaal twaalf maanden (zie artikel 6:230o lid 2 BW). [gedaagde] is een handelaar. [gedaagde] moet worden aangemerkt als professionele dienstverlener. Zonder nadere toelichting – die ontbreekt – kan immers niet worden aangenomen dat [gedaagde] geen handelaar of ondernemer is.
3.9.
Op basis van artikel 6:230s lid 5 onder a sub 1 BW hoeft de consument niet te betalen voor diensten die tijdens de (verlengde) ontbindingstermijn zijn uitgevoerd. Dit geldt ook als de consument zijn herroepingsrecht uitoefent nadat de overeenkomst al is uitgevoerd (zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 17 mei 2023, ECLI:EU:C:2023:413). Herroeping dient, gelet op de consumentenbeschermingsgedachte die ten grondslag ligt aan Richtlijn 2011/83/EU en de implementatie daarvan, ruim te worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen.
Eisers komt een beroep toe op het herroepingsrecht
3.10.
Volgens eisers zijn zij geen van allen geïnformeerd onder meer over hun recht tot herroeping. [gedaagde] erkent dit ook. Volgens [gedaagde] zijn eisers erover geïnformeerd dat zij alleen geld terug kunnen krijgen aan de hand van een salesgarantie “als men start en niks anders”. [gedaagde] voert aan dat er geen recht bestaat op herroeping omdat het een ontzegeld online product is welke wordt geopend en waar gebruik van wordt gemaakt. Alle eisers hebben een dienst gekregen die uniek is ontwikkeld voor die persoon aan de hand van het budget, de kennis en de tijd van de klant. Geen enkele klant heeft hetzelfde pakket gekregen, maar er werd geschommeld om te kijken wat het beste was voor de klant. Ook werden klanten persoonlijk geholpen.
3.11.
[gedaagde] stelt wel dat iedere eiser afzonderlijk een uniek product heeft gekregen wat op zijn persoonlijke wensen is afgestemd, maar dat blijkt nergens uit. [gedaagde] heeft zijn verweer in dat opzicht onvoldoende onderbouwd. De meeste eisers konden kiezen uit twee producten, een [product 1] (Nederland en België) of een [product 2] (internationaal) en de bijeenkomsten waren veelal ook niet 1 op 1 maar met meerdere klanten. Het verweer van [gedaagde] dienaangaande doet echter ook niet ter zake. In de wet staan de uitzonderingen op het herroepings- en ontbindingsrecht genoemd. In dit geval is artikel 230p onder d BW van toepassing. Daarin staat dat bij een overeenkomst tot het verrichten van diensten (waarvan hier het geval is) na nakoming van de overeenkomst en voor zover de overeenkomst voor de consument een betalingsverplichting inhoudt er geen sprake is van een recht op ontbinding als de nakoming is begonnen met de uitdrukkelijke voorafgaande instemming van de consument en de consument heeft verklaart afstand te doen van zijn recht van ontbinding zodra de handelaar de overeenkomst is nagekomen. Niet gesteld of gebleken is dat [gedaagde] is begonnen met de uitdrukkelijke voorafgaande instemming van eisers en eisers hebben verklaart afstand te doen van hun recht.
Van een overeenkomst tot levering van digitale inhoud die niet op een materiele drager is geleverd, is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake, zodat ook de uitzondering genoemd in artikel 230p onder g BW niet op gaat.
3.12.
Het verweer van [gedaagde] dat eisers geen recht op ontbinding van de overeenkomst hebben, de kantonrechter begrijpt: geen beroep op hun herroepingsrecht toekomt, kan gelet op het vorenstaande dan ook niet slagen. Zoals hierna blijkt komt een groot deel van de eisers een beroep toe op het herroepingsrecht. Zij hebben hier ook gebruik van gemaakt. Het gevolg daarvan is dat zij niet hoeven te betalen voor de uitvoering van de overeenkomst. Dit brengt met zich mee dat [gedaagde] het volledig door eisers betaalde bedrag als onverschuldigd betaald moet terugbetalen.
Wettelijk kader oneerlijke handelspraktijk
3.13.
Voor zover eisers geen beroep toekomt op herroeping omdat de (verlengde) herroepingstermijn al is verstreken, is de kantonrechter van oordeel dat er sprake is van een oneerlijke handelspraktijk.
3.14.
De bepalingen van de oneerlijke handelspraktijk zijn van toepassing op overeenkomsten tussen handelaren en consumenten. Hiervoor is al geoordeeld dat eisers moeten worden aangemerkt als consument en [gedaagde] als handelaar. De bepalingen over de oneerlijke handelspraktijk zijn in deze zaak daarom van toepassing. De kantonrechter is ambtshalve gehouden om na te gaan of sprake is van oneerlijke handelspraktijen.
3.15.
Het begrip handelspraktijk omvat iedere handeling, omissie, gedraging, voorstelling van zaken of commerciële communicatie, met inbegrip van reclame en marketing van een handelaar, die rechtstreeks verband houdt met de verkoopbevordering, verkoop of levering van een product aan een consument. Artikel 6:193b lid 2 BW bepaalt dat een handelspraktijk oneerlijk is als een handelaar handelt (i) in strijd met de vereisten van professionele toewijding en (ii) het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar is beperkt of kan worden beperkt, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.
3.16.
Van een misleidende handelspraktijk is sprake indien informatie wordt verstrekt die feitelijk onjuist is of die de gemiddelde consument misleidt of kan misleiden, al dan niet door de algemene presentatie van de informatie. Het gaat onder meer om handelspraktijken waarbij de handelaar foutieve informatie verstrekt die niet is gebaseerd op de waarheid. Het gaat erom of een gemiddelde consument door de (onjuiste) informatie op het 'verkeerde been' kan worden gezet en of die informatie van dien aard is dat deze de gemiddelde consument er toe kan brengen om een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Misleidende handelspraktijken (in de zin van artikel 6:193c t/m 6:193g BW) zijn per definitie oneerlijke handelspraktijken.
3.17.
Een overeenkomst die als gevolg van een oneerlijke handelspraktijk tot stand is gekomen, is vernietigbaar (artikel 6:193j lid 3 BW).
[gedaagde] heeft zich schuldig gemaakt aan een oneerlijke handelspraktijk
3.18.
Naast dat [gedaagde] eisers niet heeft gewezen op hun herroepingsrecht wat al heeft te gelden als een oneerlijke handelspraktijk, heeft [gedaagde] eisers bij het aangaan van de overeenkomst ook de essentiële informatie onthouden inhoudende dat de overeengekomen prijs niet alles omvattend was. Voor eisers was niet duidelijk dat zij zich moesten inschrijven van de Kamer van Koophandel, dat zij een zakelijke bankrekeningnummer nodig hadden en/of dat het van belang was dat zij over een advertentiebudget beschikten. De uiting van [gedaagde] doet vermoeden dat er geen verdere kosten gemaakt hoeven te worden. De gemiddelde consument wordt hierdoor misleid of kan worden misleid. Bijkomende kosten worden verborgen gehouden. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] daarmee foutieve informatie heeft verstrekt. Op basis van deze informatie hebben eisers de overeenkomsten gesloten. Er is sprake van een misleidende en daarmee van een oneerlijke handelspraktijk van [gedaagde] .
3.19.
Uit het feit dat eisers hebben verzocht om terugbetaling van hetgeen door hen is betaald, leidt de kantonrechter af dat zij de overeenkomsten niet zouden hebben gesloten als zij correct zouden zijn geïnformeerd. Dat betekent dat de overeenkomsten tot stand zijn gekomen als gevolg van de oneerlijke handelspraktijk in de zin van artikel 6:193j lid 3 BW. Dit maakt de overeenkomsten vernietigbaar. De vernietiging heeft terugwerkende kracht en brengt mee dat [gedaagde] het volledig door eisers betaalde bedrag als onverschuldigd betaald moet terugbetalen.
Dwaling, opzegging en tekortkoming
3.20.
Indien een handelaar een verbod op oneerlijke handelspraktijken overtreedt en een consument als gevolg hiervan overgaat tot het sluiten van een overeenkomst die hij anders niet zou hebben gesloten, kan de consument zich tegenover de handelaar ook beroepen op dwaling (en bedrog, misbruik van omstandigheden of bedreiging) en de betreffende overeenkomst vernietigen.
3.21.
Zoals hierna blijkt zijn de vorderingen van eisers toewijsbaar op grond van hun herroepingsrecht dan wel grond van een oneerlijke handelspraktijk. Hoewel daarover nog het nodige valt op te merken, behoeft de dwaling daarom niet verder te worden besproken. Dat geldt ook voor de gronden opzegging en tekortkoming.
Buitengerechtelijke kosten
3.22.
Eisers maken allen aanspraak op een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde] heeft hiertegen geen verweer gevoerd. De kantonrechter zal de toewijsbaarheid van de buitengerechtelijke incassokosten toetsen aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
Rente
3.23.
[gedaagde] heeft bij geen van de eisers bezwaar gemaakt tegen de gevorderdere wettelijke rente. De gevorderde rente is gebaseerd op de wet en toewijsbaar.
Vorderingen per eiser
3.24.
Aangezien de vordering per eiser verschilt, zal hierna worden ingegaan op de terugbetalingsverplichting per eiser.
-
Eiser sub 1, [eiser sub 1]
3.25.
[eiser sub 1] stelt dat hij op 12 april 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 1] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.697,00, welk bedrag [eiser sub 1] gelijk moest betalen. [eiser sub 1] kon zich vinden in dit aanbod en heeft een bedrag van € 2.697,00 betaald. Toen bleek dat hij zich in moest schrijven bij de Kamer van Koophandel en zijn huidige baan dit niet toestaat, heeft [eiser sub 1] gebruik gemaakt van zijn herroepingsrecht. Op 14 april 2024 heeft [eiser sub 1] dat gemaild aan [gedaagde] . Op 14 april 2024 reageert [gedaagde] met de mededeling dat terugbetaling niet mogelijk is. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.26.
De mail van [eiser sub 1] moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat hij de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 1] geeft immers aan dat hij de overeenkomst wil annuleren. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 1] heeft daarmee de overeenkomst binnen de bedenktermijn herroepen.
3.27.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 1] gebruik heeft gemaakt van de leeromgeving. Hij heeft de modules bekeken. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 1] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 1] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.697,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 477,59 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op 19,60.
-
Eiser sub 2, [eiser sub 2]
3.28.
[eiser sub 2] stelt dat hij op 1 februari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 2] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 997,00. De prijs werd verlaagd omdat [eiser sub 2] de laatste zou zijn die [gedaagde] aannam. [eiser sub 2] kon zich vinden in dit aanbod en heeft ten tijde van het telefoongesprek, waarin [eiser sub 2] met betrekking tot de betaling werd begeleid, een bedrag van € 997,00 betaald. [eiser sub 2] heeft een introductiecall gehad met een aantal voor hem onbekende medecursisten. Tijdens de digitale bijeenkomst is kenbaar gemaakt dat [eiser sub 2] zich in moest schrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijke bankrekening moest openen, een boekhouder moest regelen en ook nog in beginsel € 400,00 aan advertentiekosten diende te betalen waarna vervolgens een budget van € 250,00 per maand voor advertentiekosten beschikbaar diende te worden gesteld. [eiser sub 2] heeft besloten om niet te beginnen met de cursus en heeft op 6 februari 2024 per Whatsapp aan [gedaagde] laten weten dat hij te veel aan zijn hoofd heeft en zich niet kan focussen op het traject. [eiser sub 2] vraagt om terugbetaling, waarop [gedaagde] bericht dat hij het geld niet terug kan geven. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.29.
De mail van [eiser sub 2] moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat hij de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 2] geeft immers aan dat hij zijn geld terug wil omdat hij zich niet kan focussen op het traject. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 2] heeft daarmee de overeenkomst binnen de bedenktermijn herroepen.
3.30.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 2] gebruik heeft gemaakt van de introductiesessie. Hij heeft van de diensten gebruik gemaakt. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 2] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 2] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 180,96 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 7,25.
-
Eiser sub 3, [eiser sub 3]
3.31.
[eiser sub 3] stelt dat hij op 26 februari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 3] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.997,00. [eiser sub 3] kon zich vinden in dit aanbod en heeft ten tijde van het telefoongesprek, waarin [eiser sub 3] met betrekking tot de betaling werd begeleid, een bedrag van € 1.000,00 betaald. [eiser sub 3] voelde zich onder druk gezet. [eiser sub 3] werd verzocht om in te loggen in de leeromgeving en een aantal onderwerpen door te nemen voor de introductiecall. Op 27 februari 2024 heeft [eiser sub 3] zich bedacht en een beroep gedaan op zijn herroepingsrecht. [eiser sub 3] bericht via Whatsapp aan [gedaagde] dat hij ruzie heeft gehad met zijn vriendin en dat hij wil stoppen. Hij vraagt of het betaalde bedrag van € 1.000,00 kan worden teruggestort. Per brief van 4 maart 2024 geeft [eiser sub 3] nogmaals aan dat hij gebruik wil maken van de wettelijke bedenktermijn en het contract wil ontbinden. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.32.
Zowel het bericht via Whatsapp als de brief moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 3] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 2] geeft immers aan dat hij zijn geld terug wil en het contract wil ontbinden. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 3] heeft daarmee de overeenkomst binnen de bedenktermijn herroepen.
3.33.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat niemand onder druk wordt gezet en de telefoon altijd kan worden opgehangen. [eiser sub 3] heeft gekeken naar de leeromgeving en er gebruik van gemaakt. Volgens [gedaagde] kan hij vanwege de privéredenen van [eiser sub 3] geen geld teruggeven omdat [eiser sub 3] het digitale product al heeft gebruikt. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 3] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 3] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.000,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 181,50 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 7,27.
-
Eiser sub 4, [eiser sub 4]
3.34.
[eiser sub 4] stelt dat hij op 17 februari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 4] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.497,00. [eiser sub 4] kon zich vinden in dit aanbod en heeft ten tijde van het telefoongesprek, waarin [eiser sub 4] met betrekking tot de betaling werd begeleid, een bedrag van € 1.497,00 betaald. [eiser sub 4] voelde zich onder druk gezet. Als hij niet gelijk zou betalen, zou er geen plek meer zijn. [eiser sub 4] heeft een introductiecall gehad met een aantal voor hem onbekende medecursisten. Tijdens de digitale bijeenkomst is kenbaar gemaakt dat [eiser sub 4] zich in moest schrijven bij de Kamer van Koophandel. [eiser sub 4] is niet woonachtig in Nederland. Voor [eiser sub 4] heeft een en ander belastingtechnisch andere gevolgen. [eiser sub 4] heeft op 9 maart 2024 per Whatsapp kenbaar gemaakt dat hij nog niet begonnen is met de cursus. Hij heeft de keuze te snel gemaakt en verzoekt om volledige restitutie. [gedaagde] geeft daarop aan dat volledige restitutie niet mogelijk is, maar hij wel wil kijken naar een oplossing. Later geeft [gedaagde] aan dat [eiser sub 4] geen recht heeft op terugbetaling omdat er alleen een salesgarantie is overeengekomen. Op 11 maart 2024 heeft [eiser sub 4] bij brief een beroep gedaan op artikel 7:408 lid 1 BW en bij brief van 15 april 2024 heeft de toenmalige gemachtigde van [eiser sub 4] verzocht om restitutie. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.35.
Het bericht via Whatsapp en de brieven moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 4] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 4] geeft immers aan dat hij zijn geld terug wil omdat hij nog niet is begonnen met de cursus. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 4] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 4] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.36.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 4] geen bewijs heeft bijgebracht van zijn stelling dat hij onder druk werd gezet. Verder kan de telefoon altijd worden opgehangen. [eiser sub 4] is gestart met het traject en heeft een sessie bijgewoond. Volgens [gedaagde] kan hij vanwege de privéredenen van [eiser sub 4] geen geld teruggeven. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 4] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 4] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.497,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 271,71 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 44,09.
-
Eiser sub 5, [eiser sub 5]
3.37.
[eiser sub 5] stelt dat hij op 16 februari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 5] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 997,00 als hij gelijk gebruik zou maken van het aanbod. [eiser sub 5] kon zich vinden in dit aanbod en heeft ten tijde van het telefoongesprek, waarin [eiser sub 5] met betrekking tot de betaling werd begeleid, een bedrag van € 997,00 betaald. [eiser sub 5] heeft een introductiecall gehad op 28 februari 2024. Tijdens de digitale bijeenkomst is kenbaar gemaakt dat [eiser sub 5] zich in moest schrijven bij de Kamer van Koophandel, kosten moest maken voor adverteren en verdere investeringen moest doen. [eiser sub 5] had aangegeven dat € 1.000,00 het maximale was wat hij kon besteden. [eiser sub 5] heeft op 29 februari 2024 per Whatsapp kenbaar gemaakt dat hij geen geld heeft om verder te investeren en niet verder kan met het traject. Hij geeft aan dat hij binnen 14 dagen recht heeft op teruggave van zijn geld.
Hij wil zijn geld terug. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.38.
Het bericht via Whatsapp moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 5] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 5] geeft immers aan dat hij zijn geld terug wil en dat hij daar binnen 14 dagen na aankoop recht op heeft. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 5] heeft daarmee de overeenkomst binnen de bedenktermijn herroepen.
3.39.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 5] gebruik heeft gemaakt van de leeromgeving. Volgens [gedaagde] kan hij vanwege de privéredenen van [eiser sub 5] geen geld teruggeven. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 5] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 5] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 180,96 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 6,67.
-
Eiser sub 6, [eiser sub 6]
3.40.
[eiser sub 6] stelt dat hij op 18 januari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 6] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. De cursus ter waarde van € 7.500,00 werd hem aangeboden voor € 2.997,00. [eiser sub 6] kon zich vinden in dit aanbod en heeft ten tijde van het telefoongesprek, waarin [eiser sub 6] met betrekking tot de betaling werd begeleid, een bedrag van € 2. 997,00 betaald. [eiser sub 6] kreeg op 18 januari 2024 een email met de te volgen stappen zoals het inplannen van een introductiecall. [eiser sub 6] heeft daarop telefonisch kenbaar gemaakt gebruik te willen maken van zijn herroepingsrecht. Telefonisch is toen aan hem aangeven dat dit intern zou worden besproken, waarna [gedaagde] op 2 april 2024 heeft aangegeven dat gebruik maken van het herroepingsrecht niet mogelijk is. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.41.
Het telefoongesprek moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 6] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 6] geeft immers aan dat hij gebruik wil maken van zijn herroepingsrecht. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 6] heeft daarmee de overeenkomst binnen de bedenktermijn, althans de verlengde bedenktermijn, herroepen.
3.42.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat als [eiser sub 6] aan kan tonen dat als hij geen gebruik heeft gemaakt van de leeromgeving en de sessies, hij het door [eiser sub 6] betaalde bedrag zal terugbetalen. Het al dan niet gebruik maken van de leeromgeving of de sessies, maakt zoals hiervoor als is opgemerkt, niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. In het midden kan blijven of [eiser sub 6] wel of niet gebruik heeft gemaakt van de leeromgeving en de sessies. Immers, ook als [eiser sub 6] wel gebruik heeft gemaakt van de leeromgeving of de sessies is hij hiervoor geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 6] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,89 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 20,06.
-
Eiser sub 7, [eiser sub 7]
3.43.
[eiser sub 7] stelt dat hij op 10 januari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 7] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.997,00. [eiser sub 7] mocht dit in termijnen betalen. [eiser sub 7] moest een eerste betaling doen omdat hij anders zijn plek kwijt was en niet deel kon nemen aan de cursus. [eiser sub 7] kon zich vinden in dit aanbod en heeft ten tijde van het telefoongesprek, waarin [eiser sub 7] met betrekking tot de betaling werd begeleid, een bedrag van € 897,00 betaald. [eiser sub 7] heeft gebruik gemaakt van de introductiecall, heeft zich ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en heeft een zakelijke rekening geopend. [eiser sub 7] moest vervolgens de tweede betaling verrichten, maar dat is niet zo afgesproken, aldus [eiser sub 7] . [gedaagde] dreigde met een incassotraject. [eiser sub 7] geeft aan onder deze voorwaarden te willen opzeggen c.q. te annuleren. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.44.
Niet duidelijk is wanneer [eiser sub 7] precies heeft opgezegd. [gedaagde] erkend echter dat [eiser sub 7] door privéredenen heeft opgezegd. Omdat [eiser sub 7] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn met 12 maanden verlengd. Gelet op het tijdsverloop van deze zaak moet ervan uit worden gegaan dat de opzegging binnen die 12 maanden is geschied. Ook de brief van de gemachtigde van [eiser sub 7] van 8 augustus 2024 moet worden gezien als een herroeping. [eiser sub 7] heeft daarmee de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen.
3.45.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat niet is afgesproken dat [eiser sub 7] de tweede deelbetaling aan het einde van het traject mocht voldoen en dat hij al gebruik heeft gemaakt van de leeromgeving. Volgens [gedaagde] kan hij vanwege de privéredenen van [eiser sub 7] geen geld teruggeven. Wat er ook zij van de afspraken over de deelbetalingen, zoals hiervoor al is opgemerkt kon [eiser sub 7] de overeenkomst herroepen. Ook is [eiser sub 7] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 7] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 897,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 162,81 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 6,00.
-
Eiser sub 8, [eiseres sub 8-I] & [eiser sub 8-II]
3.46.
[eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] stellen dat zij op 18 februari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch zijn benaderd. [eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] zouden middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Zij zouden door [gedaagde] worden begeleid. Als zij geen sales zouden maken, dan zouden zij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hen aangeboden voor € 1.500,00 welke zij in drie termijnen mochten betalen. [eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] konden zich vinden in dit aanbod en hebben een bedrag van € 497,00 betaald. [eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] hebben een introductiecall gepland op 19 februari 2024. [gedaagde] heeft niet deelgenomen aan deze call. [eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] hebben ook niks meer vernomen. [eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] hebben bij brief van 20 februari 2024 het contract opgezegd en gebruik gemaakt van hun herroepingsrecht. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.47.
De brief van 20 februari 2024 moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] de overeenkomst wilden herroepen. [eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] zeggen dit ook met zoveel woorden. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] hebben daarmee de overeenkomst binnen de bedenktermijn herroepen.
3.48.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] gebruik hebben gemaakt van de diensten. Volgens [gedaagde] zijn de privéredenen van [eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] geen reden om het geld teruggeven. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook zijn [eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat zij niet zijn geïnformeerd over hun herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] recht hebben op volledige terugbetaling van het door hen betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 497,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 90,21 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 3,33.
-
Eiser sub 9, [eiser sub 9]
3.49.
[eiser sub 9] stelt dat hij op 23 januari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 9] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.994,00. [eiser sub 9] kon zich vinden in dit aanbod en heeft ten tijde van het telefoongesprek, waarin [eiser sub 9] met betrekking tot de betaling werd begeleid, een bedrag van € 200,00 betaald om zijn plek te reserveren. Het restant heeft [eiser sub 9] later in twee termijnen voldaan. Terwijl bij het sluiten van de overeenkomst is aangegeven dat de enige investering zou zijn het bedrag van € 2.994,00, hoorde hij tijdens de introductiecall dat hij zich moest inschrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijke bankrekening moest openen, een boekhouder moest regelen en € 200,00 aan advertentiekosten moest betalen. [eiser sub 9] heeft daarop besloten niet te beginnen met de cursus. Hij heeft kenbaar gemaakt zijn geld terug te willen en heeft een beroep op zijn herroepingsrecht gedaan. [gedaagde] heeft daarop aangegeven dat hij het geld niet terug kan storten. [eiser sub 9] heeft vervolgens besloten om toch een poging te wagen, maar heeft op 3 mei 2024 op basis van zijn wettelijke en juridische rechten gevraagd om restitutie. Hij eist daarbij het geld zo snel mogelijk terug. Op 5 mei 2024 heeft [eiser sub 9] [gedaagde] in gebreke gesteld. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.50.
Hoewel [eiser sub 9] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 9] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. [eiser sub 9] doet ook een beroep op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 9] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. De mail van 3 mei 2024 van [eiser sub 9] moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 9] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 9] geeft immers aan dat hij zijn geld zo snel mogelijk terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 9] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 9] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.51.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat er geen sprake is van dwaling en dat [eiser sub 9] ook geen recht op opzegging van de overeenkomst toekomt omdat [gedaagde] nakomt wat hij belooft. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 9] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 9] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,52 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 3,44.
-
Eiser sub 10, [eiser sub 10]
3.52.
[eiser sub 10] stelt dat hij op 21 maart 2024 door [gedaagde] zelf telefonisch is benaderd. [eiser sub 10] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.994,00. [eiser sub 10] kon zich vinden in dit aanbod en heeft ten tijde van het telefoongesprek een eerste betaling van € 1.497,00 voldaan. Het resterende gedeelte heeft hij de volgende dag voldaan. Op 25 maart 2024 verneemt [eiser sub 10] van een vriend dat die dezelfde overeenkomst heeft met [gedaagde] , maar dan voor een veel lagere prijs. [eiser sub 10] geeft per mail aan dat hij wil stoppen met de cursus en zijn geld terug wil. [gedaagde] heeft op 22 april 2024 verzocht om voortaan enkel per Telegram te communiceren. Achteraf blijkt dat alle gesprekken op Telegram automatisch door een instelling van [gedaagde] zijn verwijderd. [eiser sub 10] heeft ook per Telegram verzocht om de cursus niet langer voort te zetten omdat [gedaagde] niet bereikbaar was voor coaching. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.53.
Hoewel [eiser sub 10] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 10] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 10] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. De mail van 25 maart 2024 van [eiser sub 10] moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 10] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 10] geeft immers aan dat hij wil stoppen en zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 10] heeft de overeenkomst binnen de bedenktermijn herroepen.
3.54.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat er geen sprake is van dwaling en dat [eiser sub 10] ook geen recht op opzegging van de overeenkomst toekomt. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 10] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 10] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,52 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 3,44.
-
Eiser sub 11, [eiser sub 11]
3.55.
[eiser sub 11] stelt dat hij op 13 februari 2024 telefonisch is benaderd. [eiser sub 11] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Het [product 2] betreft internationale dropshipping waarmee hij een gegarandeerde omzet zou behalen van € 15.000,00 à € 20.000,00. Dit alles is hem aangeboden voor € 4.997,00. [eiser sub 11] kon zich vinden in dit aanbod en heeft ten tijde van het telefoongesprek waarin [eiser sub 11] met betrekking tot de betaling werd begeleid, een bedrag van € 4.997,00 voldaan. Na de totstandkoming van de overeenkomst heeft [eiser sub 11] begrepen dat hij € 400,00 beschikbaar moest hebben voor advertentiekosten, een boekhouder moest hebben en diverse abonnementen ten behoeve van een webshop moest afsluiten terwijl hem was toegezegd dat deze kosten volledig gedekt zouden zijn door het bedrag van € 4.997,00. Desondanks heeft [eiser sub 11] een aantal stappen ondernomen en kosten gemaakt van € 1.000,00 ten behoeve van zijn dropship website. Op 6 mei 2024 heeft [eiser sub 11] gevraagd om restitutie.
[gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.56.
Hoewel [eiser sub 11] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 11] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 11] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. De mail van 6 mei 2024 van [eiser sub 11] moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 11] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 11] geeft immers aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 11] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 11] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.57.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat er niet is beloofd dat er 1 op 1 sessies met [eiser sub 11] zouden plaatsvinden. [eiser sub 11] heeft gekregen wat er is beloofd. [eiser sub 11] heeft 4 sessies gehad en toen wilde hij er mee stoppen. [eiser sub 11] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 11] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 11] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 4.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 755,89 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 2,87.
-
Eiser sub 12, [eiser sub 12]
3.58.
[eiser sub 12] stelt dat hij op 22 februari 2024 telefonisch is benaderd. [eiser sub 12] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.997,00. [eiser sub 12] wilde het bedrag niet meteen voldoen. Aan [eiser sub 12] werd aangegeven dat er een beperkt aantal plaatsen beschikbaar waren en dat hij een deel van de aanbetaling direct diende te voldoen. [eiser sub 12] heeft toen € 500,00 voldaan. Nadat hij de volgende dag weer is gebeld heeft hij het resterende deel van € 2.497,00 voldaan. Tijdens de introdutiecall heeft [eiser sub 12] vernomen dat hij diverse abonnementen ten behoeve van een webshop moest afsluiten. [eiser sub 12] heeft een aantal stappen ondernomen. Tijdens de derde call, die [eiser sub 12] nog steeds niet van [gedaagde] kreeg, ontstonden er problemen met de website. Er werd niet gereageerd op de problemen, maar hij ontving een algemeen bericht over en winning product lijst. Nadat voor [eiser sub 12] de maat vol was heeft hij op 28 april 2024 aan [gedaagde] bericht dat hij zijn geld terug wil omdat hij niks is opgeschoten met de cursus, dat hij al te veel geld heeft uitgegeven en er geen zin en geloof meer in heeft. Hij krijgt alleen berichten over nieuwe trajecten. Op 5 mei 2024 vraagt [eiser sub 12] aan [gedaagde] waarom hij niet meer reageert. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.59.
Hoewel [eiser sub 12] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 12] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 12] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 28 april 2024 van [eiser sub 12] moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 12] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 12] geeft immers aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 12] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 12] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.60.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat er altijd 1 op 1 contact is. Dat er soms in groepsverband sessies plaatsvinden doet volgens [gedaagde] niks af aan het feit dat je persoonlijk wordt geholpen. [eiser sub 12] heeft gekregen wat is beloofd. [eiser sub 12] heeft sessies gehad en de leeromgeving ontvangen. [eiser sub 12] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 12] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 12] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,89 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,72.
-
Eiser sub 13, [eiser sub 13]
3.61.
[eiser sub 13] stelt dat hij op 1 februari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 13] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Ook zou hij een geautomatiseerde Nederlandse leverancier toegewezen krijgen. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.997,00. [eiser sub 13] kon zich vinden in het aanbod en heeft het bedrag betaald. Tijdens de introdutiecall heeft [eiser sub 13] vernomen dat hij zich in moest schrijven bij de Kamer van Koophandel, althans dat hij dit in België via Lantis moest doen, en een zakelijke bankrekening moest openen. De call die hij daarna heeft gehad was ook niet 1 op 1 en niet met [gedaagde] . [eiser sub 13] heeft gevraagd of de volgende call wel met [gedaagde] zou zijn, waarop werd aangegeven dat [gedaagde] het te druk had. Ook bleek dat er geen sprake was van een automatiseringssysteem via een Nederlandse leverancier, maar dat het via [onderneming 1] gaat. Deze informatie heeft [eiser sub 13] niet gekregen bij het sluiten van de overeenkomst. [eiser sub 13] heeft besloten om te stoppen met de cursus en heeft DAS Rechtsbijstand ingeschakeld. DAS Rechtsbijstand heeft op 13 februari 2024, 22 februari 2024 en 7 maart 2024 onder andere het herroepingsrecht ingeroepen. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.62.
Hoewel [eiser sub 13] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 13] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De voormalige gemachtigde van [eiser sub 13] heeft zich onder andere in zijn brief van 13 februari 2024 daarop ook beroepen. De kantonrechter dient ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 13] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. De brief van 13 februari 2024 van de voormalig gemachtigde van [eiser sub 13] moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 12] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 13] heeft de overeenkomst binnen de bedenktermijn herroepen.
3.63.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat er nooit 1 op 1 sessies met [gedaagde] zelf zijn beloofd. [eiser sub 13] heeft gekregen waar voor is betaald. [eiser sub 13] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 13] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 13] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,89 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 3,44.
-
Eiser sub 14, [eiser sub 14]
3.64.
[eiser sub 14] stelt dat hij op 14 september 2024 telefonisch is benaderd. [eiser sub 14] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Alle kosten waren inbegrepen waaronder het adverteren via Google ADS. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.997,00. [eiser sub 14] kon zich vinden in het aanbod. Hij heeft ten tijde van het telefoongesprek een betaallink ontvangen en het bedrag betaald. Nadat hij thuis had verteld over de overeenkomst en zijn vader boos op hem is geworden, heeft [eiser sub 14] op 15 september 2023 per Whatsapp bericht dat hij eventueel later wilde beginnen, maar voor nu wilde stoppen en zijn geld terug wilde. Hij heeft meerdere keren bericht dat hij zich uit het traject terug wilde trekken, dat hij nog niet wilde beginnen en zijn geld terug wilde. Omdat [gedaagde] aangaf dat er alleen een salesgarantie is overeengekomen, heeft hij de cursus een kans gegeven. Van een 1 op 1 coaching was geen sprake. De beloofde all-in prijs bleek geen all-in prijs te zijn en [eiser sub 14] moest zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.65.
Hoewel [eiser sub 14] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 14] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 14] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. De Whatsappberichten van 15 september 2023 van [eiser sub 14] moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 14] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 14] geeft meerdere keren aan dat hij nog niet wil beginnen en dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 14] heeft de overeenkomst binnen de bedenktermijn herroepen.
3.66.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat er geen sprake is van dwaling. [eiser sub 14] is in 2023 begonnen en heeft genoegen genomen met de beslissing van toen, aldus [gedaagde] . [eiser sub 14] heeft per Whataspp meerdere malen aangeven te willen stoppen en zijn geld terug te willen. Dat [gedaagde] hier niks mee doet en aangeeft dat er alleen een salesgarantie is overeengekomen en [eiser sub 14] onder druk zet, komt voor rekening en risico van [gedaagde] . [eiser sub 14] heeft de overeenkomst tijdig herroepen en kon ook, zoals hiervoor al is opgemerkt, een beroep doen op zijn herroepingsrecht. [eiser sub 14] is voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 14] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,89 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 3,44.
-
Eiser sub 15, [eiser sub 15]
3.67.
[eiser sub 15] stelt dat hij op 15 januari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 15] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.247,00. [eiser sub 15] kon zich vinden in het aanbod, maar kon niet in een keer betalen. Afgesproken is dat [eiser sub 15] eerst € 250,00 zou betalen om er zeker van te zijn dat [eiser sub 15] een plekje had. [eiser sub 15] heeft dat betaald. De volgende dag heeft [eiser sub 15] het restant van € 997,00 betaald. Tijdens de introdutiecall heeft [eiser sub 15] vernomen dat hij zich in moest schrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijke bankrekening moest openen en een boekhouder diende te regelen. Vervolgens is [eiser sub 15] gevraagd om via Facebook te adverteren. Dat kon enkel via een doorverwijzing die [eiser sub 15] van [gedaagde] kreeg. De kosten hiervan moest [eiser sub 15] zelf dragen. Dat heeft [eiser sub 15] doen besluiten om niet verder te gaan met de cursus. [eiser sub 15] heeft dit via Telegram kenbaar moeten maken. [gedaagde] heeft aangegeven dat geld teruggeven geen optie was. Achteraf blijkt dat alle gesprekken op Telegram automatisch door een instelling van [gedaagde] zijn verwijderd. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.68.
Hoewel [eiser sub 15] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 15] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 15] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. [eiser sub 15] stelt dat hij per Telegram aan [gedaagde] heeft laten weten dat hij wilde stoppen met de cursus. Vast staat dat op verzoek van [gedaagde] op een gegeven moment alle berichtenverkeer via Telegram diende plaats te vinden en dat de berichten, door een automatische instelling van [gedaagde] , zijn gewist. [gedaagde] erkent dit ook. Dat [eiser sub 15] in dit geval geen bewijs kan bijbrengen van zijn opzegging komt dan ook voor rekening en risico van [gedaagde] . Dit geldt temeer omdat [gedaagde] de opzegging van [eiser sub 15] niet heeft betwist. Dat betekent dat ervan uit moet worden gegaan dat [eiser sub 15] ondubbelzinnig aan [gedaagde] heeft laten weten dat hij de overeenkomst wilde herroepen. Niet duidelijk is wanneer [eiser sub 15] dit precies kenbaar heeft gemaakt. Omdat [eiser sub 15] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn met 12 maanden verlengd. Gelet op de tijdsverloop in deze zaak moet ervan uit worden gegaan dat de opzegging binnen die 12 maanden is geschied. Ook de brief van de gemachtigde van [eiser sub 15] van 9 september 2024 moet worden gezien als een herroeping. [eiser sub 15] heeft daarmee de overeenkomt binnen de verlengde bedenktermijn herroepen.
3.69.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 15] heeft gekregen wat hem is beloofd. [eiser sub 15] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 15] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 15] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.247,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 226,33 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 0,72.
-
Eiser sub 16, [eiser sub 16]
3.70.
[eiser sub 16] stelt dat hij op 10 oktober 2023 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 16] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.997,00. Aan [eiser sub 16] is kenbaar gemaakt dat als hij gelijk € 100,00 zou overmaken, hij de mogelijkheid zou krijgen om over het aanbod na te denken. [eiser sub 16] heeft € 100,00 voldaan. Vervolgens heeft [eiser sub 16] nog 3 betalingen verricht. In totaal heeft [eiser sub 16] € 1.997,00 voldaan. [eiser sub 16] heeft nooit toegang gehad tot de digitale leeromgeving. Na betaling bleek hem dat hij zich in moest schrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijke bankrekening moest openen en dat een boekhouder handig was om te regelen. Er was geen sprake van een 1 op 1 coaching. De calls duurden niet langer dan 10 minuten en waren karig. [eiser sub 16] heeft via Telegram kenbaar gemaakt dat hij wilde stoppen. [gedaagde] heeft aangegeven dat [eiser sub 16] wel mocht stoppen, maar geld teruggeven was niet mogelijk. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.71.
Hoewel [eiser sub 16] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 16] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 16] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. [eiser sub 16] stelt dat hij per Telegram aan [gedaagde] heeft laten weten dat hij wilde stoppen met de cursus. Vast staat dat op verzoek van [gedaagde] op een gegeven moment alle berichtenverkeer via Telegram diende plaats te vinden en dat de berichten door een automatische instelling van [gedaagde] zijn gewist. [gedaagde] erkent dit ook. Dat [eiser sub 16] in dit geval geen bewijs kan bijbrengen van zijn mededeling dat hij wilde stoppen komt dan ook voor rekening en risico van [gedaagde] . Dit geldt temeer omdat [gedaagde] dit niet betwist. Dat betekent dat ervan uit moet worden gegaan dat [eiser sub 16] ondubbelzinnig aan [gedaagde] heeft laten weten dat hij de overeenkomst wilde herroepen. Niet duidelijk is wanneer [eiser sub 16] dit precies kenbaar heeft gemaakt. Omdat [eiser sub 16] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn met 12 maanden verlengd. Gelet op de tijdsverloop in deze zaak moet ervan uit worden gegaan dat de opzegging binnen die 12 maanden is geschied. Ook de brief van de gemachtigde van [eiser sub 16] van 9 september 2024 moet worden gezien als een herroeping. [eiser sub 16] heeft daarmee de overeenkomt binnen de verlengde bedenktermijn herroepen.
3.72.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 16] heeft gekregen wat hem is beloofd. [eiser sub 16] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Verder is [eiser sub 16] al in 2023 begonnen en heeft hij genoegen genomen met de beslissing van toen, aldus [gedaagde] . [eiser sub 16] heeft echter gebruik gemaakt van zijn herroepingsrecht en kon, zoals hiervoor al is opgemerkt, ook een beroep doen op zijn herroepingsrecht. [eiser sub 16] is voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 16] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 362,46 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,15.
-
Eiser sub 17, [eiser sub 17]
3.73.
[eiser sub 17] stelt dat hij op 12 januari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 17] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.997,00. Dit zou alles zijn wat [eiser sub 17] hoefde te betalen. [eiser sub 17] kon zich vinden in het aanbod. Tijdens de introdutiecall heeft [eiser sub 17] vernomen dat hij zich in moest schrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijke bankrekening moest openen en een boekhouder diende te regelen. De grens was voor [eiser sub 17] bereikt toen hij ook nog moest adverteren via Facebook, wat hem nog eens € 700,00 zou gaan kosten. [gedaagde] gaf aan dat [eiser sub 17] via [onderneming 2] moest adverteren, hetgeen uiteindelijk weer is te herleiden naar [gedaagde] . Op 11 april 2024 geeft [eiser sub 17] aan dat hem aan het begin nooit is aangegeven dat er zoveel kosten bij kwamen. Zijn geld is op. Hij wil graag het geld van de cursus terug krijgen. Op 14 april 2024 bericht [eiser sub 17] dat er nooit is vermeld dat er € 700,00 bij zou komen voor [onderneming 2] . Als dat wel zo was geweest had hij de cursus nooit aangeschaft. [eiser sub 17] wil dat [gedaagde] het geld terug stort op zijn rekening. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.74.
Hoewel [eiser sub 17] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 17] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 17] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. De berichten van 11 en 14 april 2024 van [eiser sub 17] moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 17] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 17] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 17] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 17] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.75.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 17] heeft gekregen waarvoor hij heeft betaald. [eiser sub 17] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 17] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 17] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 362,46 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,15.
-
Eiser sub 18, [eiser sub 18]
3.76.
[eiser sub 18] stelt dat hij op 31 januari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 18] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.994,00. [eiser sub 18] kon zich vinden in het aanbod. [eiser sub 18] heeft € 500,00 betaald om zijn plek te garanderen. Een paar uur later, nadat hij zijn betaallimiet had verhoogd, is hij weer gebeld om het restant te betalen. Tijdens de introdutiecall heeft [eiser sub 18] vernomen dat hij zich in moest schrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijke bankrekening moest openen en een boekhouder diende te regelen. Toen onder andere bleek dat [gedaagde] de 1 op 1 coaching niet kon waarmaken en aan [eiser sub 18] niet werd uitgelegd hoe hij een en ander moest doen, maar slechts zijn scherm werd overgenomen en er werd gedaan wat er gedaan moest worden, heeft [eiser sub 18] op 12 april 2024 aan [gedaagde] bericht dat hij er mee wilde stoppen. Hij doet een verzoek tot terugbetaling. [eiser sub 18] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.77.
Hoewel [eiser sub 18] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 18] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 18] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 12 april 2024 van [eiser sub 18] moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 18] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 18] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 18] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 18] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.78.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat tijdens de sessies exact wordt uitgelegd hoe iets werkt en wat je er mee moet doen. [eiser sub 18] is gestart op 31 januari 2024 en geeft bijna 3 maanden later pas aan dat hij ontevreden is. [eiser sub 18] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 18] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 18] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,52 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,72.
-
Eiser sub 19 [eiseres sub 19]
3.79.
[eiseres sub 19] stelt dat zij op 31 oktober 2023 door [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiseres sub 19] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Zij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als zij geen sales zou maken, dan zou zij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is haar aangeboden voor € 1.396,00. [eiseres sub 19] kon zich vinden in dit aanbod, maar kon niet in een keer betalen. Op 23 november 2023 heeft [eiseres sub 19] een tweede deelbetaling gedaan waarna zij met de introductiecall mocht beginnen. Op 22 december 2023 heeft [eiseres sub 19] een derde betaling gedaan. Tijdens de intoductiecall bleek [eiseres sub 19] dat zij zich in moest schrijven bij de Kamer van Koophandel voordat zij kon starten. Van 1 op 1 coaching is geen sprake geweest. Meerdere malen heeft [eiseres sub 19] via Telegram om hulp gevraagd, maar die hulp kreeg zij niet. [eiseres sub 19] heeft uiteindelijk besloten om te stoppen. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.80.
Hoewel [eiseres sub 19] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiseres sub 19] zich allereerst beroept op haar herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiseres sub 19] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. [eiseres sub 19] stelt dat zij besloten heeft te stoppen. Hoe [eiseres sub 19] dit aan [gedaagde] kenbaar heeft gemaakt, is niet duidelijk, maar [gedaagde] betwist niet dat [eiseres sub 19] dat heeft gedaan. Dat betekent dat vast is komen te staan dat [eiseres sub 19] dit heeft gedaan. Dat betekent ook dat ervan uit moet worden gegaan dat [eiseres sub 19] ondubbelzinnig aan [gedaagde] heeft laten weten dat zij de overeenkomst wilde herroepen. Ook de brief van de gemachtigde van [eiseres sub 19] van 9 september 2024 moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiseres sub 19] de overeenkomst wilde herroepen. Daarmee heeft [eiseres sub 19] de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiseres sub 19] niet is geïnformeerd over haar herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.81.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiseres sub 19] is begonnen in 2023 en dat zij in meerdere termijnen heeft betaald. Dit bewijst volgens [gedaagde] dat [eiseres sub 19] tevreden is, anders zou zij niet betalen. [eiseres sub 19] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. [eiseres sub 19] heeft gebruik gemaakt van haar herroepingsrecht en kon, zoals hiervoor al is opgemerkt, ook een beroep doen op haar herroepingsrecht. [eiseres sub 19] is voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat zij niet is geïnformeerd over haar herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiseres sub 19] recht heeft op volledige terugbetaling van het door haar betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.396,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 253,37 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 0,80.
-
Eiser sub 20, [eiser sub 20]
3.82.
[eiser sub 20] stelt dat hij op 17 november 2023 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 20] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.994,00. [eiser sub 20] kon zich vinden in het aanbod. [eiser sub 20] heeft in twee termijnen betaald.
Tijdens de introdutiecall heeft [eiser sub 20] vernomen dat hij zich in moest schrijven bij de Kamer van Koophandel en een zakelijke bankrekening moest openen. [eiser sub 20] kreeg niet de beloofde 1 op 1 coaching van [gedaagde] . Toen [eiser sub 20] weer een ander persoon kreeg die zijn camera niet aan wilde zetten was voor [eiser sub 20] de maat vol. Op 30 maart 2024 heeft [eiser sub 20] een email gestuurd waarin hij aangeeft niet tevreden te zijn over de cursus en waarin hij kenbaar maakt zijn geld terug te willen. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.83.
Hoewel [eiser sub 20] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 20] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 20] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 30 maart 2024 van [eiser sub 20] moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 20] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 20] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 20] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 20] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.84.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 20] maanden gebruik heeft gemaakt van de sessies en het lesmateriaal alvorens hij een klacht indient. Aan [eiser sub 20] is niet belooft dat er sprake zou zijn van 1 op 1 sessies met [gedaagde] . [eiser sub 20] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 20] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 20] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 361,91 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,14.
-
Eiser sub 21, [eiser sub 21]
3.85.
[eiser sub 21] stelt dat hij op 20 december 2023 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 21] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.994,00. [eiser sub 21] kon zich vinden in het aanbod. [eiser sub 21] heeft in twee termijnen betaald.
De beloofde 1 op 1 coaching is nimmer nagekomen. Op 27 februari 2024 bleek dat [eiser sub 21] niet het [product 2] (internationaal), waar hij voor had betaald, volgde maar het [product 1] (Nederland en België). Het internationale traject bleek alleen Zweden te omvatten. [eiser sub 21] wilde verder met het oude traject waar hij mee was begonnen, maar dit was niet mogelijk. [eiser sub 21] heeft daarop aangegeven te willen stoppen en zijn geld terug te willen. [eiser sub 21] geeft aan dat hij vanaf 29 februari 2024 weet dat het [product 2] alleen Zweden betreft. Daarom wil hij afzien van de cursus. Dit is volgens [eiser sub 21] binnen 14 dagen. [eiser sub 21] zou hier nooit voor kiezen omdat dit geen internationale handel is. [eiser sub 21] was bereid voor de 4 ontvangen calls € 75,00 per keer te betalen. Op 25 maart 2024 heeft [eiser sub 21] op grond van zijn herroepingsrecht gevraagd om terugbetaling. Op 17 april 2024 heeft [gedaagde] aangegeven dat dit niet mogelijk was. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.86.
Hoewel [eiser sub 21] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 21] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. In zijn brief van 25 maart 2024 doet hij hier ook een beroep op. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 21] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 25 maart 2024 van [eiser sub 21] moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 21] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 21] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 21] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 21] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.87.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 21] was begonnen met het traject, waarbij de focus eerst lag op een store in Nederland en België en werd uitgebreid naar Zweden. Een store openen in Zweden is internationaal. Van de sessies en de leeromgeving is gebruik gemaakt. Er is maanden gewerkt voordat er een officiële klacht is ingediend. [eiser sub 21] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 21] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 21] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,52 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,72.
-
Eiser sub 22, [eiser sub 22]
3.88.
[eiser sub 22] stelt dat hij op 11 september 2023 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 22] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.997,00, waarbij hem is gezegd dat dit alle kosten zouden zijn. Er zouden alleen kosten voor de aanschaf van een webshop en inschrijving Kamer van Koophandel bij komen. Deze kosten zouden niet meer dan € 300,00 bedragen. [eiser sub 22] kon zich vinden in het aanbod. [eiser sub 22] moest tijdens het telefoongesprek betalen, wat [eiser sub 22] ook heeft gedaan. Op 5 december 2023 bleek hem dat hij minimaal € 750,00 moest investeren in advertentiekosten en hier ook een abonnement voor moest afsluiten van € 250,00 per maand. [eiser sub 22] is toen afgehaakt. [gedaagde] heeft niet waargemaakt wat is beloofd. De 1 op 1 coaching is nimmer nagekomen. Op 5 december 2023 heeft [eiser sub 22] via Whatsapp aan [gedaagde] bericht dat hij het te duur vindt omdat er alleen maar meer bij komt. Dat dit echt te ver gaat. Hij zit krap in zijn geld en vraagt of het een idee is om € 1.000,00 tot € 1.500,00 terug te krijgen. [gedaagde] deelt aan [eiser sub 22] mee dat dit niet gaat. Op 27 december 2023 mailt [eiser sub 22] [gedaagde] met het verzoek iets van zijn geld terug te krijgen. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.89.
Hoewel [eiser sub 22] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op dwaling en subsidiair op opzegging, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 22] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 22] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 5 december 2023 en de mail van 27 december 2023 moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 22] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 22] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 22] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 22] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.90.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 22] was begonnen met het traject. Hij heeft gekregen wat hem is beloofd. [eiser sub 22] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 22] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 22] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 362,46 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,15.
-
Eiser sub 23, [eiser sub 23]
3.91.
[eiser sub 23] stelt dat hij op 26 januari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 23] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.994,00. Er zouden alleen kosten bijkomen voor de webshop en de inschrijven bij de Kamer van Koophandel. [eiser sub 23] kon zich vinden in het aanbod. [eiser sub 23] moest tijdens het telefoongesprek minimaal € 497,00 voldoen. [eiser sub 23] heeft dat betaald en op 27 januari 2024 heeft [eiser sub 23] nog een bedrag van € 1.497,00 betaald. Tijdens de calls heeft [eiser sub 23] vernomen dat hij een abonnement moest afsluiten voor een zogenaamde advertentie account en minimaal € 1.000,00 moest investeren. [eiser sub 23] is toen afgehaakt. Op 3 maart 2024 heeft [eiser sub 23] gevraagd om restitutie van het door hem betaalde bedrag.
Hij heeft aangegeven dat hij wilde stoppen met de coaching omdat beloftes niet werden nagekomen en hij verder geen reactie meer ontving. [eiser sub 23] heeft dit aangegeven via Telegram. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.92.
Hoewel [eiser sub 23] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 23] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 23] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. [eiser sub 23] stelt dat hij per Telegram aan [gedaagde] heeft laten weten dat hij wilde stoppen met de cursus. Vast staat dat op verzoek van [gedaagde] op een gegeven moment alle berichtenverkeer via Telegram diende plaats te vinden en dat de berichten, door een automatische instelling van [gedaagde] zijn gewist. [gedaagde] erkent dit ook. Dat [eiser sub 23] in dit geval geen bewijs kan bijbrengen van zijn opzegging komt dan ook voor rekening en risico van [gedaagde] . Dit geldt temeer omdat [gedaagde] de opzegging van [eiser sub 23] niet heeft betwist. Dat betekent dat ervan uit moet worden gegaan dat [eiser sub 23] op 3 maart 2024 ondubbelzinnig aan [gedaagde] heeft laten weten dat hij de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 23] geeft aan dat hij wil stoppen en vraagt om restitutie van het door hem betaalde bedrag. Dit moet ruim worden opgevat. Daarnaast dient ook de brief van de gemachtigde van [eiser sub 23] van 9 september 2024 te worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 23] de overeenkomst wilde herroepen te worden aangemerkt. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 23] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 23] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.93.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 23] pas na bijna 2 maanden een klacht indient. Hij heeft gebruik gemaakt van de leeromgeving en sessies gevolgd. [eiser sub 23] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 23] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 23] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 361,91 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,14.
-
Eiser sub 24, [eiser sub 24]
3.94.
[eiser sub 24] stelt dat hij op 20 september 2023 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 24] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.497,00. [eiser sub 24] kon zich vinden in het aanbod, maar gaf aan dit bedrag niet volledig te kunnen betalen. Hij mocht een eerste betaling van € 747,00 voldoen en het resterende bedrag als hij winst maakte. [eiser sub 24] heeft € 747,00 betaald. Op 6 oktober 2023 heeft [eiser sub 24] de introductiecall gehad. Op 19 oktober 2023 ontvangt [eiser sub 24] bericht dat hij de tweede termijn van de cursus moest voldoen. [gedaagde] dreigt met het uitbesteden van het openstaande bedrag aan een incassobureau. Tussen partijen vindt vervolgens een Whatsappconversatie plaats waarin [eiser sub 24] aangeeft dat hij andere afspraken heeft gemaakt en dat hij naar de politie zal gaan om aangifte te doen. Volgens [eiser sub 24] geeft hij ook aan dat hij wil stoppen met het traject en zijn geld terug wil. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.95.
Hoewel [eiser sub 24] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 24] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 24] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. De Whatsappberichten moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 24] de overeenkomst wilde herroepen. Hoewel dit niet blijkt uit de door [eiser sub 24] overgelegde Whatsappconversatie, betwist [gedaagde] niet dat [eiser sub 24] heeft aangegeven te willen stoppen met het traject en dat hij zijn geld terug wil. De kantonrechter gaat dan ook uit van de juistheid van de stelling van [eiser sub 24] . [eiser sub 24] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Daarnaast dient ook de brief van de gemachtigde van [eiser sub 24] van 9 september 2024 te worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 24] de overeenkomst wilde herroepen te worden aangemerkt. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 24] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 24] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.96.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 24] was begonnen met het traject. Aan [eiser sub 24] is nooit beloofd dat hij de tweede termijn pas hoefde te betalen nadat hij geld verdiende. [eiser sub 24] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 24] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 24] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 747,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 135,58 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 0,43.
-
Eiser sub 25, [eiser sub 25]
3.97.
[eiser sub 25] stelt dat hij op 16 januari 2024 door [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 25] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.497,00. [eiser sub 25] kon zich vinden in het aanbod. [eiser sub 25] moest tijdens het telefoongesprek betalen, wat [eiser sub 25] ook heeft gedaan. Tijdens een call verneemt [eiser sub 25] dat hij een advertentieaccount moet opzetten. Op 8 februari 2024 betaalt hij het door de zogenoemde agency aangegeven bedrag en moet hij wachten tot een account voor hem wordt aangemaakt. Na twee maanden gelooft [eiser sub 25] er niet meer in en geeft hij aan dat hij zijn geld terug wil. Op 10 april 2024 vraagt [eiser sub 25] bij [gedaagde] om restitutie van het door hem betaalde bedrag. Op 10 mei 2024 bericht [gedaagde] dat hij daar geen recht op heeft. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.98.
Hoewel [eiser sub 25] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 25] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 25] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 10 april 2024 moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 25] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 25] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 25] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 25] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.99.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 25] was begonnen met het traject. Hij heeft meerdere sessies gehad en was bijna aan het einde van zijn traject. [eiser sub 25] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 25] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat de overeenkomst bijna volledig is uitgevoerd maakt, zoals hiervoor is opgemerkt, geen verschil. Dat betekent dat [eiser sub 25] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.497,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 271,71 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 0,86.
-
Eiser sub 26, [eiser sub 26]
3.100. [eiser sub 26] stelt dat hij op 4 januari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 26] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.997,00. [eiser sub 26] zou binnen twee weken nadat hij live ging met zijn webshop kunnen stoppen met zijn bijbaan omdat hij gegarandeerd grote bedragen zou verdienen. [eiser sub 26] kon zich vinden in het aanbod. Hij heeft op 4 januari 2024 € 997,00 voldaan en op 5 januari 2024 het restant. Tijdens de introductiecall verneemt [eiser sub 26] dat hij zich moet inschrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijk rekening moet openen en een abonnement moet afsluiten bij [onderneming 3] . Na enkele calls bleek dat [eiser sub 26] meerdere abonnementen moest afsluiten en nog meer geld moest investeren. [eiser sub 26] heeft investeringen gedaan, maar na een moeizame communicatie aan de zijde van [gedaagde] heeft [eiser sub 26] op 17 april 2024 bericht dat hij wilde stoppen. Op 3 mei 2024 merkt [eiser sub 26] op dat alle berichten op Telegram zijn verwijderd. Op 4 mei 2024 bericht [eiser sub 26] dat hij zijn geld terug zou krijgen en dat hij dit al eerder heeft aangeven. Hem was een 1 op 1 traject aangebonden, wat hij niet heeft gekregen, hij had maximaal een budget van 2k nodig, wat niet waar blijkt te zijn en aan hem is niets verteld over de kosten die er nog bij zouden komen voor Facebook ADS, Facebook [.] en een boekhouder. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.101. Hoewel [eiser sub 26] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 26] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 26] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 17 april 2024, welke door [gedaagde] niet wordt betwist, en het bericht van 4 mei 2024 moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 26] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 26] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 26] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 26] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.102. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 26] was begonnen met het traject. Hij heeft meer dan 3 maanden gebruik gemaakt van het traject. [eiser sub 26] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 26] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat hij al drie maanden gebruik heeft gemaakt van het traject maakt, zoals hiervoor is opgemerkt, geen verschil. Dat betekent dat [eiser sub 26] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 361,91 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,14.
-
Eiser sub 27, [eiser sub 27]
3.103. [eiser sub 27] stelt dat hij op 1 februari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 27] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.997,00. [eiser sub 27] kon zich vinden in het aanbod. Hij heeft tijdens het telefoongesprek een bedrag van € 2.997,00 voldaan. [eiser sub 27] moest met een agency account in zee gaan om advertenties te plaatsen. [eiser sub 27] betaalt hiervoor € 400,00. [eiser sub 27] krijgt geen reactie meer en vraagt zijn geld terug van het agency bureau. Op 15 april 2024 vraagt hij [gedaagde] om een oplossing. Na meerdere reminders vraagt [eiser sub 27] op 18 mei 2024 om restitutie van de aan [gedaagde] betaalde gelden. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.104. Hoewel [eiser sub 27] zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 27] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 27] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 18 mei 2024 moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 27] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 27] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 27] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 27] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.105. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 27] was begonnen met het traject en nooit een klacht heeft ingediend over het traject. Hij wil alleen zijn geld terug omdat het agency bedrijf niet reageert. Daar heeft [gedaagde] geen invloed op. [eiser sub 27] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 27] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 27] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,89 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,72.
-
Eiser sub 28, [eiser sub 28]
3.106. [eiser sub 28] stelt dat hij op 26 januari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 28] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.997,00. [eiser sub 28] kon zich vinden in het aanbod. Hij heeft tijdens het telefoongesprek een bedrag van € 1.997,00 voldaan. [eiser sub 28] heeft zich ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijk rekening geopend en een abonnement afgesloten bij [onderneming 3] . Tijdens de calls heeft [eiser sub 28] vernomen dat hij diverse abonnement moest afsluiten. [eiser sub 28] is toen afgehaakt. [eiser sub 28] heeft op 3 maart 2024 via Telegram verzocht om restitutie. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.107. Hoewel [eiser sub 28] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 28] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 28] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. [eiser sub 28] stelt dat hij per Telegram aan [gedaagde] heeft verzocht om restitutie. Vast staat dat op verzoek van [gedaagde] op een gegeven moment alle berichtenverkeer via Telegram diende plaats te vinden en dat de berichten, door een automatische instelling van [gedaagde] zijn gewist. [gedaagde] erkent dit ook. Dat [eiser sub 28] in dit geval geen bewijs kan bijbrengen van zijn opzegging komt dan ook voor rekening en risico van [gedaagde] . Dit geldt temeer omdat [gedaagde] de opzegging van [eiser sub 28] niet heeft betwist. Dat betekent dat ervan uit moet worden gegaan dat [eiser sub 28] op 3 maart 2024 ondubbelzinnig aan [gedaagde] heeft laten weten dat hij de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 28] vraagt om restitutie van het door hem betaalde bedrag. Dit moet ruim worden opgevat. Ook de brief van de gemachtigde van [eiser sub 28] van 9 september 2024 moet worden gezien als een herroeping. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 28] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 28] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.108. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 28] was begonnen met het traject en dat hij heeft gekregen wat hem is beloofd. Sessie 1 op 1 met [gedaagde] zijn nooit beloofd. [eiser sub 28] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 28] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 28] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 362,46 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,15.
-
Eiser sub 29, [eiser sub 29]
3.109. [eiser sub 29] stelt dat hij in december 2023 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 29] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.500,00 als hij direct de overeenkomst sloot. [eiser sub 29] kon zich vinden in het aanbod en heeft dit op 14 december 2023 kenbaar gemaakt. De prijs is toen wel verhoogd. In totaal heeft [eiser sub 29] € 2.694,00 in delen betaald. De betalingen moesten steeds naar een ander rekeningnummer worden overgemaakt. [eiser sub 29] heeft zich ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijk rekening geopend en een boekhouder geregeld. Omdat de 1 op 1 coaching en de beloofde all-in prijs niet werd nagekomen en [eiser sub 29] gaandeweg extra kosten heeft moeten maken, heeft hij op 3 mei 2024 aan [gedaagde] een mail gestuurd waarin hij een beroep heeft gedaan op de salesgarantie. Hij wilde zijn geld terug. Op 15 mei 2024 bericht [eiser sub 29] aan [gedaagde] dat de informatie die gegeven was misleidend is. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.110. Hoewel [eiser sub 29] zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 29] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 29] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 3 mei 2024 moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 29] de overeenkomst wilde herroepen. Hij doet immers een beroep op de salesgarantie wat betekent dat [eiser sub 29] af wilde van de overeenkomst. [eiser sub 29] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 29] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 29] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.111. [gedaagde] heeft aangevoerd dat als [eiser sub 29] kan aantonen dat als hij de strategie van [gedaagde] heeft gevolgd, maar deze niet werkt, hij het betaalde bedrag terug kan krijgen. Het al dan niet werken van de strategie van [gedaagde] maakt, zoals hiervoor al is opgemerkt, niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. In het midden kan blijven of [eiser sub 29] wel of geen sales heeft gemaakt. Immers, ook als daar wel sprake van is, is hij geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 29] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.694,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 477,22 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,55.
-
Eiser sub 30, [eiser sub 30]
3.112. [eiser sub 30] stelt dat hij op 12 december 2023 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 30] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Hoewel eerst was aangegeven dat de cursus gratis was en dat [eiser sub 30] alleen een startbudget diende te hebben, bleek dat de cursus niet gratis was. [eiser sub 30] was bereid om € 1.000,00 te betalen, maar volgens de partner van [gedaagde] moest dit € 2.000,00 zijn. [eiser sub 30] is akkoord gegaan met € 2.000,00, maar heeft twee keer een bedrag van € 997,00 betaald. Toen bleek dat van 1 op 1 coaching geen sprake was heeft [eiser sub 30] op 27 maart 2024 aan [gedaagde] gemaild of het mogelijk was om te stoppen en zijn investering terug te krijgen. [gedaagde] heeft op 27 maart 2024 aan [eiser sub 30] bericht dat dit niet mogelijk was. Daarna heeft [eiser sub 30] via Telegram kenbaar gemaakt te willen stoppen omdat de afspraken niet zijn nagekomen. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.113. Hoewel [eiser sub 30] zich primair beroept op dwaling en subsidiair op een tekortkoming, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 30] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 30] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 27 maart 2024 en het onbetwiste bericht via Telegram moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 30] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 30] geeft aan dat hij wil stoppen en zijn investering terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 30] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 30] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.114. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 30] was begonnen met het traject, er maanden gebruik van maakt en vervolgens in maart 2024 zijn geld terug wil. Op de salesgarantie kan [eiser sub 30] niet terugvallen omdat [eiser sub 30] niet het hele traject heeft doorlopen. Er is volgens [gedaagde] geen sprake van dwaling. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 30] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 30] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 361,91 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,14.
-
Eiser sub 31, [eiser sub 31]
3.115. [eiser sub 31] stelt dat hij op 22 januari 2024 door [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 31] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.997,00. [eiser sub 31] kon zich vinden in het aanbod. Hij heeft tijdens het telefoongesprek een bedrag van € 2.997,00 voldaan. Tijdens de introductiecall hoorde hij dat hij zich moest inschrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijke bankrekening moest openen en een boekhouder moest regelen. [eiser sub 31] heeft geen 1 op 1 coaching gehad en hij kreeg informatie over het [product 1] terwijl hij het [product 2] had afgenomen. [eiser sub 31] heeft zich ingezet maar er kwam geen verkoop. Per brief van 3 mei 2024 eist [eiser sub 31] terugbetaling van het cursusgeld. Op 10 mei 2024 doet [eiser sub 31] een beroep op de salesgarantie en vraagt hij zijn geld terug. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.116. Hoewel [eiser sub 31] zich primair beroept op dwaling en subsidiair op een tekortkoming, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 31] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 31] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. De berichten van 3 mei 2024 en 10 mei 2024 moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 31] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 31] geeft aan dat hij zijn geld terug wil en doet onder andere een beroep op oneerlijke handelspraktijken. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 31] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 31] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.117. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 31] was begonnen met het traject en deze volledig of gedeeltelijk heeft gevolgd. Als [eiser sub 31] kan aantonen dat als hij de strategie van [gedaagde] heeft gevolgd, maar deze niet werkt, kan hij het betaalde bedrag terugkrijgen. Het al dan werken van de strategie van [gedaagde] maakt, zoals hiervoor als is opgemerkt, niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. In het midden kan blijven of [eiser sub 31] wel of geen sales heeft gemaakt. Immers, ook als daar wel sprake van is, is hij geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 31] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,89 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,72.
-
Eiser sub 32, [eiser sub 32]
3.118. [eiser sub 32] stelt dat hij op 29 augustus 2023 door [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 32] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.994,00. [eiser sub 32] kon zich vinden in het aanbod en heeft het bedrag in twee termijnen voldaan. [eiser sub 32] heeft geen beschikking gehad tot de digitale leeromgeving. Hij heeft een aantal korte calls gehad met [gedaagde] die niet gekwalificeerd kunnen worden als coaching. [eiser sub 32] heeft meerdere malen via Telegram verzocht om restitutie, ook op 2 mei 2024. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.119. Hoewel [eiser sub 32] zich primair beroept op dwaling en subsidiair op een tekortkoming, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 32] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 32] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. De bericht van 2 mei 2024 moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 32] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 32] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 32] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 32] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.120. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 32] geen recht heeft op restitutie. Hij is in september 2023 begonnen. [eiser sub 32] heeft nooit een klacht ingediend. Van dwaling is geen sprake. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 32] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 32] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 361,91 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,14.
-
Eiser sub 33, [eiser sub 33]
3.121. [eiser sub 33] stelt dat hij in augustus 2023 door [gedaagde] telefonisch is benaderd door [gedaagde] . [eiser sub 33] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.994,00. [eiser sub 33] kon zich vinden in het aanbod en heeft het bedrag in twee termijnen voldaan. [eiser sub 33] heeft wel gebruik kunnen maken van de 1 op 1 coaching en heeft ook een aantal sales gedraaid. Als klanten bestellingen hebben geplaatst vraagt [eiser sub 33] aan [gedaagde] hoe verder te handelen. [gedaagde] geeft aan dat hij dit verder zelf moet afhandelen via [onderneming 1] . Volgens [eiser sub 33] is dat niet afgesproken. Dit is niet de manier waarop ze zouden gaan draaien en hij gaat niet aan klanten vertellen dat ze twee weken op een pakketje moeten wachten. De afspraak was dat er een Nederlandse leverancier zou zijn. Bestellen via [onderneming 1] kunnen mensen ook wel zelf. [eiser sub 33] geeft op 2 november 2024 aan dat hij zijn geld terug wil en dat [gedaagde] de store mag houden, dat hij er niks mee gaat doen en het wil afsluiten. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.122. Hoewel [eiser sub 33] zich primair beroept op dwaling en subsidiair op een tekortkoming, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 33] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 33] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Op 9 september 2024 schrijft de gemachtigde van [eiser sub 33] [gedaagde] aan en op 2 november 2024 geeft [eiser sub 33] aan dat hij zijn geld terug wil. Nu de overeenkomst is aangegaan in augustus 2023, moet echter worden geconcludeerd dat de (verlengde) herroepingstermijn is verstreken. De gemachtigde van [eiser sub 33] beroept zich in de dagvaarding echter ook op oneerlijke handelspraktijken. De kantonrechter dient ook ambtshalve te beoordelen of hiervan sprake is. Hiervoor is al geoordeeld dat [gedaagde] zich bedient van een oneerlijke handelspraktijk, zo ook tegenover [eiser sub 33] . Bij schrijven van 9 september 2024 vernietigt de gemachtigde van [eiser sub 33] de overeenkomst(en) op grond van dwaling. Naar het oordeel van de kantonrechter dient de oneerlijke handelspraktijk hieronder te worden begrepen, nu als er sprake is van een oneerlijke handelspraktijk ook een beroep kan worden gedaan op dwaling. [eiser sub 33] heeft op 2 november 2024 aan [gedaagde] verder laten weten dat hij zijn geld terug wil en dat [gedaagde] de store mag houden. De kantonrechter begrijpt dat [eiser sub 33] hiermee (nogmaals) de overeenkomst vernietigt. De vernietiging leidt tot ongedaanmakingsverbintenissen van prestaties die al zijn verricht. De cursus laat zich door haar aard niet ongedaan maken. Wel leidt de ongedaanmakingsverplichting van de betaling ertoe dat [gedaagde] het totaal door [eiser sub 33] voor de cursus betaalde bedrag dient terug te betalen.
3.123. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 33] geen recht heeft op restitutie. Hij heeft sales gedraaid en heeft zelfs geld verdiend aan zijn webshop. Dat er een Nederlandse leverancier gereed zou staan is niet afgesproken. Dat maakt echter geen verschil. Zoals hiervoor al is geoordeeld heeft de vernietiging terugwerkende kracht en brengt dit mee dat [gedaagde] het volledig door [eiser sub 33] betaalde bedrag als onverschuldigd betaald moet terugbetalen. Het gevorderde bedrag van € 1.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 361,91 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,14.
-
Eiser sub 34, [eiser sub 34]
3.124. [eiser sub 34] stelt dat hij op 13 oktober 2023 telefonisch is benaderd. [eiser sub 34] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.997,00. [eiser sub 34] kon zich vinden in het aanbod. Hij heeft tijdens het telefoongesprek een bedrag van € 1.997,00 voldaan. Na totstandkoming van de overeenkomst heeft [eiser sub 34] vernomen dat hij geld beschikbaar moest hebben voor advertentiekosten en verder abonnementen zou moeten afsluiten bij een boekhouder en ten behoeve van een webshop. [eiser sub 34] heeft een aantal stappen ondernomen. Na 4 sessies is Kamer afgehaakt. De sessies waren niet 1 op 1. Op 2 mei 2024 heeft [eiser sub 34] verzocht om restitutie. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.125. Hoewel [eiser sub 34] los van het niet voldoen aan de precontractuele informatieplicht, zich primair beroept op opzegging en subsidiair op dwaling, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 34] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 34] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. [eiser sub 34] stelt dat hij op 2 mei 2024 heeft verzocht om restitutie. [gedaagde] erkent dit. Volgens [gedaagde] heeft [eiser sub 34] in mei gezegd dat hij zijn geld terug wil. Dat betekent dat ervan uit moet worden gegaan dat [eiser sub 34] op 2 mei 2024 ondubbelzinnig aan [gedaagde] heeft laten weten dat hij de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 34] vraagt om restitutie van het door hem betaalde bedrag. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 34] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 34] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.126. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 34] was begonnen met het traject en dat hij heeft gekregen wat hem is beloofd. [eiser sub 34] heeft overal gebruik van gemaakt. Hij besluit zelf niks meer van zich te laten horen en neemt later contact op omdat hij zijn geld terug wil. [eiser sub 34] kan geen beroep doen op opzegging. Er is alleen een salesgarantie overeengekomen. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook is [eiser sub 34] voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 34] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.997,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 362,46 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,15.
-
Eiser sub 35, [eiser sub 35]
3.127. [eiser sub 35] stelt dat hij op in november 2023 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 35] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 2.994,00. [eiser sub 35] kon zich vinden in het aanbod en is op 13 november 2023 akkoord gegaan. Tijdens de introductiecall hoorde hij dat hij zich moest inschrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijke bankrekening moest openen en een boekhouder moest regelen. [eiser sub 35] heeft alle stappen doorlopen en veel geld geïnvesteerd. Wanneer blijkt dat [eiser sub 35] een groepscall krijgt terwijl hij liever 1 op 1 begeleiding heeft zoals hij heeft afgenomen en [gedaagde] aangeeft dat hij tegenwoordig alleen aan groepcalls doet, geeft [eiser sub 35] op 18 mei 2024 aan dat hij heeft betaald voor 1 op 1 coaching en dat hij dan zijn geld terug wil. Ook heeft [eiser sub 35] [gedaagde] kenbaar gemaakt dat de informatie die gegeven is misleidend is. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.128. Hoewel [eiser sub 35] zich primair beroept op dwaling en subsidiair op een tekortkoming, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 35] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 35] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 18 mei 2024 moet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 35] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 35] geeft aan dat hij zijn geld terug wil en doet onder andere een beroep op misleiding. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 35] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 35] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.129. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 35] was begonnen met het traject en deze heeft doorlopen. Hij heeft 18 sales gehad en kan geen beroep doen op de salesgarantie. [gedaagde] wil 1 op 1 begeleiding maar die worden op dat moment niet meer gegeven en is ook niet beloofd. In het midden kan blijven of [eiser sub 35] wel of geen sales heeft gemaakt. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. Ook als er sprake is van sales is [eiser sub 35] geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 35] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 2.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 513,52 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,72.
-
Eiser sub 36, [eiser sub 36]
3.130. [eiser sub 36] stelt dat hij op 6 januari 2024 door een ‘partner’ van [gedaagde] telefonisch is benaderd. [eiser sub 36] zou middels 1 op 1 coaching met [gedaagde] zelfstandig leren dropshippen. Hij zou door [gedaagde] worden begeleid. Als hij geen sales zou maken, dan zou hij recht hebben op een salesgarantie. Dit alles is hem aangeboden voor € 1.994,00. [eiser sub 36] kon zich vinden in het aanbod en heeft dit in twee termijnen betaald. Tijdens de introductiecall hoorde hij dat hij zich moest inschrijven bij de Kamer van Koophandel, een zakelijke bankrekening moest openen en een boekhouder moest regelen. Op 7 maart 2024 stuurt [eiser sub 36] een bericht met het verzoek of hij er mee kan stoppen. Tegen hem is gezegd dat als hij stopt, hij zijn geld terugkrijgt. [gedaagde] bericht vervolgens dat geld terugkrijgen niet mogelijk is omdat [eiser sub 36] al is begonnen met het traject en hij pas zijn geld terugkrijgt als hij geen sales maakt. Daarna is [eiser sub 36] toch doorgegaan met de coaching. Nadien besluit hij alsnog om te gaan stoppen omdat de afspraken niet zijn nagekomen en [eiser sub 36] geen sales heeft gedraaid. [eiser sub 36] maakt ook aanspraak op de salesgarantie. [eiser sub 36] maakt dat via Telegram kenbaar. [gedaagde] heeft dat niet betwist.
3.131. Hoewel [eiser sub 36] zich primair beroept op dwaling en subsidiair op een tekortkoming, begrijpt de kantonrechter dat [eiser sub 36] zich allereerst beroept op zijn herroepingsrecht. De kantonrechter dient overigens ook ambtshalve te toetsen of [eiser sub 36] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, of in de overeenkomst, is gewezen op zijn herroepingsrecht. Hiervoor is al gebleken dat [gedaagde] geen van de eisers heeft gewezen op zijn herroepingsrecht. Het bericht van 7 maart 2024 en de onbetwiste berichten via Telegram moeten worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring waaruit blijkt dat [eiser sub 36] de overeenkomst wilde herroepen. [eiser sub 36] geeft aan dat hij zijn geld terug wil. Dit moet ruim worden opgevat. Er gelden geen eisen voor de vorm waaraan de verklaring van de consument moet voldoen. [eiser sub 36] heeft de overeenkomst binnen de verlengde bedenktermijn herroepen. Omdat [eiser sub 36] niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht is de bedenktermijn verlengd.
3.132. [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser sub 36] was begonnen met het traject en twee maanden nadat hij is begonnen zijn geld terug wil. Met [eiser sub 36] is alleen een salesgarantie overeengekomen. [eiser sub 36] besluit terwijl hij nog niet alle lessen heeft afgerond om te stoppen omdat het niet werkt. Als het niet werkt, krijgt hij zijn geld terug, maar daar heeft [gedaagde] wel bewijs voor nodig, aldus [gedaagde] . In het midden kan blijven of het voor [eiser sub 36] wel of niet werkt. Zoals hiervoor al is opgemerkt maakt dat niet dat de overeenkomst niet kan worden herroepen. [eiser sub 36] is voor de geleverde diensten geen kosten verschuldigd omdat hij niet is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht. Dat betekent dat [eiser sub 36] recht heeft op volledige terugbetaling van het door hem betaalde bedrag. Het gevorderde bedrag van € 1.994,00 komt dan ook voor toewijzing in aanmerking. Dat geldt eveneens voor de buitengerechtelijke kosten van € 361,91 (inclusief BTW) en de wettelijke rente, tot de dag der dagvaarding begroot op € 1,14.
Proceskosten
3.133. [gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van eisers worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
140,83
- griffierecht
706,00
- salaris gemachtigde
1.630,00
(2 punten × € 815,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.611,83
3.134. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
3.135. Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat eisers dat eisen en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 1] (eiser sub 1) een bedrag van € 3.194,19 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.697,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 2] (eiser sub 2) een bedrag van € 1.185,21 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 3] (eiser sub 3) een bedrag van € 1.188,77 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.000,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 4] (eiser sub 4) een bedrag van € 1.812,80 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.497,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.5.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 5] (eiser sub 5) een bedrag van € 1.184,63 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.6.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 6] (eiser sub 6) een bedrag van € 3.530,95 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.7.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 7] (eiser sub 7) een bedrag van € 1.065,81 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 897,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.8.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres sub 8-I] en [eiser sub 8-II] (eiser sub 8) een bedrag van € 590,54 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 497,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.9.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 9] (eiser sub 9) een bedrag van € 3.510,96 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.994,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.10.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 10] (eiser sub 10) een bedrag van € 3.510,96 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.994,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.11.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 11] (eiser sub 11) een bedrag van € 5.755,76 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 4.997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.12.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 12] (eiser sub 12) een bedrag van € 3.512,61 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.13.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 13] (eiser sub 13) een bedrag van € 3.514,33 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.14.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 14] (eiser sub 14) een bedrag van € 3.514,33 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.15.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 15] (eiser sub 15) een bedrag van € 1.474,05 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.247,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.16.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 16] (eiser sub 16) een bedrag van € 2.360,61 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.17.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 17] (eiser sub 17) een bedrag van € 2.360,61 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.18.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 18] (eiser sub 18) een bedrag van € 3.509,24 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.994,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.19.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres sub 19] (eiser sub 19) een bedrag van € 1.650,17 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.396,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.20.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 20] (eiser sub 20) een bedrag van € 2.357,05 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.994,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.21.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 21] (eiser sub 21) een bedrag van € 3.509,24 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.994,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.22.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 22] (eiser sub 22) een bedrag van € 2.360,61 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.23.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 23] (eiser sub 23) een bedrag van € 2.357,05 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.994,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.24.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 24] (eiser sub 24) een bedrag van € 883,01 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 747,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.25.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 25] (eiser sub 25) een bedrag van € 1.769,57 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.497,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.26.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 26] (eiser sub 26) een bedrag van € 2.357,05 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.994,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.27.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 27] (eiser sub 27) een bedrag van € 3.512,61 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.28.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 28] (eiser sub 28) een bedrag van € 2.360,61 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.29.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 29] (eiser sub 29) een bedrag van € 3.172,77 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.694,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.30.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 30] (eiser sub 30) een bedrag van € 2.357,05 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.994 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.31.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 35] (eiser sub 31) een bedrag van € 3.512,61 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.32.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 32] (eiser sub 32) een bedrag van € 2.357,05 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.994,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.33.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 33] (eiser sub 33) een bedrag van € 2.357,05 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.994,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.34.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 34] (eiser sub 34) een bedrag van € 2.360,61 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.997,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.35.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 35] (eiser sub 35) een bedrag van € 3.509,24 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.994,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.36.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser sub 36] (eiser sub 36) een bedrag van € 2.357,05 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.994,00 vanaf heden tot de dag van volledige betaling,
4.37.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 2.611,83, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.38.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
4.39.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.40.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2025.