In deze zaak verzoekt de werkgever, een coöperatie, om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, primair op grond van disfunctioneren, subsidiair op grond van een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter wijst het verzoek af, omdat de werkgever onvoldoende inspanningen heeft geleverd om de werknemer te herplaatsen. De werknemer, die sinds 1 februari 2023 in vaste dienst was, had eerder verbetertrajecten doorlopen, maar de kantonrechter oordeelt dat de werkgever niet voldoende begeleiding heeft geboden. De werkgever heeft weliswaar aangetoond dat er sprake was van disfunctioneren, maar de herplaatsingsinspanningen waren onvoldoende. De kantonrechter concludeert dat de arbeidsovereenkomst niet kan worden ontbonden, omdat herplaatsing binnen een redelijke termijn niet in de rede ligt. De proceskosten komen voor rekening van de werkgever, die overwegend ongelijk krijgt. De beschikking is gegeven op 27 juni 2025.